ECLI:NL:TGDKG:2024:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/723995 / DW RK 22/381 LvB/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:3
Datum uitspraak: 24-01-2024
Datum publicatie: 29-01-2024
Zaaknummer(s): C/13/723995 / DW RK 22/381 LvB/WdJ
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft voldoende duidelijk gemaakt welk vonnis wordt geëxecuteerd en waar de vordering op berust. Verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 januari 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 20 september 2022 met zaaknummer C/13/712318 / DW RK 22/7 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/723995 / DW RK 22/381 LvB/WdJ ingesteld door:

[  ], namens [  ],

wonende te [  ],

klager,

tegen:

[  ],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde,

gemachtigde: [  ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 7 januari 2022, heeft klager namens

mevrouw [  ] een klacht ingediend tegen het kantoor van beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 2 maart 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 20 september 2022 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van diezelfde datum aan klager toegezonden. Bij e-mail, ingekomen op 1 oktober 2022, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Klager heeft de gronden van het verzet ingediend bij

e-mail, ingekomen op 17 oktober 2022. Bij e-mail, ingekomen op 9 november 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op het verzet gereageerd. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 december 2023 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 24 januari 2024.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Bij brief van 11 maart 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder mevrouw

[  ] (hierna: [  ]) geïnformeerd dat de vordering van [  ] in eigendom is overgedragen aan [  ] en is [  ] verzocht de openstaande vordering binnen veertien dagen aan de gerechtsdeurwaarder te voldoen.

-          Bij vonnis van 9 maart 2016 van de kantonrechter te Utrecht is [  ] veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag aan [  ].

-          Bij exploot van 21 april 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis van

9 maart 2016 aan [  ] betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.

-          Op 27 januari 2020 is beslag gelegd op het motorvoertuig van mevrouw [  ] (voorheen [  ] en hierna: [  ]). De executieverkoop is geannuleerd wegens een getroffen betalingsregeling.

-          Bij e-mail van 19 februari 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder [  ] een specificatie van de vordering verstrekt.

-          Bij e-mail van 9 december 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder een akte van cessie aan klager verzonden.

-          Op 6 december 2021 is beslag gelegd op twee motorvoertuigen van [  ].

-          Op 28 januari 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder stukken naar klager gestuurd en hem laten weten dat het dossier gedurende twee maanden is aangehouden.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

a. [  ] heeft geen verbintenis met [  ]. [  ] heeft geen schrijven hierover ontvangen. Evenmin heeft zij documenten ontvangen die de ontstaande schuld verklaren.

b. In de akte van cessie gaat het over 1143 klanten en 3289 facturen en niet specifiek over [  ]. [  ] staat niet ingeschreven in de Kamer van Koophandel, dus het is niet duidelijk wie de schuld heeft overgenomen. Er zijn geen duidelijke documenten aanwezig dat de vordering van [  ] is overgedragen.

c. Klager heeft een klacht ingediend bij [  ] en om stukken en documenten gevraagd. De gerechtsdeurwaarder heeft geen overeenkomsten en ook geen overeenkomst van

[  ] overhandigd. Klager heeft geen informatie ontvangen hoe de schuld is ontstaan. Aan klager is niet meegedeeld dat de schuld verkocht is. Hij heeft noch van [  ] noch van [  ] schriftelijke mededelingen ontvangen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.2 Ten aanzien van klachtonderdelen a. en c. wordt als volgt overwogen. Op 11 maart 2015 is aan [  ] een brief verzonden waarin is uitgelegd dat de vordering van [  ] is overgenomen door [  ]. Tevens is een specificatie van de vordering gegeven. Op 21 april 2016 is het vonnis aan [  ] betekend. Op 19 februari 2020, 9 december 2020 en 28 januari 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder de akte van cessie, een overzicht van de vordering, de overeenkomst tussen [  ] en [  ] en vorderingen van [  ] aan klager gestuurd. De gerechtsdeurwaarder heeft daarmee voldoende duidelijk gemaakt welk vonnis wordt geëxecuteerd en waar de vordering op berust.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b. wordt het volgende overwogen. Het vonnis van

9 maart 2016 is gewezen op naam van [  ]. De gerechtsdeurwaarder heeft een ministerieplicht, dit betekent dat hij een vonnis ten uitvoer moet leggen wanneer daarom wordt verzocht. In het vonnis staat hoe de schuld is opgebouwd. Tegen het vonnis is geen rechtsmiddel ingesteld, dit betekent dat het vonnis vaststaat. De akte van cessie is gesloten tussen [  ] en [  ]. De gerechtsdeurwaarder heeft daarin geen enkel aandeel gehad. Dat klager kritiek heeft op de akte van cessie, is nu het vonnis vaststaat, niet meer relevant. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen door de gerechtsdeurwaarder is niet gebleken.  

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager - kort samengevat - aangevoerd dat hij de akte van cessie die betrekking heeft op de situatie, nooit heeft ontvangen. Verder wil klager weten hoe de gerechtsdeurwaarder de opdracht heeft beoordeeld en wat voor overeenkomst [  ] met [  ] heeft.

7. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

In verzet heeft de gerechtsdeurwaarder de door klager aangevoerde gronden gemotiveerd betwist. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

8. De beoordeling van de gronden van het verzet

8.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt. Het door klager ter zitting aangevoerde maken dit niet anders.

8.2 De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

8.3 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. C.W.D. Bom en M.F.J. Pijnenburg, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 januari 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.