Zoekresultaten 2681-2700 van de 2808 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5680

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerder is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerder in de kern dat hij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college overweegt als volgt. Het college stelt vast dat verweerder op 10 januari 2022 een passende behandeling heeft ingezet voor de dysfunctionele tuba klachten. Ook op 25 april 2022 is zijn behandelbeslissing passend geweest: uit de kweek kwam een bacterie naar voren die verweerder heeft behandeld met sofradexdruppels. Dit is een passend middel bij een oorontsteking. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerder geen verwijt worden gemaakt. Zijn behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere huisartsen is hij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/44

    Klacht tegen notaris. De notaris heeft de door haar aanvaarde opdracht niet voortvarend uitgevoerd en zij heeft nagelaten daarover te communiceren met klager. Schending zorgplicht. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6173

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen een huisarts namens haar overleden moeder. Zij verwijt de huisarts geen goede zorg te hebben gegeven aan haar 93-jarige verwarde, onrustige moeder nadat zij was gevallen. De huisarts besluit patiënte in te sturen naar het ziekenhuis voor een beoordeling door de geriater. De huisarts gaat terug naar de praktijk als zij de geriater niet direct telefonisch kan bereiken. Ondertussen ligt patiënte in het bijzijn van klaagster, zonder verdere professionele hulp, thuis op de grond. Tijdens het wachten op het telefoongesprek met de geriater verslechtert de situatie van patiënte. Klaagster belt 112. Die dag overlijdt patiënte in het ziekenhuis. Klaagster vindt dat haar moeder door de huisarts aan haar lot is overgelaten. Het college oordeelt als volgt. Nu de huisarts had besloten om patiënte in te sturen naar het ziekenhuis had het volgens het college op de weg van de huisarts gelegen om dit met (meer) spoed te doen gezien het klinische beeld, het huisartsenjournaal, de afwijkende controles en het niet kunnen meten van de vitale functies op dat moment. Naar het oordeel van het college had de huisarts patiënte en klaagster ook niet alleen mogen laten tijdens het wachten op de ambulance. In ieder geval niet zonder te verifiëren of de thuiszorg bij patiënte en klaagster zou blijven. De huisarts had ook duidelijke(re) instructies aan klaagster moeten geven over wat te doen als de situatie van patiënte zou verslechteren en concrete afspraken met klaagster moeten maken over wat de vervolgstappen waren die de huisarts voornemens was te gaan nemen en met welke urgentie. Nu dit niet is gebeurd verkeerden patiënte en klaagster onnodig lang in onzekerheid over wat er precies ging gebeuren en op welk moment. Ook had de huisarts voor een goede overdracht moeten zorgen naar het ambulancepersoneel. De klacht is deels gegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:66 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-216/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/41

    Klacht tegen een notaris over de afwikkeling van een nalatenschap. Voor zover de notaris als boedelnotaris zou moeten worden aangemerkt, zou het een omissie zijn dat zij zich niet als zodanig heeft ingeschreven in het boedelregister. Gelet op de betrekkelijk geringe ernst hiervan, ziet de kamer in dat geval echter geen aanleiding voor een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Dit geldt temeer nu het voor klaagster altijd duidelijk is geweest dat de notaris betrokken was bij de afwikkeling van moeders nalatenschap en zij ook op de hoogte was van de door de notaris verrichte werkzaamheden.Klacht is voor een deel niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de klachttermijn (artikel 99 lid 21 Wna). Voor het overige is de klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742717 / DW RK 23/424 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager heeft eerder een klacht over hetzelfde feitencomplex ingediend. Vordering is niet verjaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5793

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager had last van een scheefstand van zijn middenvoetsbeentje en de grote teen van zijn rechtervoet (hallux valgus). Verweerder werkt als orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft klager aan de hallux valgus van zijn rechtervoet geopereerd. Klager verwijt hem dat de operatie is mislukt en dat hij daardoor nog klachten heeft. De teen is ongeveer twaalf weken na de operatie weer in de oorspronkelijke scheefstand gaan staan en er is net als voor de operatie weer dagelijkse verzorging nodig. Er is sprake van open wondjes en klager kan niet meer zonder pijn lopen. Het college acht het niet aannemelijk, mede gezien het tijdsverloop, dat de wondproblemen in direct verband stonden met de operatie een half jaar ervoor. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6032

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klagers zijn de ouders van een dochtertje dat op een leeftijd van 23 maanden is overleden. Verweerder had dienst op de huisartsenpost en heeft het dochtertje op afstand beoordeeld middels videobellen. Enkele dagen daarna is zij overleden. Klagers verwijten verweerder dat hij het dochtertje niet adequaat heeft beoordeeld en behandeld. Het college oordeelt als volgt. Het gaat in deze zaak om het contact dat verweerder als regiearts op de huisartsenpost met klaagster en het dochtertje heeft gehad. De telefonische beoordeling heeft in eerste instantie plaatsgevonden door de triagiste. Deze beoordeling heeft plaatsgevonden overeenkomstig de Nederlandse triage standaard, waarbij door de triagiste de juiste vragen aan klaagster zijn gesteld in geval van een kindje met koorts. De triagiste heeft vervolgens aan verweerder een beoordeling gevraagd of er sprake was van sufheid. Hierbij is gebruik gemaakt van videobellen. In het medisch dossier is over deze beoordeling door verweerder via videobellen vermeld dat werd waargenomen: een rechtop zittend kindje in kinderstoel, dat helder kijkt, wel wat afwezig is, een flesje aanpakt van moeder en niet heel bleek of grauw is. Dat verweerder bij deze beoordeling niet adequaat of niet volgens gangbare protocollen en richtlijnen heeft gehandeld of niet met een beoordeling via videobellen had kunnen volstaan, heeft het college niet kunnen vaststellen. Verweerder heeft een rechtop zittend kindje gezien dat wel wat afwezig was, maar niet suf. Het kindje pakte het flesje aan van moeder. Daarbij in aanmerking genomen dat het kindje één dag koorts had, dronk en plaste kan niet worden geoordeeld dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door het dochtertje niet fysiek te beoordelen of door te sturen naar de SEH. Aan klaagster is voorts uitgelegd dat zij opnieuw kon bellen bij nieuwe klachten of als het dochtertje niet zou opknappen. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:67 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-217/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van deken. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder zich bij de vervulling van de functie van deken op de punten die in deze tuchtzaak aan de orde zijn zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/29 en 30

    Klachten tegen een notaris en een oud-notaris. De klachten van klaagster gaan in de kern over de (afwikkeling van de) beëindigde samenwerking tussen partijen. De kamer gaat onder andere in op de vraag of de beklaagde (oud-)notarissen tuchtrechtelijk aansprakelijk moeten worden gehouden voor hun handelwijze als (voormalige) bestuurders-aandeelhouders van de BV/samenwerkingspartners van klaagster.De klachten tegen de (oud-)notarissen zijn gedeeltelijk gegrond. Aan de oud-notaris wordt een berisping opgelegd en aan de notaris wordt een berisping en een geldboete van € 1.000,-- opgelegd

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729450 / DW RK 23/42 LvB/WdJ

    Klacht deels gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd een rekeningnummer op het bevel tot betaling te vermelden en heeft eigenhandig (en niet in opdracht van zijn opdrachtgever) een termijn van veertrien dagen in het exploot opgenomen om uitvoering te geven aan de inhoud van het betekende proces-verbaal.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5380

    Neuroloog. Klager maakt verweerder verwijten over de gang van zaken bij het opstellen van rapportage. Het college stelt vast dat verweerder niet beschikte over een eerder rapport en dat dus ook niet (deels) kan hebben overgenomen. Het college acht het maken van een financiële afspraak voor het opstellen van het rapport niet verwijtbaar: het tast de onafhankelijkheid niet aan. Evenmin is verwijtbaar dat de conceptrapportage aan klager is gestuurd en dat diens bemerkingen aan het rapport zijn gehecht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5816

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager heeft tegenover de orthopedisch chirurg zijn vermoedens geuit over mogelijke piriformisklachten. Klager vindt dat de orthopedisch chirurg geen fysiek onderzoek hieromtrent heeft verricht, zich denigrerend heeft uitgelaten over een andere arts en bot en kortaf is geweest en niet goed op de hoogte is van de behandelingen in zijn specialisatiegebied. Feiten omtrent de bejegening kunnen niet worden vastgelegd. Uit de stukken blijkt wel voldoende dat fysiek onderzoek is verricht bij klager. Dat de orthopedisch chirurg de door klager voorgestelde operatie, zoals later verricht door de Belgische arts, niet als primaire behandeloptie heeft overwogen, is dus – gezien het huidige beleid in Nederland – te volgen, te meer nu uit de onderzoeken van de neuroloog, de orthopedisch chirurg en de radioloog niet was gebleken van bijzonderheden aan de piriformis. De orthopedisch chirurg had dus ook geen indicatie om klager te opereren. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5685

    Deels gegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft bij klaagster een operatie uitgevoerd om haar gezicht te vervrouwelijken (facial feminization surgery). Klaagster verwijt de kaakchirurg dat zij haar niet goed heeft geïnformeerd over het risico op een beschadiging van de zenuw. Uit het medisch dossier kan het college niet opmaken wat de kaakchirurg precies met klaagster heeft besproken. De aantekeningen van de kaakchirurg in het dossier zijn hiervoor te summier. In het dossier is wel genoteerd dat is gesproken over complicaties, waarbij nervusletsel als mogelijke complicatie is genoemd, maar het ging bij klaagster over verschillende ingrepen, zoals een voorhoofdcorrectie met wenkbrauwlift en haarlijncorrectie, kincorrectie, kaakhoekreductie en jukbeencorrectie. De informatie over het risico op complicaties lijkt niet toegespitst te zijn op de verschillende onderdelen van de operatie, zoals de kincorrectie. Bij een dergelijke ingrijpende operatie is uitgebreide voorlichting cruciaal. Daarvoor is ook voldoende tijd beschikbaar omdat het om een geplande operatie gaat. Het college kan niet vaststellen dat de kaakchirurg adequate voorlichting heeft gegeven over het hoge risico op blijvende zenuwschade. Dit klachtonderdeel is gegrond. Het gaat hier om een belangrijk patiëntenrecht. Daarom acht het college een waarschuwing passend en geboden. Het overige klachtonderdeel is ongegrond verklaard. Klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-066/AL/NN

    Raadsbeslissing. De klachten tegen de eigen advocaat zijn gegrond. Verweerder heeft niets gedaan met de onmiskenbare duidelijke signalen over het ontbreken van wilsbekwaamheid bij klager in de periode van het verstrekken van de opdracht en de uitvoering daarvan. Hij heeft niet alleen onderzoek naar de wilsbekwaamheid van klager achterwege gelaten, hij heeft onmiddellijk veel tijd gestoken in de zaak zonder met klager van gedachte te wisselen over de financiële consequenties van de opdracht. Onvoorwaardelijke schorsing van vier weken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743439 / DW RK 23/453 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Verzet en klacht gegrond. Maatregelen van berisping en geldboete opgelegd. Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft een exploot met bevel tot betaling aan klager betekend, terwijl de betalingstermijn nog niet was verstreken. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft niet goed met klager gecommuniceerd over het verzoek van klager om uitstel van betaling en beslag op de bankrekening van klager gelegd zonder hem in de gelegenheid te stellen de vordering alsnog te voldoen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6632

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een neurochirurg. De klacht is ingediend door een physician assistant, die tijdens haar opleiding (soms) onder supervisie van de neurochirurg stond. In die periode is tussen klaagster en de neurochirurg appcontact ontstaan waarbij ook foto’s zijn verstuurd. De neurochirurg heeft klaagster toen ook een keer thuis bezocht. Klaagster heeft de neurochirurg te kennen gegeven dat zij met dit contact wilde stoppen. Zij verwijt hem onder andere dat hij die wens niet voldoende heeft gerespecteerd, waardoor zij zich op bepaalde momenten in het ziekenhuis onprettig en onveilig heeft gevoeld. Volgens klaagster heeft de neurochirurg zich op de werkvloer seksueel grensoverschrijdend, bedreigend en intimiderend naar haar gedragen in een ongelijkwaardige relatie, waarbij klaagster zich in een afhankelijke positie bevond, en heeft hij zich als medisch specialist en supervisor niet verantwoordelijk opgesteld. Klaagster heeft een rechtstreeks belang en is ontvankelijk (tweede tuchtnorm). Het is duidelijk dat klaagster en de neurochirurg totaal verschillende perspectieven hebben op de contacten tussen hen en daarbij ook heel verschillende gevoelens hebben. Het college overweegt over de overgelegde appberichten dat daaruit niet kan worden afgeleid dat klaagster het contact van meet af aan onplezierig vond. De neurochirurg heeft wel erkend dat hij met het sturen van de foto’s te ver is gegaan. Ook het huisbezoek was grensoverschrijdend. Volgens de neurochirurg heeft hij bij de contacten met klaagster op het werk nooit de intentie gehad om haar te intimideren en is hij zich er ook niet van bewust geweest dat zijn gedrag dat effect op haar had of zou kunnen hebben. Bij gebreke van objectieve informatie, zoals verklaringen van derden, kan het college niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de neurochirurg niet is gestopt met contact zoeken met klaagster. Het is niet gebleken dat hij klaagster nog een noemenswaardig aantal appjes heeft gestuurd of haar bewust op een andere manier onprettig heeft benaderd. Naar het oordeel van het college zijn de door klaagster genoemde gedragingen, zoals het bekijken van haar LinkedIn-profiel en haar aanstaren, niet ernstig genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt. Deels gegronde klacht, geen maatregel, want de neurochirurg is zich bewust van zijn gedrag, patiëntenzorg is niet in gevaar geweest en het is niet gebleken van een duidelijk grensoverschrijdend gedrag van een zekere ernst.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-224/AL/MN

    Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij van klager in een familiezaak. Dat verweerster de gewraakte onjuiste uitlatingen over klager op de zitting heeft gedaan, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730037 / DW RK 23/58 LvB/WdJ

    Klacht deels gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft niet alle e-mails van klaagster beantwoord.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5678

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerster is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerster in de kern dat zij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college stelt vast dat verweerster op 30 september 2022 een adequaat beleid heeft uitgezet voor de klachten van klaagster. Zij heeft oordruppels voorgeschreven voor de otitis externa en triamcinolon tegen het eczeem. Dit zijn beide passende behandelingen voor deze klachten. Op 10 januari 2023 heeft verweerster ook adequaat gehandeld door klaagster te wijzen op de eerdere verwijzing naar de KNO-arts. Er was geen indicatie om opnieuw een kweek af te nemen alvorens de klachten te laten onderzoeken door de KNO-arts. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerster geen verwijt worden gemaakt. Haar behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere huisartsen is zij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.