Zoekresultaten 1241-1260 van de 44767 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:275 Hof van Discipline 's Gravenhage 230392
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 15-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:275
Samenvatting Klacht over eigen advocaat. Hangende de hoger beroepsprocedure in de strafzaak van klager heeft verweerder de zaak overgenomen van de vorige raadsman. Klager verwijt verweerder dat hij bij gelegenheid van het overnemen van de zaak of daarna, bij het beëindigen van zijn rechtsbijstand, het strafdossier niet aan klager heeft verstrekt. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:243 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7081
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 19-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:243
Gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater is een intensieve vriendschapsrelatie aangegaan met een cliënte die bij hem onder behandeling was. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verwijt de psychiater grensoverschrijdend gedrag. Een vriendschappelijke relatie met een cliënt van deze aard is in strijd met de geldende beroepsnormen. De psychiater erkent de intensieve vriendschapsrelatie en het grensoverschrijdende karakter ervan. De klacht wordt gegrond verklaard.De psychiater heeft zich inmiddels uitgeschreven bij het BIG-register. Alles overwegende acht het college het op zijn plaats om de psychiater een voorwaardelijke schorsing voor de duur van één jaar op te leggen met een proeftijd van twee jaar, waarbij de voorwaardelijke schorsing ingaat op het moment dat de psychiater zich weer laat inschrijven in het BIG-register. Het college acht het aangewezen dat de psychiater zich bij een eventuele hervatting van werkzaamheden in de individuele gezondheidszorg laat begeleiden door een supervisor, dit om met name omstandigheden te (leren) herkennen die voldoende afstand tot een cliënt kunnen belemmeren. Gedurende de proeftijd kan deze supervisie door middel van een bijzondere voorwaarde worden zeker gesteld. Publicatie.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:188 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-317/DH/DH
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:188
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat. Van concrete inhoudelijke werkzaamheden is niet gebleken. Verweerder heeft het bovendien doen voorkomen alsof er een zitting geagendeerd was, die uiteindelijk zou zijn uitgesteld, maar van enige proceshandeling of contact met de (griffie van de) faillissementskamer van de rechtbank is geen sprake geweest. Klager heeft herhaaldelijk moeten vragen naar de stand van zaken, maar ook dit heeft er niet toe geleid dat verweerder actie is gaan ondernemen. Het gevolg daarvan is geweest dat klager werd geconfronteerd met het faillissement van zijn wederpartij nog vóórdat hij de kans had gekregen om tot (gedeeltelijke) incasso van zijn vorderingen te komen. Mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden, legt de raad de maatregel van schrapping op.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:250 Hof van Discipline 's Gravenhage 240012
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:250
Klacht tegen eigen advocaat. Beroep ingesteld door verweerder. Klacht over de gang van zaken rondom het instellen van hoger beroep in een strafzaak. Verweerder heeft buiten de appeltermijn hoger beroep voor klager ingesteld. In de klacht ligt naar het oordeel van zowel de raad als het hof ook een verwijt over gebrekkige schriftelijke vastlegging besloten. Het hof komt tot de slotsom dat verweerder in de appeltermijn te passief en daarmee onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende waarschuwing), proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:276 Hof van Discipline 's Gravenhage 240032
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:276
Aan deze klacht gaat een hoog oplopende burenruzie vooraf, tussen twee broers, enerzijds en hun buren anderzijds. Tussen deze partijen zijn diverse procedures gevoerd. In een van de procedures hebben partijen op enig moment mediation geprobeerd. Tussen de broers en de buren is voor de mediation geheimhouding overeengekomen. De broers verwijten verweerder, advocaat van hun buren, dat hij de geheimhouding heeft geschonden door informatie uit de mediation te openbaren in een rechterlijke procedure. Het hof is met de raad van oordeel dat de prijsgegeven informatie ging over een door een van de broers jegens zijn buren geuite dreiging met een strafbaar feit en dat deze informatie daarom een uitzondering betrof op de overeengekomen geheimhouding. Het gebruik van de informatie diende bovendien een redelijk doel. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat de klacht ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:189 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-585/DH/DH/D
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:189
Raadsbeslissing. Dekenbezwaar tegen een Spaanse advocaat die is ingeschreven op het Nederlandse tableau op grond van artikel 16h Advocatenwet. Uitleg van Unierechtelijke (samenwerkings)verplichtingen voor buitenlandse advocaten op grond van Richtlijn 77/249/EEG en Richtlijn 98/5/EG.Verweerder heeft in strijd met artikel 16i Advocatenwet gehandeld door niet zijn oorspronkelijke beroepstitel van ‘abogado’ te voeren, maar die van ‘advocaat’. Verweerder heeft in strijd met artikel 16j Advocatenwet gehandeld door geen samenwerking te zoeken met een nationale advocaat. Tot slot heeft verweerder in strijd gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. De kwaliteit van verweerders dienstverlening is op het gebied van procesvoering (ver) onder de maat en zijn processtukken zijn voor rechtscolleges onbegrijpelijk. Dekenbezwaar gegrond. Twaalf weken schorsing, waarvan zes weken voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:277 Hof van Discipline 's Gravenhage 240042
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 15-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:277
Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Klaagster is met de dochters van haar overleden man verwikkeld in een geschil over de erfenis. Verweerder is de advocaat van de dochters. Klaagster is van mening dat verweerder in zijn bijstand aan de dochters onnodig conservatoir beslag heeft gelegd en een procedure is gestart zonder het Centraal Testamentenregister te raadplegen. De raad was het daarmee niet eens. Deze onderdelen van de klacht zijn in beroep opnieuw aan de orde. Het hof verklaart het klachtonderdeel dat betrekking heeft op het niet raadplegen van het Centraal Testamentenregister alsnog gegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:272 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-657/AL/GLD
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:272
Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Verweerster heeft de zaak van klager zorgvuldig aangepakt. Verweerder heeft klager een realistische inschatting kunnen geven van de kans op een succesvolle zaak tegen de verkopers door de inschakeling van het deskundigenbureau en haar analyse van de zaak op grond van het rapport van de deskundige. Het feit dat klager niet tevreden is met het rapport van het deskundigenbureau en dat de conclusie van verweerster teleurstellend voor klager is, kan verweerster tuchtrechtelijk niet worden verweten. Klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:179 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2403
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:179
Klacht tegen een huisarts. Klaagster kwam bij de huisarts voor een ingegroeide teennagel. De huisarts voerde een behandeling uit waarbij een verdoving is gezet, een reep teennagel is verwijderd en de nagelriem is verkleind. Klaagster hield pijnklachten, kreeg een blaar en uiteindelijk is lokale necrose ontstaan. Klaagster verwijt de huisarts met name dat hij te laat heeft doorverwezen naar een plastisch chirurg. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel en verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:278 Hof van Discipline 's Gravenhage 240046
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 15-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:278
Verweerster is een voormalig deken. In haar hoedanigheid van deken is zij opgetreden tegen klaagster. Klaagster heeft vervolgens verschillende klachten ingediend tegen verweerster, die telkens verband houden met het handelen van verweersters als deken tegen haar. Het hof is met de raad van oordeel dat klaagster in deze zaak opnieuw klaagt over zaken waarover ze eerder ook al heeft geklaagd. Ne bis in idem, klaagster is in haar klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:273 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-202/AL/OV
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:273
Raadbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. De raad is op basis van het verweer, de overgelegde stukken en de toelichtingen daarop niet gebleken dat verweerder onvoldoende deskundig en bekwaam rechtsbijstand aan klager heeft verleend. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:279 Hof van Discipline 's Gravenhage 240199
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:279
Beklag op grond van artikel 13 Advocatenwet ongegrond. De bijstand die klaagster wenst hoeft niet te worden verleend door een advocaat.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:180 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2362
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:180
Klacht tegen arts maatschappij en gezondheid. Klager verwijt de arts maatschappij en gezondheid dat zij, met het ondertekenen van de uitnodigingsbrief om een coronavaccinatie te halen, klager heeft geadviseerd zich te vaccineren met een coronaprik. Klager onderbouwt zijn klacht met bijlagen waaruit kan worden afgeleid dat hij kritiek heeft op het aangeboden vaccin. De arts maatschappij en gezondheid heeft, vanuit haar hoedanigheid van medisch programmamanager van het RIVM, de uitnodigingsbrief ondertekend waarin klager een coronaprik wordt aangeboden. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat het handelen waarover wordt geklaagd niet valt onder de eerste tuchtnorm en dat de arts ook niet in strijd met de tweede tuchtnorm. Klager is van die beslissing in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het handelen van de arts niet valt onder de eerste tuchtnorm en ook niet onder de tweede tuchtnorm. Het beklaagde handelen valt daarmee niet onder de reikwijdte van het tuchtrecht. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn klacht.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:274 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-213/AL/MN
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:274
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft zich in een familierechtelijk geschil niet professioneel en met onvoldoende distantie tot haar cliënte en het geschil opgesteld. Verweerster heeft zich niet de-escalerend opgesteld, wat in dit soort zaken wel van een advocaat wordt verwacht. Verweerster heeft hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Mede gelet op de omstandigheid dat verweerster niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, wordt verweerster een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:241 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6879
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 19-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:241
Deels gegronde klacht tegen een psychiater. De echtgenoot van klaagster (hierna: de patiënt) leed aan ernstige psychische klachten. Hij was vanaf juli 2023 onder behandeling bij de psychiater. In oktober 2023 pleegde hij suïcide, tijdens een verblijf bij een instelling in het buitenland. Klaagster verwijt de psychiater nalatig en onprofessioneel handelen omdat zij afspraken niet is nagekomen, de behandeling bij een gespecialiseerde instelling niet goed heeft geregeld, en (in het algemeen en meest belangrijk) onvoldoende regie heeft gevoerd over de behandeling van de patiënt.Het college overweegt als volgt. Het verwijt van klaagster van het niet nakomen van specifieke afspraken vindt – tegenover de betwisting door de psychiater - onvoldoende steun in het dossier. Het college komt tot het oordeel dat het niet altijd (direct) reageren op e-mails van klaagster, en het pas enige dagen na haar vakantie (en daarmee later dan afgesproken) contact opnemen, een niet zodanige tekortkoming is dat de psychiater daarover een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Wel is het verwijtbaar dat de psychiater na het overlijden van de patiënt niet aan klaagster heeft laten weten dat zij op korte termijn niet meer voor de zorginstelling werkzaam zou zijn, en daarmee niet meer beschikbaar zou zijn voor een nabespreking.Ook is het college van oordeel dat de psychiater te weinig de regie naar zich toetrok, dan wel waarmaakte, toen de patiënt liet weten naar het buitenland te vertrekken. De psychiater stond voor een zeer moeilijk afweging en keuze, bij het voorgenomen vertrek van de patiënt naar het buitenland. Zij had ernstige bedenkingen tegen zijn plan en voorzag verder dat zij geen zicht zou hebben op zijn behandeling aldaar. In die situatie had de psychiater dan ook duidelijk kenbaar moeten maken de behandelrelatie te zullen stoppen waardoor het voor patiënt en klaagster duidelijk zou zijn dat de psychiater geen behandelverantwoordelijkheid wenste te nemen voor dit verblijf in het buitenland en wat daar zou gebeuren. De psychiater heeft dit evenwel niet gedaan en bleef daarmee verantwoordelijk voor de behandeling van deze patiënt, een verantwoordelijkheid die ze niet kon waarmaken en waarbij zij geen of althans onvoldoende regie voerde bij de behandeling van deze kwetsbare patiënt. Dit valt haar tuchtrechtelijk te verwijten.Hoewel het verwijt zodanig is dat in beginsel moet worden gekomen tot een berisping, ziet het college in de specifieke omstandigheden van het geval aanleiding om te volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:181 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2478
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:181
Herzieningsverzoek. Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft een klacht tegen de verpleegkundige gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond verklaard en daarbij aan de verpleegkundige de maatregel van berisping opgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft besloten tot openbaarmaking van deze berisping en de gronden waarop zij berust zoals bedoeld in artikel 9 en 11 Wet BIG. Dit betekent dat de berisping vanaf de datum dat de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege onherroepelijk is geworden vijf jaar lang zichtbaar is in het BIG-register. De verpleegkundige heeft bij het Centraal Tuchtcollege op de voet van artikel 52 Wet BIG een verzoek ingediend tot herziening van die beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het herzieningsverzoek te laat is ingediend en geen naderhand gebleken omstandigheden bevat die naar ernstig vermoeden bij eerdere bekendheid tot een andere beslissing zouden hebben geleid. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de verpleegkundige niet ontvankelijk in haar verzoek.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:280 Hof van Discipline 's Gravenhage 240295
- Datum publicatie: 19-11-2024
- Datum uitspraak: 07-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:280
De klacht tegen de deken wordt niet verwezen. Enerzijds is de klacht prematuur, anderzijds kan klager zijn bezwaren tegen de klachtbehandeling door de deken uiten in de tuchprocedure bij de raad van discipline.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:164 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-692/DB/ZWB
- Datum publicatie: 18-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:164
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk voor zover klager daar reeds eerder over heeft geklaagd. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerder treedt niet op als klagers advocaat in diens aansprakelijkstelling tegen verweerder. Misbruik van recht-bepaling.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:165 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-691/DB/OB
- Datum publicatie: 18-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:165
Voorzittersbeslissing. Het zoeken naar een minnelijke oplossing valt onder de vrijheid die een advocaat toekomt. Die oplossing komt bovendien tegemoet aan klagers wensen. Niet gebleken dat verweerder klager (onnodig) onder druk heeft gezet. Verweerder was niet gehouden de zaak voor de rechter te brengen en mocht zich aan de zaag onttrekken. Niet gebleken dat verweerder is omgekocht door de wederpartij. Verweerder mocht met zijn werkzaamheden wachten tot de eigen bijdrage was betaald. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:160 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-415/DB/ZWB
- Datum publicatie: 18-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:160
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Niet gebleken dat verweerder klagers zaak niet voortvarend heeft behandeld, dat verweerder de afspraken niet is nagekomen en dat hij slecht bereikbaar was. Ongegrond.