Zoekresultaten 4251-4300 van de 4546 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:172 Hof van Discipline 's Gravenhage 230220
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:172
Artikel 13 beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:217 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5028
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 06-10-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:217
Ongegronde klacht tegen een MDL-arts. De MDL-arts heeft in 2017 tijdens een coloscopie bij patiënte een poliep verwijderd. De voorlopige bevinding van de patholoog luidde ‘verdacht voor carcinoom’. Na intern consult bij twee collega-pathologen is de diagnose ‘hooggradige dysplasie’ gesteld. De MDL-arts heeft deze diagnose overgenomen en heeft daarna nog vervolgonderzoeken laten verrichten. In 2019 werden bij een coloscopie diverse afwijkingen in de darm aangetroffen, waarop de diagnose darmkanker volgde. Volgens klager had de MDL-arts moeten aandringen op nader pathologisch onderzoek nadat zij ook kennis had genomen van de voorlopige bevindingen van de patholoog. Het college overweegt dat de MDL-arts in principe kan en mag vertrouwen op het onderzoek dat door een patholoog is uitgevoerd. Onder de gegeven omstandigheden behoefde de MDL-arts niet aan te dringen op nader pathologisch onderzoek. Het college is verder van oordeel dat de patholoog de voorlopige bevinding niet met patiënte had moeten delen. Er was geen enkele twijfel over de diagnose hooggradige dysplasie. Alleen op basis van een diagnose kan verdere behandeling plaatsvinden en dat is hier ook gebeurd. De MDL-arts heeft met de vervolgonderzoeken gehandeld conform de daarvoor geldende richtlijn. Alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:137 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1798
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:137
Klacht tegen psychiater. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Eind 2021 is hij overgeplaatst naar een andere tbs-kliniek, waar de psychiater werkzaam is als hoofd behandeling op de opname- en diagnostiekafdeling. Na een intakegesprek heeft de psychiater besloten het door klager gebruikte medicijn Ritalin om te zetten in langwerkend methylfenidaatpreparaat (Concerta) en nader onderzoek te doen naar de indicatie. Nadien is ook de verstrekking van Concerta gestaakt. Klager verwijt de psychiater dat de verstrekking van Ritalin zonder deugdelijk onderzoek is gestaakt en dat de psychiater door zowel de rol van psychiater als die van hoofd behandeling te vervullen, aan klager een onafhankelijk oordeel van een psychiater heeft onthouden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-498/AL/NN/D
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:244
Dekenbezwaar. Op grond van de stukken, de verklaringen van partijen ter zitting en de erkenning van verweerder, is de raad van oordeel dat verweerder in een specifieke zaak tegen een school de kernwaarden deskundigheid en onafhankelijkheid heeft geschonden en niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Aw. Hij heeft zich immers, zoals hij zelf heeft aangegeven, als een instrument door zijn cliënt laten gebruiken en een onhaalbare vordering namens hem ingesteld waarbij de grenzen van het betamelijke zijn overschreden. Daarnaast heeft verweerder niet terstond aan de deken concrete dossiers afgegeven maar dat pas gedaan op de uiterste termijn na de aangekondigde last onder dwangsom. Daarmee heeft verweerder gedragsregel 29 geschonden door de deken in haar toezichthoudende en controlerende taak te frustreren. Verweerder heeft tijdens de zitting geen begin van inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen en alles buiten zichzelf gelegd. De raad heeft verweerder in overweging gegeven om een coach in te schakelen. Met de schending van de kernwaarden deskundigheid en onafhankelijkheid en mede gelet op de opstelling van verweerder is een deels onvoorwaardelijke schorsing van 2 weken voor de raad een passende maatregel. Daarnaast legt de raad een voorwaardelijke schorsing van eveneens 2 weken op als stok achter de deur.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:218 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5374
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 06-10-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:218
Kennelijk ongegronde klacht tegen een MDL-arts. Onder supervisie van de MDL-arts heeft een colonoscopie plaatsgevonden. Tijdens de colonoscopie bleek dat een gastroscopie nodig was. Klager neemt het de MDL-arts kwalijk dat hij vervolgens tot de dag erna heeft gewacht om de gastroscopie te laten verrichten. Patiënte was volgens klager in staat om toestemming voor de interventie te geven en anders had klager dat kunnen doen. Door te wachten is de MDL-arts volgens klager lichtvaardig omgesprongen met het leven van patiënte. Het college kan begrijpen dat de MDL-arts heeft willen wachten tot de volgende ochtend, niet alleen omdat de toestand van patiënte stabiel was, maar ook omdat zij een roesje had gekregen. Hij heeft met juistheid geconcludeerd dat wachten met de gastroscopie geen ernstig risico opleverde voor patiënte. De MDL-arts heeft het op goede gronden toen wenselijk gevonden om patiënte zoveel mogelijk zelf te betrekken bij de besluitvorming en niet vervangende toestemming te vragen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:170 Hof van Discipline 's Gravenhage 230229
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:170
art. 13 beklag tegen beslissing deken geen advocaat aan te wijzen. De beroepstermijn in de procedure is verstreken, waardoor klager geen belang meer heeft bij zijn beklag. Ook is voor de gewenste procedure geen advocaat vereist. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:171 Hof van Discipline 's Gravenhage 230212
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:171
Artikel 13 beklag: beklag tegen beslissing van de deken geen advocaat aan te wijzen. Klager wil een advocaat voor een beroepsprocedure bij het Centraal Medisch Tuchtcollege. Daarvoor geldt geen verplichte rechtsbijstand. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5187
- Datum publicatie: 05-10-2023
- Datum uitspraak: 29-09-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:163
Klacht tegen huisarts. Klager is veroordeeld wegens twee inbraken in de praktijk van de huisarts en het in brand steken van de auto van de echtgenote van de huisarts. De huisarts heeft aangifte van inbraak en brandstichting gedaan bij de politie. De huisarts heeft tegen de politie gezegd dat hij klager van het plegen van de feiten verdacht. Hierbij heeft de huisarts vermeld dat klager nog in de praktijk was geweest vlak na de eerste inbraak en de brandstichting, omdat hij een TBC-onderzoek wilde, en volgens de assistente toen verward overkwam. Klager verwijt de huisarts dat hij tegen de politie heeft gezegd dat klager voor een TBC-onderzoek in de praktijk was geweest. Hiermee heeft de huisarts onnodig medische informatie verstrekt aan de politie zonder instemming van klager. Het college volgt klager hierin en verklaart de klacht gegrond. Het college ziet – gelet op alle omstandigheden – af van het opleggen van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5303
- Datum publicatie: 05-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:164
Klacht tegen een jeugdarts (arts maatschappij en gezondheid) werkzaam bij de GGD die telefonisch informatie aan Veilig Thuis heeft gegeven. Veilig Thuis had meldingen ontvangen over klager en heeft daarnaar onderzoek ingesteld waarbij de jeugdarts als informant is benaderd. De jeugdarts heeft telefonisch medische informatie onder andere over de kinderen van klager verstrekt. Klager verwijt de jeugdarts schending van haar beroepsgeheim door zonder zijn toestemming informatie te delen. Tevens verwijt hij haar onrechtmatig inzage te hebben gehad in het dossier van de kinderen. Het college verklaart de klacht deels gegrond omdat de jeugdarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klager vooraf niet om toestemming voor het verstrekken van informatie over zijn kinderen te vragen. Van onrechtmatige inzage door de jeugdarts in het medisch dossier is geen sprake.Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5353
- Datum publicatie: 05-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:165
In het kader van een verzekeringsgeneeskundige beoordeling op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) heeft verweerder klager telefonisch gesproken en een fysiek spreekuurcontact gehad. Van deze beoordeling heeft de verzekeringsarts een rapport opgesteld. De klacht heeft betrekking op de beoordeling van de WIA-aanvraag door de verzekeringsarts. Het college is van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:169 Hof van Discipline 's Gravenhage 230268
- Datum publicatie: 05-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:169
Artikel 13 beklag ongegrond. Het gaat om een herhaald verzoek van klaagster in een, bovendien, kansloze zaak en de deken heeft dat verzoek terecht afgewezen. Naar het oordeel van het hof maakt klaagster misbruik van klachtrecht.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:205 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-471/DH/DH
- Datum publicatie: 04-10-2023
- Datum uitspraak: 04-10-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:205
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerder de zaak zodanig traag heeft behandeld dat hij klachtwaardig heeft gehandeld. Klaagster heeft veelvuldig aanvullende stukken toegezonden waardoor de totale omvang van het dossier zeer omvangrijk is geworden. Niet gebleken dat verweerder over onvoldoende dossierkennis beschikte, gebrekkig communiceerde, of processtukken niet aan klaagster voorlegde. Verweerder heeft terecht gecontroleerd of hij de dagvaarding mede namens klaagsters broer mocht uitbrengen. Verweerder mocht de zaak neerleggen en heeft dat niet op onzorgvuldige wijze gedaan. Niet in geschil is dat verweerder niet beschikt over originele stukken. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder niet integer heeft gehandeld of excessief heeft gedeclareerd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-877/AL/MN
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:243
Naar het oordeel van de raad heeft verweerster gedragsregel 18 geschonden en tevens in strijd gehandeld met de kernwaarde (financiële) integriteit. Verweerster heeft verzaakt om voorafgaand aan het aannemen van de opdracht zelf te onderzoeken of klaagster voor gesubsidieerde rechtshulp in aanmerking kwam maar is daarbij afgegaan op de achteraf foute informatie van klaagster. Dat klaagster uitdrukkelijk afstand van haar recht op gesubsidieerde rechtshulp heeft gedaan is de raad uit de stukken niet gebleken. Ook is verweerster in haar zorgplicht tekortgeschoten door niet voldoende bij klaagster door te vragen en dat schriftelijk te bevestigen wat klaagster precies wilde met de omgangsregeling. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:113 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-295/DB/ZWB
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:113
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder mocht de herhaalde verzoeken om financiële gegevens op te vragen bij de (advocaat van de) vrouw niet naast zich neerleggen. Dat klager zich aanvankelijk tot verweerder had gewend met het verzoek om hem bij te staan in het kader van het voeren van verweer tegen het door de vrouw ingediende verzoek tot wijziging van de zorg- en contactregeling maakt dit niet anders. De reikwijdte van de opdracht is lopende verweerders bijstand gewijzigd. In zoverre gegrond. De klacht dat de in de klachtenregeling genoemde klachtfunctionaris, mr. S, niet in de gelegenheid was om de klacht te onderzoeken, zodat een kantoorgenoot van verweerder de klacht heeft onderzocht, is ongegrond. Het gegrond bevonden tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen heeft betrekking op de kernwaarde deskundigheid. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:180 Raad van Discipline Amsterdam 23-477/A/NH
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:180
Voorzittersbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in beide onderdelen kennelijk ongegrond. Verweerder kan tuchtrechtelijk niets worden verweten. Verweerder heeft zijn advies aan klager van een goede en deugdelijke onderbouwing voorzien en hij heeft daarbij ook (meermaals) duidelijk aan klager te kennen gegeven waarom het uitbrengen van een dagvaarding niet zinvol zou zijn. Verweerder heeft de wens van klager op dit punt dan ook wel degelijk gehoord, maar hij heeft hier met redenen van afgezien en dit ook zo aan klager laten weten. Ook blijkt uit niets dat verweerder de belangen van A zou hebben behartigd in plaats van die van klager.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:181 Raad van Discipline Amsterdam 23-555/A/A
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:181
Voorzittersbeslissing; Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk, omdat de klacht in zoverre te laat is ingediend en gedeeltelijk kennelijk ongegrond omdat de klacht overigens onvoldoende onderbouwd is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:182 Raad van Discipline Amsterdam 23-265/A/A
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:182
Raadsbeslissing; (bijna volledig) gegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat verweerder niet met de zorgvuldigheid heeft gehandeld die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. De raad rekent het verweerder ernstig aan dat hij geen opdrachtbevestiging met plan van aanpak naar klager heeft gestuurd en heeft nagelaten belangrijke afspraken en termijnen schriftelijk aan klager te bevestigen. Klager wist hierdoor niet dat de mondelinge behandeling op korte termijn zou plaatsvinden en heeft zich niet goed op zijn zaak kunnen voorbereiden. Verweerder heeft bovendien het verweerschrift zonder dit vooraf ter goedkeuring aan klager voor te leggen bij de rechtbank ingediend. Al deze gedragingen getuigen naar het oordeel van de raad van een gebrek aan zorg en inzet voor klagers zaak. De raad heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder zich de ernst van de gemaakte verwijten besefte. Verweerder betoogde dat hij een goed resultaat voor klager heeft behaald, zonder (zichtbaar) op zijn eigen gedrag te reflecteren. De raad ziet in deze omstandigheden aanleiding om verweerder de maatregel op te leggen van een voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van vier weken en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:183 Raad van Discipline Amsterdam 23-443/A/A
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:183
Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij. Klachtonderdeel a) niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn van drie jaar zoals neergelegd in artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet. Klachtonderdeel b) kennelijk ongegrond. Uit de handelswijze van verweerder blijkt niet dat hij klaagster onder druk zou hebben gezet, dan wel andere handelingen zou hebben waardoor hij de belangen van klaagster onnodig en zonder redelijk doel zou hebben geschaad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:177 Raad van Discipline Amsterdam 23-599/A/A
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:177
Raadsbeslissing; Verzoek opheffing schorsing op grond van 60b Advocatenwet toegewezen. De financiële problematiek die in het verleden heeft geleid tot schorsing doet zich niet meer voor.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:110 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-199/DB/LI
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:110
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder heeft over deze voor klager belangrijke kwestie onvoldoende duidelijk met hem gecommuniceerd en heeft niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:214 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5354
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 03-10-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:214
Deels niet-ontvankelijke en deels ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager heeft op basis van een tbs-maatregel in een forensisch psychiatrisch centrum verbleven. Hij verwijt verweerster dat hij door haar toedoen van zijn vrijheid is beroofd en dat zij niet juist heeft gehandeld in zijn behandeltraject. Klager is niet-ontvankelijk in zijn eerste klachtonderdeel, omdat verweerster voor een gedeelte niet persoonlijk betrokken is geweest als hoofdbehandelaar van klager. De handelwijze van verweerster met betrekking tot het beëindigen van het verlof betreft haar inschatting dat de incidenten en signalen aan de zijde van klager een overtreding inhielden van de voor klager geldende verlofregels, die waren ingegeven door het veiligheidsbelang, gegeven de gezondheidstoestand van klager. Deze handelwijze ziet dus niét op het bevorderen, bewaken, dan wel beoordelen van die gezondheidstoestand. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard. Het college is van oordeel dat verweerster gedurende het behandeltraject is gebleven binnen de daarvoor en tijde van het handelen geldende kaders en zij zorgvuldig heeft gehandeld jegens klager.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-900/AL/GLD
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:241
Verweerder heeft erkend dat hij is tekortgeschoten in zijn communicatie met klagers door meermalen niet op hun verzoeken te reageren. Dit terwijl hij wist dat klager om medische redenen juist behoefte had aan duidelijkheid. Dit verwijt is gegrond. De raad is uit de stukken gebleken dat verweerder klagers in de tijd voldoende heeft meegenomen in zijn plan van aanpak en zijn gewijzigde juridische standpunt in hun zaak. Na ontvangst van de reactie van de verzekeraar stond het verweerder vrij, en was hij daartoe naar het oordeel van de raad als deskundig advocaat ook gehouden, om zijn eerder ingenomen juridische standpunt over de hoogte van de schade aan te passen aan het in zijn optiek juridisch meest haalbare standpunt voor klagers. Verweerder heeft ook duidelijk aan klagers uitgelegd waarom hij zijn juridische standpunt handhaafde. Verweerder heeft daarbij gehandeld met voldoende zorg voor de belangen van klagers. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:178 Raad van Discipline Amsterdam 23-338/A/A
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:178
Raadsbeslissing; Gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij; Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster rauwelijks te dagvaarden en door zich over klaagster in strijd met de waarheid en onnodig grievend uit te laten. Gelet op het grote belang dat advocaten de-escalerend te werk gaan, is de raad van oordeel dat de maatregel van waarschuwing met proceskosten passend en geboden is, ondanks dat verweerster haar verontschuldigingen voor haar gedragingen heeft aangeboden.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:111 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-244/DB/OB
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:111
Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:215 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5519
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 03-10-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:215
Gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft op verzoek van een cliënte die bij haar in behandeling was een verklaring opgesteld en afgegeven ten behoeve van de advocaat van cliënte. Die verklaring bevatte onder meer informatie over klager als zijnde de ex-partner van cliënte met wie zij in een echtscheidingsprocedure verwikkeld was. De gz-psycholoog wist dat deze verklaring zou worden ingebracht in die procedure. Klager had geen toestemming gegeven voor deze verklaring. Het college is van oordeel dat de gz-psycholoog met het afgeven van de verklaring niet heeft gehandeld overeenkomstig de voor haar geldende beroepsnorm. Het college acht de maatregel van berisping passend, gegeven de aard van de tuchtrechtelijke fout en de gegeven omstandigheden, daarbij meegewogen de toelichting van de gz-psycholoog ter zitting. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:242 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-906/AL/MN
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:242
Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met zijn brief aan C de grenzen van de hem toekomende vrijheid als advocaat van de wederpartij van klager op verschillende punten overschreden. Dat verweerder de door hem een paar dagen daarvoor ontvangen concept dagvaarding toen nog niet had gelezen, blijft voor zijn risico. Van een advocaat wordt verwacht dat deze van de advocaat van de wederpartij ontvangen (proces)stukken kort na ontvangst ervan leest. Had verweerder dat wel gedaan, dan had hij zich daarna kunnen afvragen of zijn brief aan getuige C toelaatbaar was en zo ja, met welke bedoeling hij die brief zou schrijven. Dat verweerder zich dit heeft afgevraagd, is de raad niet gebleken. Uit de inhoud van de door verweerder aan C gestuurde brief is de raad wel gebleken dat verweerder op indringende wijze aan C heeft gedicteerd welke verklaring hij op papier moest zetten ten gunste van zijn cliënte. Daarbij is verweerder alleen afgegaan op hetgeen zijn cliënte over die door C afgelegde verklaring had verteld. Dit terwijl verweerder op het moment van verzending van bedoelde brief al wist, zoals hij tijdens de zitting van de raad heeft verklaard, dat de verklaring van C kort na het incident tijdens het gesprek op school al gekanteld was naar een voor klager gunstige verklaring. Naar het oordeel van de raad is ook ontoelaatbaar dat verweerder in zijn brief de nog minderjarige C onder druk heeft gezet door te vermelden dat de aan hem gevraagde medewerking geen vrijwillige keuze is en hem daarbij te dreigen met allerlei rechtsmaatregelen in de laatste alinea van zijn brief. Niet alleen heeft hij daarmee de belangen van klager onevenredig geschaad en de minderjarige medeleerling op een indringende en onjuiste wijze onder druk gezet, hij heeft die getuige ook aangezet tot het afleggen van een valse verklaring voor zijn cliënte. Daarmee heeft verweerder ook in strijd gehandeld met de kernwaarde integriteit als bedoeld in artikel 10a Advocatenwet. Daarom is naar het oordeel van de raad de maatregel van berisping op zijn plaats.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:179 Raad van Discipline Amsterdam 23-466/A/A
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:179
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Van onnodig grievende uitlatingen is geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:112 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-313/DB/OB
- Datum publicatie: 03-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:112
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft met de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in het register van de burgerlijke stand in het geheel geen bemoeienis gehad, terwijl van enige onregelmatigheid van die inschrijving overigens ook niet is gebleken. Omdat de klachtonderdelen 1 en 2 feitelijke grondslag missen, zijn deze klachtonderdelen ongegrond. Voor de juistheid van het verwijt dat sprake is van een onregelmatige echtscheiding in Nederland, die niet in Burkina Faso zal worden erkend, heeft de raad geen aanknopingspunten gevonden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:173 Raad van Discipline Amsterdam 23-582/A/A
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:173
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een strafzaak.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:136 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1842
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 20-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:136
Klacht tegen psychiater. De klacht gaat over de behandeling van klager, die met een zorgmachtiging als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) was opgenomen. Klager is het niet eens met de in het traject tot het verkrijgen van een zorgmachtiging gestelde (voorlopige) diagnose en meent dat de psychiater bij haar behandeling onterecht uitgaat van deze diagnose. Ook meent klager dat de psychiater nader onderzoek had moeten doen naar aanleiding van lichamelijke klachten. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:174 Raad van Discipline Amsterdam 23-378/A/A
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:174
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerster klagers belangen niet goed heeft behartigd tijdens het viergesprek op 8 december 2022. Van het feit dat verweerster op 8 december 2022 de behandeling van klagers heeft zaak neergelegd kan haar evenmin een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:175 Raad van Discipline Amsterdam 23-389/A/A
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:175
Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft in 2010 geweigerd om klager bij te staan. Klager heeft hierover op 5 december 2022 een klacht bij de deken ingediend, zodat de klacht op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet niet-ontvankelijk moet worden verklaard, vanwege het verstrijken van de in voormeld artikel bedoelde termijn. Dat verweerder, naar aanleiding van klagers e-mail d.d. 18 november 2022 en onder verwijzing naar de brief van 13 oktober 2010, bij e-mail d.d. 22 november 2022 wederom aan klager heeft medegedeeld dat hij hem niet zou bijstaan, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-622/AL/OV/D
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:239
Toewijzing verzoek van de deken ex artikel 60b Advocatenwet. Op grond van de door de deken aangevoerde feiten, die door verweerder in deze procedure niet zijn betwist, concludeert de raad dat sprake is van een ernstig disfunctioneren van verweerder. In de loop der jaren zijn er door (oud)cliënten van verweerder, rechtbanken, het Openbaar Ministerie en de Raad voor Rechtsbijstand vele klachten over verweerder ingediend. Verschillende van die klachten hebben geleid tot de oplegging van een maatregel door de raad, waaronder meerdere onvoorwaardelijke schorsingen. Uit die klachten en signalen blijkt dat verweerder voor cliënten en anderen onbereikbaar is, hij veelvuldig (ook zonder melding vooraf) niet op zittingen verschijnt en dat hij zijn afspraken niet nakomt. Verweerder heeft hierdoor in het bijzonder de belangen van zijn cliënten ernstig geschaad. Ook is hij afspraken met de deken, om tot verbetering van zijn praktijkvoering te komen en (later) over de afbouw van zijn praktijk, niet nagekomen. Op grond van het voorgaande is de raad van oordeel dat verweerder, in de termen van artikel 60b van de Advocatenwet, geen blijk geeft van een behoorlijke praktijkuitoefening. Daarbij komt dat verweerder veelvuldig en gedurende een lange periode door de deken op zijn disfunctioneren is gewezen en verweerder op verschillende momenten van de deken kansen en hulp heeft gekregen om zijn praktijkuitoefening te verbeteren. Gelet op de vele recente klachten en signalen heeft dat echter niet tot enige verbetering geleid. Ook de beslissingen van de raad hebben er niet toe geleid dat verweerder de situatie ten goede heeft gekeerd. Verweerder lijkt zich onvoldoende bewust van de ernst van zijn disfunctioneren en de negatieve gevolgen die zijn handelen en nalaten voor anderen kan hebben. De raad heeft er daarom geen vertrouwen in dat zijn praktijkvoering zal verbeteren. De raad is op grond van de bovengenoemde omstandigheden van oordeel dat het niet langer verantwoord is dat verweerder zijn praktijk uitoefent en cliënten bijstaat. Het verzoek van de deken zal daarom worden toegewezen en verweerder zal voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk worden geschorst.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:176 Raad van Discipline Amsterdam 23-399/A/A
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:176
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerster in de conclusie van antwoord van 10 januari 2023 en de conclusie van antwoord van 1 februari 2023 onwaarheden heeft verkondigd en als producties vervalste getuigenverklaringen in het geding heeft gebracht.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:133 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1839
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 20-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:133
Klacht tegen psychiater. De klacht gaat over het handelen van de psychiater bij het opstellen van de “bevindingen geneesheer-directeur” in het kader van een verzoek voor een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De psychiater heeft bij haar bevindingen de medische verklaring van de onafhankelijke psychiater en de door deze noodzakelijk geachte zorgvormen gevolgd. Klager verwijt de psychiater onder meer dat zij ten onrechte de diagnose “schizofrenie” heeft gesteld en volledig is voorbijgegaan aan de juistheid en zuiverheid van klagers perceptie van volkomen zintuigelijke waarneming. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-968/AL/GLD
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:240
Verzetbeslissing; verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:134 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1840
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 20-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:134
Klacht tegen psychiater. De klacht gaat over het handelen van de psychiater bij het opstellen van een medische verklaring als bedoeld in artikel 5:8 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Klager is het met de in de verklaring opgenomen voorlopige diagnose niet eens. Klager verwijt de psychiater onder meer dat zij ten onrechte de diagnose “schizofrenie” heeft gesteld en volledig is voorbijgegaan aan de juistheid en zuiverheid van klagers perceptie van volkomen zintuigelijke waarneming. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:172 Raad van Discipline Amsterdam 23-368/A/A
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:172
Voorzittersbeslissing; klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. De voorzitter ziet in de door klagers genoemde omstandigheden geen aanleiding de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Anders dan klagers hebben aangevoerd hangt de vraag of een klacht tijdig is ingediend niet af van het moment waarop in rechte is komen vast te staan dat wat klagers hebben geconstateerd over het handelen of nalaten van de advocaat juist is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:204 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-112/DH/RO
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:204
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:135 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1841
- Datum publicatie: 02-10-2023
- Datum uitspraak: 20-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:135
Klacht tegen psychiater. De klacht gaat over het handelen van de psychiater bij de behandeling van klager, die met een zorgmachtiging als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg was opgenomen. Klager is het niet eens met de in het traject tot het verkrijgen van een zorgmachtiging gestelde (voorlopige) diagnose en meent dat de psychiater bij zijn behandeling ten onrechte uitgaat van deze diagnose. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:203 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-474/DH/DH
- Datum publicatie: 29-09-2023
- Datum uitspraak: 27-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:203
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in de hoedanigheid van interim-medewerker bij het Huis voor Klokkenluiders. Geen aanknopingspunten dat deze werkzaamheden verband houden met haar hoedanigheid van advocaat. De verwijten zien op het handelen van verweerster als medewerker bij het Huis voor Klokkenluiders en niet op haar handelen als advocaat. Niet gebleken dat verweerster het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Verweerster mocht het oneens zijn over de melding van een misstand van klager en mocht daarop een tegengeluid geven.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:167 Raad van Discipline Amsterdam 23-134/A/A
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:167
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:161 Raad van Discipline Amsterdam 23-495/A/NH
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:161
Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalige eigen advocaat. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat het medisch rapport van Elite in het medisch dossier van klager terecht is gekomen. Het standpunt van klager komt erop neer dat het verweerster wel moet zijn geweest die het medisch rapport van Elite aan het secretariaat van Reade heeft gestuurd, omdat het rapport aan niemand anders ter beschikking is gesteld. Dat is echter geen feit maar een deductieve redenering van klager zelf waar hij, tegenover de betwisting door verweerster, geen enkel bewijs voor heeft overgelegd. Het rapport kan op allerlei manieren in het medisch dossier van klager terecht zijn gekomen, bijvoorbeeld via een van de behandelaars van klager. Het staat in ieder geval volstrekt onvoldoende vast dat verweerster dit heeft gedaan. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:168 Raad van Discipline Amsterdam 23-140/A/A
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:168
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft zich niet evident onjuist, noch onnodig grievend uitgedrukt. Er is geen sprake van een schending van de gedragsregels 7 en 8. Daarbij heeft verweerder ook overigens de grenzen van de aan hem toekomende vrijheid bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt, niet overschreden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:162 Raad van Discipline Amsterdam 23-496/A/NH
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:162
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat-gemachtigde van de wederpartij van klager in een klachtprocedure. Het stond verweerder als gemachtigde van de wederpartij van klager vrij om in de dupliek de standpunten van zijn cliënte weer te geven als reactie op de klacht van klager. Daarbij mocht verweerder afgaan op de informatie die hij van zijn cliënte kreeg. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder die informatie had moeten verifiëren is de voorzitter niet gebleken. Het gegeven dat de standpunten die verweerder namens zijn cliënte heeft ingenomen lijnrecht tegenover de standpunten van klager staan, betekent niet dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij wist of redelijkerwijs kon weten dat deze in strijd met de waarheid zijn. In klachtprocedures is het nu eenmaal zo dat de klager en de beklaagde advocaat ieder hun eigen visie op de feiten en hun standpunten daarover naar voren mogen brengen, waarna de tuchtrechter daarover een oordeel geeft. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5556
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 22-09-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:159
Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Klager verwijt de psychiater dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden, dat zij hem heeft beschuldigd van liegen en dat zij hem de gevraagde medicatie heeft geweigerd. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:169 Raad van Discipline Amsterdam 23-283/A/NH
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:169
Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Verweerster heeft zowel in haar schriftelijke verweer op de klacht als tijdens de zitting erkend dat zij klager gedurende vijf maanden vanwege haar gezondheidstoestand niet heeft geïnformeerd over ontwikkelingen in de procedure over de nalatenschap van zijn moeder en dat zij een aantal processtukken in die periode niet direct aan klager heeft doorgestuurd. Het had op de weg van verweerster gelegen haar waarnemer in te schakelen om de behandeling van de zaak van klager, al dan niet tijdelijk, over te nemen. Verweerster heeft dit echter niet gedaan, omdat zij daar toen naar eigen zeggen niet toe in staat was. Deze omstandigheid valt in de risicosfeer van verweerster. Klacht gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:163 Raad van Discipline Amsterdam 23-457/A/NH
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:163
Voorzittersbeslissing; klacht over belangenverstrengeling is kennelijk ongegrond nu niet kan worden vastgesteld dat er tussen klager en verweerder ooit een advocaat-relatie heeft bestaan.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5489
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 22-09-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:160
Klagers verwijten de huisarts dat zij (a) haar zorgplicht niet is nagekomen door na het herseninfarct geen contact op te nemen met klaagster om te vragen hoe het met haar ging, of zij zich kon redden, etc. en na de bijnieroperatie bij klager niet na te vragen hoe deze operatie was verlopen maar alleen over het hartinfarct te spreken, (b) toestemming heeft verleend voor alcoholgebruik naast oxycodon, (c) klaagster niet serieus heeft genomen toen zij meldde dat klager afgleed in de morfine en heel langzaam agressief werd en onhoudbaar, (d) klaagster naar Veilig Thuis heeft verwezen, terwijl dat niet de oplossing van het probleem was, omdat klaagster haar man voor verder afglijden wilde behoeden, (e) de telefoon op de haak heeft gegooid waardoor klaagster zich voor het eerst sinds haar verblijf in Nederland gediscrimineerd voelde en (f) de tuchtklacht met de opvolgende huisarts heeft gedeeld waardoor sprake is van schending van de privacy en smaad. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:170 Raad van Discipline Amsterdam 22-966/A/MN
- Datum publicatie: 28-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:170
Verzetbeslissing. Verzet te laat ingediend. Op de datum dat de raad het verzetschrift heeft ontvangen, was de verzettermijn al verlopen. Het feit dat klager bij de indiening van zijn verzetschrift een typefout heeft gemaakt in het e-mailadres van de griffie van de raad komt voor risico van klager. Ook de omstandigheid dat klager zijn computer pas vier dagen na indiening van zijn verzetschrift weer heeft aangezet en erachter kwam dat zijn e-mail niet bij de raad was bezorgd, ligt in de risicosfeer van klager. Overschrijding van de verzettermijn niet toelaatbaar. Verzet is niet-ontvankelijk.