ECLI:NL:TGZRZWO:2023:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5303

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2023:164
Datum uitspraak: 02-10-2023
Datum publicatie: 05-10-2023
Zaaknummer(s): Z2023/5303
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen een jeugdarts (arts maatschappij en gezondheid) werkzaam bij de GGD die telefonisch informatie aan Veilig Thuis heeft gegeven. Veilig Thuis had meldingen ontvangen over klager en heeft daarnaar onderzoek ingesteld waarbij de jeugdarts als informant is benaderd. De jeugdarts heeft telefonisch medische informatie onder andere over de kinderen van klager verstrekt. Klager verwijt de jeugdarts schending van haar beroepsgeheim door zonder zijn toestemming informatie te delen. Tevens verwijt hij haar onrechtmatig inzage te hebben gehad in het dossier van de kinderen. Het college verklaart de klacht deels gegrond omdat de jeugdarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klager vooraf niet om toestemming voor het verstrekken van informatie over zijn kinderen te vragen. Van onrechtmatige inzage door de jeugdarts in het medisch dossier is geen sprake.Maatregel: waarschuwing.


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

ZWOLLE

Beslissing van 2 okotber 2023 op de klacht van:

A,

wonende in B,

klager,

tegen

C,

arts maatschappij en gezondheid,

destijds werkzaam in D,

verweerster, hierna ook: de arts

gemachtigde: mr. V. van Heugten, werkzaam in Nijmegen,

1. Waar gaat de zaak over?
 

1. De klacht gaat over een jeugdarts (arts maatschappij en gezondheid) werkzaam bij de GGD die telefonisch informatie aan Veilig Thuis heeft gegeven. Veilig Thuis had twee meldingen ontvangen over klager en heeft daarnaar onderzoek ingesteld. In het kader van het onderzoek is de jeugdarts als informant benaderd. De jeugdarts heeft telefonisch medische informatie onder andere over de kinderen van klager verstrekt. Klager verwijt de jeugdarts schending van haar beroepsgeheim door zonder zijn toestemming informatie te delen. Tevens verwijt hij haar onrechtmatig inzage te hebben gehad in het dossier van de kinderen en de informatie daaruit te hebben gedeeld met Veilig Thuis.
 

2. Het college komt tot het oordeel dat de jeugdarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klager vooraf niet om toestemming voor het verstrekken van informatie over zijn kinderen te vragen zodat de klacht op dit punt gegrond is. Van onrechtmatige inzage daarbij door de jeugdarts in het medisch dossier is geen sprake. Hierna licht het college dat toe.
 

2. De procedure
 

2. Het college heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 25 januari 2023;
  • het verweerschrift met de bijlagen.

2. De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college met elkaar in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.
 

3. De zaak is behandeld op de openbare zitting van 5 september 2023. De jeugdarts is verschenen. Zij werd bijgestaan door haar gemachtigde en een collega. Klager was afwezig met bericht van verhindering. De jeugdarts en haar gemachtigde hebben hun standpunten mondeling toegelicht. De gemachtigde heeft een pleitnotitie voorgelezen en aan het college overhandigd.
 

3. Wat is er gebeurd?

3.1       Naar aanleiding van meldingen in april 2022 bij Veilig Thuis heeft een medewerker van Veilig Thuis telefonisch contact met de jeugdarts opgenomen. De arts heeft telefonisch informatie verstrekt en daarna heeft de medewerker de door de jeugdarts verstrekte informatie over de kinderen van klager op schrift gesteld en ter accordering aan de arts toegezonden. Na een aantal kleine aanpassingen heeft de arts op 13 juli 2022 akkoord gegeven op dat verslag.

3.2       Klager kan zich niet vinden in de informatieverstrekking en heeft daarover mondeling en schriftelijk zijn ongenoegen geuit. De jeugdarts heeft klager op 19 december 2022 een brief gestuurd waarin zij de gang van zaken heeft uitgelegd en daarin verslag heeft gedaan van de gedeelde informatie. Zij heeft klager excuus gemaakt.
 

4.    De klacht en de reactie van de arts
 

3. Klager verwijt de jeugdarts dat zij zonder toestemming medische gegevens van zijn kinderen aan Veilig Thuis heeft verstrekt waardoor de arts het beroepsgeheim heeft geschonden. Voorts verwijt klager de jeugdarts onrechtmatig inzage te hebben gehad in het dossier van de kinderen, aangeduid door klager als computervredebreuk.
 

4. De jeugdarts erkent dat zij medische gegevens van de kinderen van klager zonder zijn toestemming aan Veilig Thuis heeft verstrekt en heeft het college verzocht de tweede klacht ongegrond te verklaren.

3. Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5.    De overwegingen van het college

De vraag is of de jeugdarts bij het verstrekken van informatie aan Veilig Thuis heeft gehandeld als een redelijk bekwame en redelijk handelende arts. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt.

Klachtonderdeel a) het zonder toestemming van klager verstrekken van medische gegevens over zijn kinderen aan Veilig Thuis

5.1       Bij de beoordeling van dit klachtonderdeel is het volgende van belang. Een arts heeft een zwijg- of geheimhoudingsplicht, dat wil zeggen dat hij de plicht heeft om te zwijgen over alles wat hij tijdens het werk over een patiënt te weten komt. Dit geldt voor alle informatie over de patiënt. Er is een aantal situaties waarin de jeugdarts het beroepsgeheim mag of moet doorbreken, bijvoorbeeld bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling. Bij informatieverstrekking is een arts gebonden aan de richtlijn “Omgaan met medische gegevens” van de KNMG, goedgekeurd op 15 april 2021, en artikel 5.2.6. van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Als een arts als informant door Veilig Thuis wordt benaderd geldt ook artikel 6 van de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (2018). In dat geval verstrekt de arts alle informatie die hij tot zijn beschikking heeft en die noodzakelijk is om kindermishandeling en/of huiselijk geweld te stoppen of een redelijk vermoeden daarvan te laten onderzoeken. Hij verstrekt deze informatie bij voorkeur schriftelijk en met toestemming of medeweten van de betrokkenen.
 

5.2       In deze zaak is een onderzoek door Veilig Thuis ingesteld, waardoor aangenomen kan worden dat sprake is van een noodzaak om een redelijk vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld te onderzoeken, zodat de jeugdarts niet verweten kan worden dat zij informatie met Veilig Thuis heeft gedeeld. Het streven blijft echter om informatie te verstrekken met toestemming van betrokkenen. De meldcode verlangt dat de arts de betrokkenen zo mogelijk vooraf laat weten welke informatie hij van plan is te verstrekken aan wie en waarom. De jeugdarts heeft erkend dat zij klager voor het delen van informatie niet om toestemming heeft verzocht. Het college is niet gebleken dat vragen om toestemming in dit geval achterwege had kunnen blijven. Naar de jeugdarts ter zitting heeft verklaard kwam het verzoek van Veilig Thuis vlak voor haar vakantie. Zij heeft in de flow van het afhandelen van allerlei zaken en omdat zij geen zorgen had over het gezin van klager met Veilig Thuis gebeld en medische informatie over de kinderen van klager verstrekt. Zij heeft niet aan de medewerker van Veilig Thuis gevraagd of klager op de hoogte was van het informatieverzoek van Veilig Thuis noch of klager toestemming hiervoor had gegeven. Evenmin heeft de jeugdarts voorafgaande aan de informatieverstekking aan Veilig Thuis contact met klager gezocht om zijn toestemming te vragen en hem op de hoogte te brengen van de informatieverstrekking, terwijl dat volgens de meldcode wel het streven is. Het college zal dit klachtonderdeel dan ook gegrond verklaren. 


Klachtonderdeel b) de arts heeft onrechtmatig inzage gehad in het dossier van de kinderen
 

5.3       De arts heeft ter zitting verklaard dat de kinderen van klager ten tijde van het gewraakte handelen onder haar zorg als jeugdarts vielen. Zij had uit dien hoofde en daarmee rechtmatig toegang tot de betreffende dossiers. Het college volgt de jeugdarts daarin, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is.

Slotsom

5.4       Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de klacht wat het eerste onderdeel betreft gegrond is en dat het andere klachtonderdeel ongegrond is.

Maatregel

5.5       Nu de klacht deels gegrond is zal het college de jeugdarts een maatregel opleggen waarbij rekening wordt gehouden met de volgende omstandigheden. De jeugdarts dient zorgvuldigheid te betrachten bij het delen van medische informatie met derden omdat dit de vertrouwensrelatie met de patient kan schaden. De jeugdarts dient zich daarbij rekenschap te geven van de daartoe opgestelde voorschriften. Zij ziet in dat zij daarin is tekortgeschoten en heeft hieruit lering getrokken. Zij heeft klager inmiddels telefonisch en schriftelijk haar excuus aangeboden. In haar organisatie is ook aandacht geweest voor naleving van de voorschriften op dit punt en er is contact gezocht met Veilig Thuis hoe informatie in het vervolg zorgvuldig kan worden uitgewisseld. Het college is daarom van oordeel dat kan worden volstaan met een waarschuwing. 
 

6.    De beslissing

Het college:

  • verklaartklachtonderdeel a gegrond;
  • legt de jeugdarts de maatregel op van waarschuwing;
  • verklaart klachtonderdeel b ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door A.A.A.M. Schreuder, voorzitter, W.R. Kastelein, lid-jurist,
J. Gietema, C.B.M. Dechesne en L.J. Jak, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door P. van der Stroom, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2023.

secretaris                                                                                           voorzitter


 

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

  1. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als
  • het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
  • als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

  1. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.
  1. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.


U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.
 

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.