Zoekresultaten 121-140 van de 1481 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:53 Accountantskamer Zwolle 22/1303 Wtra AK

    Klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond. Betrokkene is mede-bestuurder (geweest) van een holding en de stichting administratiekantoor die de aandelen in deze holding houdt. De moeder van klaagster heeft alle certificaten in de holding. Klaagster verwijt betrokkene dat zij als toekomstig houdster van een deel van de certificaten wordt benadeeld, doordat er onjuiste convenanten zijn gesloten en er verkeerde afspraken met de Belastingdienst zijn gemaakt. Betrokkene heeft volgens klaagster geweigerd zijn fouten te corrigeren. Ook verwijt klaagster betrokkene dat zij aan de schandpaal is genageld, dat hij heeft gedreigd met een tuchtklacht en dat zijn declaraties niet juist zijn.De Accountantskamer heeft overwogen dat de moeder van klaagster eerder een klacht tegen betrokkene heeft ingediend, waarbij zij onder meer heeft geklaagd over de declaraties van betrokkene. Voor zover de klacht ziet op dezelfde declaraties is de klacht niet-ontvankelijk, omdat niet voor de tweede maal over dezelfde gedraging van betrokkene mag worden geklaagd. De klacht is voor het overige ongegrond, omdat klaagster de door haar gemaakte verwijten niet aannemelijk heeft gemaakt.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:54 Accountantskamer Zwolle 23/12 Wtra AK

    Ongegronde klacht over een samenstelopdracht. Klagers hebben naar het oordeel van de Accountantskamer niet aannemelijk gemaakt dat betrokkene de opdracht had de jaarrekeningen van de vennootschappen samen te stellen voorafgaand aan boekjaar 2017. Een collega van betrokkene (fiscalist) heeft aangiften Vennootschapsbelasting over de voorgaande boekjaren verzorgd, waarmee klagers voorzien waren van ‘jaarcijfers’. Zijn werkzaamheden vallen niet onder de verantwoordelijkheid van betrokkene. De gestelde fouten in de jaarrekeningen 2017 zijn door klagers onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:52 Accountantskamer Zwolle 23/935 Wtra AK

    Klacht gedeeltelijk gegrond, berisping. Tussen klager en zijn ex-echtgenote bestaat al lange tijd een geschil over de afwikkeling van hun huwelijkse voorwaarden. De rechtbank heeft in verband daarmee een deskundige benoemd om een bindend advies te geven over de verdeling van de boedel. Betrokkene heeft van de ex-echtgenote de opdracht gekregen om haar in verband met dit geschil bijstand te verlenen en de ondernemingen van klager (een holding met dochtermaatschappijen) te waarderen. In het kader van deze opdracht heeft betrokkene een brief naar de ex-echtgenote gestuurd. Klager verwijt betrokkene onder andere dat hij in zijn brief onjuiste informatie heeft verstrekt en fouten heeft gemaakt bij de waardering van de onderneming van klager. Ook heeft betrokkene volgens klager ten onrechte zijn fouten niet gecorrigeerd.De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene de objectieve waarheidsvinding heeft belemmerd, omdat hij in zijn brief onjuiste informatie heeft verstrekt. Ook heeft betrokkene onvoldoende voorkomen dat zijn opdrachtgever (de ex-echtgenote) op basis van zijn brief verkeerde conclusies zou trekken. Dit is in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Betrokkene heeft daarnaast gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit, omdat hij geen toereikende maatregel heeft genomen om de onjuiste en misleidende informatie weg te nemen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:51 Accountantskamer Zwolle 23/516 Wtra AK

    Na een overname heeft de overnemende rechtspersoon in korte tijd € 500.000 aan liquide middelen onttrokken. Volgens klager had betrokkene meer toezicht moeten houden op deze rechtspersoon. Na een melding over ongebruikelijke transacties van klager had betrokkene bovendien moeten ingrijpen en een FIU melding moeten doen. De Accountantskamer heeft de klachten ongegrond verklaard. In de wet- en regelgeving is niet geregeld dat de accountant preventief toezicht uitoefent op een onderneming. Die toezichthoudende taak vloeit ook niet voort uit de opdracht die betrokkene had. Betrokkene heeft wel geacteerd naar aanleiding van klagers melding. Daarvoor verwijst betrokkene naar zijn NOCLAR-overwegingen, die hij heeft gedeeld met de Accountantskamer. De Accountantskamer kan niet vaststellen dat betrokkenes overwegingen feitelijk onjuist zijn. De verplichting ongebruikelijke transacties te melden bij de FIU rust in dit geval bij de financiële onderneming, niet bij de individuele beroepsuitoefenaar.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:50 Accountantskamer Zwolle 22/2138 Wtra AK

    Klacht tegen overheidsaccountant: gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.De Auditdienst Rijk (ADR) heeft de opdracht gekregen om 25 dossierreviews uit te voeren op de kwaliteit van door accountants uitgevoerde werkzaamheden bij NOW-aanvragen in de eerste en tweede aanvraagperiode. De ADR heeft een rapport van feitelijke bevindingen uitgebracht. Klager vindt dat het rapport niet voldoet aan Standaard 4400N en verwijt de accountant die directeur van de ADR is dat hij bewust het rapport niet heeft ingetrokken. Daarnaast roept het rapport volgens klager wat betreft de onderbouwing van minimaal één ontoereikend oordeel over een getoetst dossier twijfels op. Ook zou de accountant de toegang tot het tuchtrecht hebben belemmerd, doordat hij de naam van de accountant die het rapport heeft ondertekend niet heeft willen noemen. De Accountantskamer is van oordeel dat het rapport niet voldoet aan Standaard 4400N. De accountant is bij dat rapport alleen op afstand betrokken geweest zodat hij daarvoor niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk is. Hem kan niet worden verweten dat hij het rapport niet heeft ingetrokken, omdat hij zich in redelijkheid heeft kunnen baseren op gegeven interne adviezen daarover. De accountant is niet de opsteller van het rapport en ook niet betrokken bij de review van het desbetreffende dossier. Klager heeft erkend dat uit het NOW-dossier niet blijkt dat aan de gestelde vereisten die bij de review zijn getoetst is voldaan. De klacht is wel gegrond omdat de accountant heeft geweigerd de naam te geven van de accountant die het rapport heeft opgesteld zodat hij de toegang tot het tuchtrecht heeft belemmerd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:49 Accountantskamer Zwolle 23/16 Wtra AK

    Klacht tegen een voormalig bestuurder van een accountantskantoor. Betrokkene heeft aan de financierende bank en aan de Raad van Commissarissen halfjaarcijfers 2019 en 2020 verschaft, welke cijfers op onderdelen onderling afwijken en afwijken van de cijfers in de interne administratie. De post belastingen in de halfjaarcijfers 2020 ontbeert een deugdelijke grondslag wat noodzakelijkerwijs betekent dat ook een of meer andere posten in die cijfers geen deugdelijke grondslag hebben. Betrokkene is zonder toestemming van de Raad van Commissarissen twee nieuwe financieringsarrangementen aangegaan. De maatregel van berisping wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:48 Accountantskamer Zwolle 23/501 Wtra AK 23/502 Wtra AK

    Accountant 1 is de leidinggevende van accountant 2 binnen een accountantskantoor. Accountant 1 heeft accountant 2 gevraagd om aangifte omzetbelasting te doen voor een cliënt, met de bedoeling om in het kader van de afschaffing van de landbouwregeling omzetbelasting terug te vragen over een gekochte melkveehouderij. Accountant 2 heeft accountant 1 verteld dat dit niet mogelijk was omdat bij de aankoop van de melkveehouderij (waarvoor nu alsnog omzetbelasting teruggevraagd zou worden) geen omzetbelasting verschuldigd was en dus ook niet in rekening is gebracht. Accountant 1 heeft er bij accountant 2 op aangedrongen om de aangifte alsnog in te dienen, wat zij vervolgens heeft gedaan. De klacht tegen beide accountants is gegrond. Accountant 2 heeft, ondanks een door haar onderkende bedreiging voor de naleving van het fundamentele beginsel van integriteit, haar rug niet rechtgehouden, maar heeft zich laten overhalen om een aangifte omzetbelasting in te dienen waarvan zij meende dat deze niet juist was. Accountant 1 heeft accountant 2 er in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit niet van weerhouden om deze aangifte omzetbelasting in te dienen, maar heeft er juist bij haar op aangedrongen om deze aangifte wel in te dienen. Aan beide accountants wordt de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers opgelegd, aan accountant 2 voor de duur van één maand en aan accountant 1 voor de duur van twee maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:46 Accountantskamer Zwolle 22/2209 Wtra AK

    Ongegronde klacht. Betrokkene is als gemachtigde van een onderneming in 2017 betrokken geweest bij de ontslagprocedure van een werkneemster van deze onderneming. Volgens klager heeft betrokkene bij de aanvraag om de ontslagvergunning bij het UWV en de daaropvolgende procedures bij de kantonrechter en het gerechtshof valsheid in geschrifte gepleegd en heeft hij daarbij samengespannen met anderen. Ook verwijt klager betrokkene dat hij zijn klachten niet in behandeling heeft willen nemen en dat hij heeft geweigerd om met klager over zijn klachten te overleggen. Naar het oordeel van de Accountantskamer heeft betrokkene tijdens de ontslagprocedure een verdedigbaar civielrechtelijk standpunt ingenomen. Ook kan betrokkene niet worden verweten dat hij de klachten van klager niet in behandeling heeft genomen of dat hij niet met klager heeft willen overleggen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:47 Accountantskamer Zwolle 22/1961 Wtra AK

    Betrokkene heeft in verband met een gerechtelijke procedure in opdracht van een van de partijen in die procedure een rapport opgesteld. Betrokkene heeft in zijn rapport geschreven dat hij Standaard 4400N heeft toegepast. Hoewel volgens betrokkene alle personen in de procedure de beoogde gebruikers van zijn rapport zijn, heeft hij niet met al deze personen over de opdracht en de uit te voeren werkzaamheden overleg gevoerd. Feitelijk heeft betrokkene een rapport uitgebracht ter ondersteuning van een partij in een geschil (Handreiking 1127). Omdat betrokkene Standaard 4400N op zijn opdracht van toepassing acht, heeft de Accountantskamer het rapport aan deze Standaard getoetst. Het rapport doorstaat die toetsing niet en heeft op belangrijke onderdelen ook geen deugdelijke grondslag. Daarom legt de Accountantskamer de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:45 Accountantskamer Zwolle 22/2164 Wtra AK 22/2165 Wtra AK

    Klacht over controle van de jaarrekening van een woningcorporatie is ongegrond. Het is voorstelbaar dat bij een huurder de veronderstelling leeft dat de accountant in het kader van jaarrekeningcontrole ook controleert of de afrekening van de servicekosten van de verhuurder correct is, maar zover gaat de verantwoordelijkheid van de accountant niet. Specifieke posten in de jaarrekening kunnen afwijkingen bevatten, maar als die afwijkingen niet materieel zijn, zijn ze voor de jaarrekeningcontrole niet van belang.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:42 Accountantskamer Zwolle 23/979 Wtra AK

    Ambtshalve beslissing ex artikel 5 lid 4 Wtra, n.a.v. niet betalen opgelegde boete. Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van zes maanden. De Accountantskamer rekent het betrokkene zwaar aan dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd. Voor het goed functioneren van het accountantsberoep en de in verband daarmee op basis van wetgeving bestaande tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants is het immers van groot belang dat tuchtrechtelijke uitspraken geheel worden nagekomen. Door het negeren van een tuchtrechtelijke uitspraak heeft betrokkene bovendien het accountantsberoep in diskrediet gebracht, waardoor ook sprake is van schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:43 Accountantskamer Zwolle 23/980 Wtra AK

    Ambtshalve beslissing ex artikel 5 lid 4 Wtra, n.a.v. niet betalen opgelegde boete. Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van zes maanden. De Accountantskamer rekent het betrokkene zwaar aan dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd. Voor het goed functioneren van het accountantsberoep en de in verband daarmee op basis van wetgeving bestaande tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants is het immers van groot belang dat tuchtrechtelijke uitspraken geheel worden nagekomen. Door het negeren van een tuchtrechtelijke uitspraak heeft betrokkene bovendien het accountantsberoep in diskrediet gebracht, waardoor ook sprake is van schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:44 Accountantskamer Zwolle 23/977 Wtra AK

    Ambtshalve beslissing ex artikel 5 lid 4 Wtra, n.a.v. niet betalen opgelegde boete. Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van zes maanden. De Accountantskamer rekent het betrokkene zwaar aan dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd. Voor het goed functioneren van het accountantsberoep en de in verband daarmee op basis van wetgeving bestaande tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants is het immers van groot belang dat tuchtrechtelijke uitspraken geheel worden nagekomen. Door het negeren van een tuchtrechtelijke uitspraak heeft betrokkene bovendien het accountantsberoep in diskrediet gebracht, waardoor ook sprake is van schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:41 Accountantskamer Zwolle 23/191 Wtra AK

    Gegronde klacht, de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden is opgelegd. Betrokkene heeft onderzoek gedaan naar en een “Report of factual finding” uitgebracht over financiële transacties van klagers gedurende de periode van februari 2018 tot mei 2022. In het rapport wordt geconcludeerd dat sprake is van onrechtmatige transacties. Volgens klagers is dit rapport niet juist tot stand gekomen. Naar het oordeel van de Accountantskamer is het rapport geen rapport van feitelijke bevindingen, maar een persoonsgericht onderzoek. Betrokkene heeft daarbij ten onrechte geen toepassing gegeven aan het beginsel van hoor en wederhoor, waardoor het rapport geen deugdelijke grondslag heeft. Ook heeft betrokkene met zijn rapport de objectieve waarheidsvinding belemmerd en heeft hij ten onrechte geen oog gehad voor de bedreiging van zijn objectiviteit.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:39 Accountantskamer Zwolle 22/1892 Wtra AK

    Klaagster en betrokkene hebben samengewerkt aan het opzetten van een onderneming. Die samenwerking is ten einde gekomen. Daarna is een civielrechtelijk geschil ontstaan over de terugbetaling van een geldlening en van diverse kosten die betrokkene stelt te hebben gemaakt. In deze zaak klaagt klaagster over misleiding door betrokkene bij het aangaan van de samenwerking. Ook zou betrokkene klaagster onder druk hebben gezet om een meerderheidsbelang in het bedrijf van klaagster aan betrokkene over te dragen. Tot slot vindt klaagster dat betrokkene in het incassotraject verwijtbaar handelt. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond, omdat klaagster er niet in is geslaagd haar verwijten aan betrokkene voldoende te onderbouwen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:40 Accountantskamer Zwolle 22/1951 Wtra AK

    Verwijt dat betrokkene klager onjuist heeft geïnformeerd over de hoogte van zijn recht op middelingsteruggaaf. Volgens klager heeft betrokkene hem voorgehouden dat het middelingsverzoek een belastingvoordeel zou opleveren van € 2.247. De Belastingdienst heeft het verzoek echter afgewezen. De klacht is naar het oordeel van de Accountantskamer ongegrond, omdat betrokkene zich niet expliciet heeft uitgelaten over een recht op middelingsteruggaaf.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:36 Accountantskamer Zwolle 22/1752 Wtra AK

    Klager verwijt betrokkene dat zij zich als bestuurslid van de NBA vanaf 2019 schuldig heeft gemaakt aan wanbestuur. Zo heeft betrokkene meegewerkt aan de totstandkoming van meerdere bestuursbesluiten die in strijd met de wet en het recht zijn en er niet voor gezorgd dat regelgeving is nageleefd. Klager is ontvankelijk in zijn klacht, maar de klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:37 Accountantskamer Zwolle 22/1901 Wtra AK

    Betrokkene heeft de aan hem verleende samenstellingsopdrachten 2019/2020 nog altijd niet voltooid. Betrokkene heeft vaak langdurig niet gereageerd op vragen die hem gesteld zijn in verband met de door hem te verrichten werkzaamheden en heeft toezeggingen gedaan die hij niet is nagekomen. Betrokkene is niet voldoende voortvarend te werk gegaan bij het samenstellen van de jaarrekeningen over het verlengde boekjaar 2019/2020 van klaagsters. Ook was sprake van een patroon van niet tijdig en inhoudelijk reageren op vragen die hem over zijn werkzaamheden gesteld zijn. De klacht is gegrond. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en van professionaliteit. Aan betrokkene wordt de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers voor de duur van één maand opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:38 Accountantskamer Zwolle 22/1906 Wtra AK

    Aan klager is een aandeel in een vennootschap met een statutaire blokkeringsregeling gelegateerd. Hij heeft de vennootschap medegedeeld dat hij dit aandeel wil aanbieden. Hij meent dat betrokkene de waarde van de aandelen op basis van onjuiste grondslagen heeft bepaald en dat hij deze waarde bovendien te laag heeft bepaald. De klacht is ongegrond. Anders dan klager meent, was de procedure voor de bepaling van de waarde van een aandeel bij aanbieding niet aan de orde en betrokkene heeft in het kader daarvan dus ook niet de waarde van het aandeel bepaald. De in de jaarrekening vermelde en aan klager medegedeelde waarde is door het bestuur bepaald. Betrokkene heeft alleen een berekening aangeleverd. Niet aannemelijk is gemaakt dat de door betrokkene uitgevoerde berekening materieel onjuist of anderszins onvolledig is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:35 Accountantskamer Zwolle 22/1789 Wtra AK

    Klacht over niet integer handelen is ongegrond. Betrokkene heeft bemiddeld in een arbeidsgeschil tussen de universiteit en klager. Hij heeft daarin een civielrechtelijk standpunt ingenomen, waarvan hem geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.