Zoekresultaten 3581-3600 van de 3707 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5766
- Datum publicatie: 26-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:21
Deels gegronde klacht tegen een tandarts, oplegging van de maatregel van waarschuwing.Klager verwijt de tandarts dat a) hij bij het trekken van een kies niet heeft gezien dat deze kies door middel van een brug vastzat aan andere tanden en kiezen en dat hij daardoor schade heeft toegebracht aan twee andere kiezen en een voortand. De tandarts heeft volgens klaagster verder b) onvoldoende compensatie aangeboden voor het herstellen van de schade. De tandarts erkent dat hij pas in tweede instantie heeft gezien dat de kies van klager die hij probeerde te trekken vastzat aan de andere tanden en kiezen in de bovenkaak van klager. De tandarts verklaart dat hij er niets aan kon doen dat er een stukje van de voortand is afgebroken. De tandarts is niet bereid de herstelwerkzaamheden aan de kiezen kosteloos uit te voeren.Het college is van oordeel dat de tandarts ten aanzien van a) onzorgvuldig heeft gehandeld door niet voor aanvang van de behandeling voldoende kennis te nemen van de status van klager en van de voor aanvang van de behandeling gemaakte röntgenfoto van de kies. Het college overweegt dat een betere voorbereiding hem in ieder geval zou hebben afgehouden van het onmiddellijk trekken van de kies en zeer waarschijnlijk tot de constatering van de ongebruikelijke brugconstructie, waarna hij zich tijdig verder in de situatie had kunnen verdiepen. Klachtonderdeel b) is ongegrond, nu de beoordeling van de vraag of er recht op schadevergoeding bestaat en, zo ja, wat de hoogte daarvan is, aan de civiele rechter is voorbehouden en niet door de tuchtrechter kan worden beantwoord. Het college concludeert dat de tandarts onzorgvuldig heeft gehandeld door zich niet goed voor te bereiden op het trekken van de kies. Gelet op de omstandigheid dat de tandarts niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, meent het college met de lichtste maatregel, te weten een waarschuwing, te kunnen volstaan
-
ECLI:NL:TDIVBC:2024:3 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2023/10
- Datum publicatie: 26-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TDIVBC:2024:3
Paard. Klacht tegen dierenarts over de keuring van een veulen. In verband met de eventuele aankoop heeft beklaagde het veulen gekeurd. Dit is gebeurd op locatie van de fokker c.q. verkoper. Er is door de dierenarts geen rapport van de keuring opgesteld. Beroep gegrond met waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5829
- Datum publicatie: 26-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:22
Kennelijk ongegronde klacht tegen tandarts. Klaagster kon zich niet vinden in de voorgestelde behandelopties in verband met een afgebroken kies. Klaagster wilde graag een nieuwe vulling en antibiotica. Klaagster verwijt de tandarts dat zij a) heeft geweigerd klaagster te helpen en dat zij b) klaagster onheus heeft bejegend. Het college overweegt dat bij een ontsteking aan de wortelpunt een wortelkanaalbehandeling of extractie van de kies juiste behandelopties zijn. De tandarts had niet kunnen volstaan met het restaureren van de kies en het voorschrijven van antibiotica. Het college overweegt verder dat de röntgenfoto nodig was om de ontsteking vast te kunnen stellen. Het college kan niet vaststellen dat de tandarts klaagster onheus heeft bejegend. Het college concludeert dat de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/420296 KL RK 23-54
- Datum publicatie: 26-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:3
Klacht van twee notaris-maten tegen een andere notaris-maat. Klaagsters verwijten de notaris dat sprake is (geweest) van disfunctioneren van de notaris en grensoverschrijdende seksuele escapades die op het kantoor en onder kantoortijd hebben plaatsgevonden. Door klaagsters is onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is (geweest) van disfunctioneren. De notaris heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld omdat hij zijn seksuele privéaangelegenheden op een ontoelaatbare manier heeft vermengd met de uitoefening van zijn notarisambt. De notaris heeft met zijn handelwijze tegenover zijn medewerkers de eer en het aanzien van en het vertrouwen in het notariaat geschaad. Berisping.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2024:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2023/05
- Datum publicatie: 26-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TDIVBC:2024:4
Kat. Klacht over de behandeling van de kat, een Britse Korthaar, van negen maanden oud. Na anamnese en klinisch onderzoek is de dierenarts uitgegaan van gastro-enteritis en heeft een behandeling met Cerenia injectie ingezet. De volgende dag is de kat door een collega van beklaagde gezien en is na bloedonderzoek dat er slechte nierwaarden waren. Beroep verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5247
- Datum publicatie: 26-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:23
Gegronde klacht tegen een kaakchirurg zonder oplegging van een maatregel.Klaagster verwijt de kaakchirurg dat hij een medische fout heeft gemaakt door drie van de vier botschroefjes op de verkeerde plek te plaatsen. Hierdoor heeft zij de behandeling nog een keer moeten ondergaan en dubbel pijn geleden. De kaakchirurg heeft in zijn verweer zijn handelen toegelicht en heeft vermeld dat klaagster gelijk heeft.Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en ziet geen redenen om de kaakchirurg een maatregel op te leggen. Het college heeft geconstateerd dat de kaakchirurg, zodra hij van de fout op de hoogte werd gesteld, deze fout heeft erkend, excuses heeft gemaakt en voor zover mogelijk de fout heeft hersteld. Gelet hierop is het college van oordeel dat het opleggen van een maatregel geen redelijk tuchtrechtelijk doel meer dient. De ernst van het verwijt en de gevolgen voor klaagster van dit handelen door de kaakchirurg zijn bovendien niet zodanig dat dit een tuchtrechtelijke maatregel rechtvaardigt.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2024:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2023/04
- Datum publicatie: 26-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TDIVBC:2024:5
Hond. De klacht gaat over de handelwijze van de dierenarts bij een keizersnede bij een Franse Bulldog van 5 jaar oud. Beroep verworpen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:9 Raad van Discipline Amsterdam 23-546/A/A 23-548/A/A/D
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:9
Klacht over de eigen advocaat + dekenbezwaar. Schrapping + kostenveroordeling. Verweerder heeft ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door bijna drie jaar lang klaagster als collega-advocaat aan het lijntje te houden en ondanks een veelvoud van herhaalde verzoeken van klaagster, haar geen verrekeningsvoorstel te doen en niet tot betaling van haar declaratie over te gaan. Wanneer verweerder door de deken op zijn handelwijze wordt aangesproken, getuigt zijn reactie van een ongepaste achteloosheid voor zijn gedragingen. Op de verzoeken van de deken om een toelichting op de klacht, heeft verweerder niet inhoudelijk gereageerd maar volstaan met een reactie waaruit zijn onbegrip voor het tuchtrechtelijk onderzoek van de deken bleek. Met zijn houding jegens de deken heeft verweerder gedragsregel 29 veronachtzaamd. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij adequaat en voortvarend reageert op verzoeken van collega-advocaten en dat hij naar behoren meewerkt aan tuchtrechtelijk onderzoek van de deken. De raad acht verweerders handelen en nalaten in strijd met de kernwaarde integriteit. Verder speelt een rol dat deze klacht en het dekenbezwaar niet op zichzelf staan. De raad doet heden ook uitspraak in een andere klachtzaak en dekenbezwaar (met kenmerken 23-544/A/A en 23-547/A/A/D). In die klachtzaak oordeelt de raad dat verweerder ernstig tekortgeschoten is in zijn dienstverlening aan klager door hem bijna drie jaar lang aan het lijntje te houden en niet adequaat te reageren op 17 verzoeken van klager om hem een update te geven over zijn zaak. In het dekenbezwaar oordeelt raad dat verweerder door voortdurend niet tijdig en niet adequaat te reageren op verzoeken van de deken, gedragsregel 29 heeft geschonden en daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De raad herkent in de vier zaken waarin vandaag uitspraak wordt gedaan een patroon, waarbij verweerder voortdurend nalaat adequaat te reageren op e-mails en verzoeken die hij als advocaat ontvangt. De vier zaken tezamen leiden de raad tot de conclusie dat verweerder geen overzicht heeft over zijn praktijkvoering, zaken door elkaar haalt, nalaat te reageren op redelijke verzoeken en geen werkzaamheden verricht, waar hij dat wel zou moeten. Ook is van belang dat verweerder al een aantal ernstige tuchtrechtelijke maatregelen (een schorsing van twaalf weken waarvan zes voorwaardelijk en een berisping met voorwaardelijke boete) opgelegd heeft gekregen, die onherroepelijk zijn geworden. De raad ziet dat na al deze serieuze waarschuwingen geen verbetering in het handelen van verweerder is opgetreden. Potentiële, toekomstige cliënten van verweerder lopen een ernstig risico dat hun belangen worden geschaad als verweerder hen als advocaat bijstaat. Voorkomen moet worden dat verweerder terugkeert in de advocatuur en daarom is de maatregel van schrapping met kostenveroordeling opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:13 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1878
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:13
Klacht tegen psychiater. Klager werd door een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg verwezen naar een andere organisatie voor geestelijke gezondheidszorg. Eerder was elders de diagnose schizofrenie van het paranoïde type gesteld. Na de behandeling bij de laatste organisatie heeft klager de psychiater gevraagd om zijn diagnose aan te passen. Klager verwijt de psychiater dat de diagnose niet volledig is aangepast. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:3 Raad van Discipline Amsterdam 23-456/A/A
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:3
Raadsbeslissing. Gegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat van verweerster in de gegeven omstandigheden meer had mogen worden verwacht en dat zij tekort is geschoten in haar bijstand aan klaagster. Verweerster heeft met haar gedrag niet voldaan aan de professionele standaard, inhoudende dat een advocaat dient te handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Aan verweerster wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:14 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1879
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:14
Klacht tegen bedrijfsarts. In de periode 2015-2017 heeft de bedrijfsarts klager gezien in het kader va een re-integratietraject. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij in een e-mailbericht aan de werkgever van klager zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerkt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:4 Raad van Discipline Amsterdam 23-549/A/NH
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:4
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:15 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1880
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:15
Klacht tegen psychiater. Klager kwam vanwege de diagnose schizofrenie van het paranoïde type onder behandeling van een team, waar de psychiater – destijds AIOS – deel van uit maakte. Hij schreef klager op enig moment een antipsychoticum voor. Klager verwijt de psychiater dat hij klager verkeerde medicatie heeft voorgeschreven waardoor hij is aangekomen en dat bovendien de dosering van de medicatie te hoog was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:5 Raad van Discipline Amsterdam 23-365/A/A
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:5
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:16 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1925
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:16
Klacht tegen verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg. Klaagster is in het najaar van 2019 negentien dagen opgenomen geweest in de psychiatrische instelling waar de verpleegkundig specialist werkzaam was. Hij werd als haar regiebehandelaar aangewezen. De opname was in eerste instantie vrijwillig. Na een aantal dagen werd deze via een inbewaringstelling omgezet naar een verplichte opname. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist onder meer het ontbreken van een behandelplan, onjuiste dossiervoering, valsheid in geschrifte en het verlenen van onjuiste en onveilige zorg. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster tegen een aantal onderdelen van deze beslissing ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:6 Raad van Discipline Amsterdam 23-390/A/A
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:6
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:17 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2006
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:17
Klacht tegen psychiater. Klager is in 2015 op verzoek van de bedrijfsarts onderzocht door de psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij a) een onjuiste diagnose heeft gesteld op basis van onzorgvuldig onderzoek, b) zich heeft laten leiden door de vragen van de werkgever van klager, en c) heeft nagelaten de huisarts van klager over de door hem vastgestelde diagnose te informeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:7 Raad van Discipline Amsterdam 23-501/A/A
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:7
Verzet. Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:11 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1876
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:11
Klacht tegen psychiater. Klager werd door zijn huisarts naar een ziekenhuis verwezen voor een intake bij een bepaalde psychiatrische afdeling. De psychiater, destijds AIOS, nam de intake af en stelde, samen met zijn supervisor, de diagnose schizofrenie bij klager. Klager verwijt de psychiater dat a) hij een onjuiste diagnose heeft gesteld op basis van onzorgvuldig onderzoek, b) hij een onjuiste behandeling heeft uitgevoerd, c) de verslagen/medische gegevens feitelijke onjuistheden bevatten en d) hij klager heeft verwezen naar een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg terwijl klager daar werkzaam was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:1 Raad van Discipline Amsterdam 23-762/A/A
- Datum publicatie: 25-01-2024
- Datum uitspraak: 15-01-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:1
Voorzittersbeslissing; ongegronde klacht over het handelen van verweerder in zijn hoedanigheid van deken. Alhoewel het (gelet op artikel 46c lid 1 van de Advocatenwet) in beginsel niet aan de deken is om een klacht niet aan de raad door te sturen als een klager hierom verzoekt, is de voorzitter van oordeel dat verweerder in de gegeven omstandigheden heeft kunnen oordelen dat geen sprake was van een klacht die tuchtrechtelijk van aard was. De beslissing van verweerder – die als voorportaal voor de raad dient te functioneren - om het ingediende schrijven niet als klacht van tuchtrechtelijke aard te bestempelen en niet in behandeling te nemen c.q. niet aan de raad door te sturen, was dan ook begrijpelijk en gerechtvaardigd. Niet valt in te zien dat verweerder, met de wijze waarop hij in haar hoedanigheid als deken het klachtonderzoek heeft uitgevoerd, het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 179
- Pagina: 180
- Pagina: 181
- ...
- Pagina: 186
- Volgende pagina zoekresultaten