Zoekresultaten 3521-3540 van de 3615 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:127 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-336/DB/LI

    Raadsbeslissing. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder gehandeld in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit door als advocaat van een bij een aandeelhoudersovereenkomst betrokken partijen die aandeelhoudersovereenkomst op te stellen, terwijl hij zelf, althans een aan hem gelieerde vennootschap, partij is bij die aandeelhoudersovereenkomst en derhalve (financiële) belangen heeft bij de inhoud en strekking van (de bepalingen van) die aandeelhoudersovereenkomst. De raad overweegt dat het in de aandeelhoudersovereenkomst opgenomen beding in feite inhoudt dat verweerder maandelijks een bedrag van € 3.000,-- mag declareren, ongeacht de verrichte werkzaamheden. De raad is van oordeel dat verweerder door het opnemen van dit beding niet heeft gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit en met gedragsregel 2. De raad acht in dezen een schorsing voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, passend en geboden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:206 Hof van Discipline 's Gravenhage 230256

    Beklag op grond van artikel 13 Advw ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:207 Hof van Discipline 's Gravenhage 230244

    Beklag tegen beslissing geen advocaat aan te wijzen (art. 13). Klager wenst als oud-politicus diverse procedures te starten tegen zijn voormalige politieke partij, diverse media, zijn rechtsbijstandsverzekeraar en anderen. Het hof oordeelt dat de deken op goede gronden tot haar beslissing is gekomen. Klager blijft onvoldoende duidelijk in welke procedures hij concreet wil starten tegen welke concrete (rechts)personen. Zijn verzoeken en toelichtingen daarop wijzigen steeds. Voor zover daaruit gewenste procedures waren te destilleren, oordeelt het hof dat de deken op goede gronden heeft geconcludeerd dat er onvoldoende aanwijzing voor een redelijke kans van slagen is. Ook heeft verweerder een rechtsbijstandsverzekeraar die voor procedures tegen anderen dan de verzekeraar zelf de aangewezen persoon is om rechtsbijstand aan te verzoeken alvorens de deken daartoe te benaderen. Verder is in het verleden al een advocaat aangewezen aan klager, waar hij geen gebruik van de dienstverlening heeft gemaakt. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:208 Hof van Discipline 's Gravenhage 230246

    Appelverbod. De door klager aangevoerde gronden zien hoofdzakelijk op de inhoudelijke beoordeling van de zaak en de onvrede die is ontstaan als gevolg van het ontbreken van gedegen rechtsbijstand, waardoor er volgens klager onnodig veel tijd is verstreken in de onderliggende letselschadezaak. Geen doorbreking appelverbod.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:209 Hof van Discipline 's Gravenhage 230090

    Klacht over advocaat wederpartij. Hoger beroep verweerder. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij heeft geprobeerd een wig te drijven tussen klager en zijn cliënten. Daarnaast heeft verweerder zonder enig voorafgaand onderzoek en zonder deugdelijke onderbouwing in zijn e-mail aan mr. A een ernstige beschuldiging aan klagers adres geuit en zich in een e-mail aan de rechtbank en de door de rechtbank benoemde deskundige onnodig grievend over klager uitgelaten. Gedeeltelijke vernietiging raad. Bekrachtiging opgelegde berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:158 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1633

    Klacht tegen kinderoncoloog. Bij de destijds 9-jarige zoon van klagers is operatief een kwaadaardige tumor in de kleine hersenen verwijderd. Conform het behandelprotocol is de zoon daarna voor een vervolgbehandeling met radiotherapie van het centrale zenuwstelsel en chemotherapie naar de kinderoncoloog verwezen. Het protocol bepaalt dat met radiotherapie moet worden begonnen binnen 31 dagen na de operatie. De kinderoncoloog heeft op enig moment een melding gedaan bij Veilig Thuis, omdat zij vond dat de ouders zodanig twijfelden over de standaardtherapie, dat zij het een reëel gevaar achtte dat de ouders de therapie niet zouden accepteren, wat voor de zoon fatale gevolgen kon hebben. De ouders verwijten de kinderoncoloog in de kern dat zij zonder goede reden bij Veilig Thuis een melding van kindermishandeling heeft gedaan en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan het onrechtmatig gebruik van een machtsmiddel, hetgeen voor de ouders en hun zoon tot ernstig nadeel heeft geleid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht (ten aanzien van bovenstaand onderwerp) ongegrond verklaard. Klagers zijn van deze beslissing in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de kinderoncoloog de melding bij Veilig Thuis op een te vroeg moment heeft gedaan. Het betreft een voor klagers bijzonder moeilijke en ingrijpende beslissing en er was na het eerste fysieke consult nog tijd voor een vervolggesprek tussen ouders en de kinderoncoloog dan wel een collega van de kinderoncoloog. Indien ouders daarná nog niet zouden instemmen met de noodzakelijke vervolgbehandeling had mede gezien de grote tijdsdruk van het starten van radiotherapie een melding bij Veilig Thuis mogelijk voor de hand gelegen, afhankelijk van de concrete omstandigheden op dat moment. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van klagers gedeeltelijk gegrond en legt aan de kinderoncoloog de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:251 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5560

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. De specialist ouderengeneeskunde is werkzaam in het verpleeghuis waar de echtgenoot van klaagster opgenomen werd. De echtgenoot van klaagster is in het verpleeghuis overleden. Klaagster vindt dat zij ten onrechte niet onmiddellijk het medisch dossier toegestuurd heeft gekregen. Ook vindt zij dat het medisch dossier van haar echtgenoot niet klopt. Daarnaast is er een onjuist medicatiebeleid gevoerd. Het college oordeelt als volgt: verweerster heeft geen betrokkenheid gehad bij de afhandeling van het verstrekken van het medisch dossier door het verpleeghuis. Alleen al hierom valt verweerster geen (persoonlijk) tuchtrechtelijk verwijt te maken. Het college merkt voorts op dat de afhandeling van het verzoek door omstandigheden langer heeft geduurd dan wenselijk, maar dat de afhandeling wel zorgvuldig is geweest. Het college oordeelt verder dat er geen aanwijzingen zijn dat er achteraf nog aanpassingen in het medisch dossier zijn aangebracht. Het achteraf – na 24 uur – aanbrengen van aanpassingen in het dossier blijkt ook niet mogelijk te zijn in het systeem waar in het verpleeghuis mee wordt gewerkt. Wat betreft het derde klachtonderdeel oordeelt het college dat uit het medisch dossier is gebleken dat de oxazepam niet is gestaakt. Bij verdere aanpassingen in het medicatiebeleid is de specialist ouderengeneeskunde niet betrokken geweest. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3835

    Klacht tegen een verpleegkundige deels gegrond. Klagers verwijten de verpleegkundige dat zij de gezondheid en het leven van hun minderjarige tweeling in gevaar heeft gebracht c.q. (ernstig) heeft benadeeld door (stelselmatig) fenobarbital en/of andere coupeermedicatie toe te dienen en/of voorgeschreven medicatie niet toe te dienen. De verpleegkundige erkent dat zij op twee momenten (op 10 en op 21 december 2021) vanwege oververmoeidheid (om de tweeling en daarmee zichzelf een rustige nacht te bezorgen) zonder medische aanleiding een spuit fenobarbital heeft gevuld. Zij stelt echter dat zij zich beide keren heeft bedacht en niet is overgegaan tot toediening. Voor zover de klacht ervan uitgaat dat de verpleegkundige op 10 en 21 december 2021 daadwerkelijk fenobarbital heeft toegediend, acht het college de klacht ongegrond. Ook ontbreekt bewijs voor de klacht dat de verpleegkundige over een langere periode stelselmatig zonder indicatie fenobarbital en andere middelen heeft toegediend, of dat zij voorgeschreven medicatie structureel niet heeft toegediend. De klacht is wel gegrond voor zover deze inhoudt dat de verpleegkundige klachtwaardig heeft gehandeld door in een situatie van aanhoudende oververmoeidheid te blijven werken en onder die omstandigheid tot tweemaal toe medicatie heeft klaargemaakt om zonder indicatie aan de kinderen toe te dienen om zelf een rustige nacht te hebben. Als maatregel legt het college een verbod op wederinschrijving op met de bepaling dat deze maatregel onmiddellijk van kracht wordt.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:125 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-335/DB/LI

    Klacht over advocaat van de wederpartij deels gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij zich in de brief aan de AFM d.d. 13 januari 2023 onnodig grievend over klager heeft uitgelaten. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4624

    “Klacht tegen een gz-psycholoog die forensisch psychologisch onderzoek bij klager heeft verricht en daarvan een rapportage heeft opgesteld.Klager verwijt de gz-psycholoog onder meer dat zij geen professionele houding richting hem heeft gehad, dat zij ondeugdelijk onderzoek heeft gedaan en een ondeugdelijk rapport heeft opgemaakt en dat zij hem onvoldoende heeft geïnformeerd over zijn rechten.Die klachtonderdelen zijn naar het oordeel van het college ongegrond.Klager verwijt de gz-psycholoog ook dat zij het conceptrapport onbeveiligd digitaal aan hem heeft toegestuurd.Dat aspect van de klacht is gegrond. Het college legt vanwege dit onzorgvuldige handelen een waarschuwing op aan de gz-psycholoog.”

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:126 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-397/DB/LI/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar. Verwijten van de deken dat (A) bij gelegenheid van het kantoorbezoek door de Unit FTA op 10 oktober 2022 is gebleken dat in de door de Unit FTA onderzochte periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2022: (1) verweerder in strijd heeft gehandeld met diverse bepalingen van de Wwft; (2) verweerders kantoororganisatie niet heeft voldaan aan hetgeen van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht en cliënten gebrekkig werden geïnformeerd; (3)verweerder in strijd heeft gehandeld met de regelgeving omtrent derdengelden en dat (B) verweerder heeft gehandeld in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarden en gedragsregel 2 door via CdeL B.V. te participeren in X B.V. en Y B.V. en tegelijkertijd voor deze partijen als advocaat op te treden door de aandeelhoudersovereenkomst op te stellen gegrond. Voor het onder (A) gegrond bevonden verwijt acht de raad de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, passend. Voor wat betreft het onder (B) gegrond bevonden verwijt legt de raad gelet op de samenhang met de klacht in klachtzaak 23-336/DB/LI, waarin door de raad bij gelijktijdige beslissing aan verweerder de maatregel van schorsing voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, wordt opgelegd, geen maatregel aan verweerder op.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4761

    “Klacht tegen een gz-psycholoog die werkzaam is in haar eigen praktijk en in loondienst van een stichting die ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke beperking.Klager is door de gz-psycholoog behandeld voor traumaverwerking (EMDR). Klager verwijt de gz-psycholoog onder meer dat zij ervoor heeft gezorgd dat hij zich onveilig heeft gevoeld, tegen hem heeft gelogen over haar contacten met derden, zijn privacy heeft geschonden en ervoor heeft gezorgd dat hij bijna is opgesloten in een instelling.Het college oordeelt dat de klacht deels gegrond is en legt de maatregel van waarschuwing op.”

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:235 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-645/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Dat het lang duurt, is niet aan verweerder te wijten.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5167

    Klacht tegen chirurg. Klager is door de chirurg geopereerd aan een ruptuur van zijn linkerbiceps. Vanwege aanhoudende klachten en beperkingen na de operatie is klager hierna onderzocht door een orthopedisch chirurg in een ander ziekenhuis. Deze concludeerde dat sprake was van een breuk in de linkerelleboog en dat de pees in de linkerarm op de verkeerde positie was teruggeplaatst. Hier gaat de klacht over. Daarnaast maakt klager de chirurg een verwijt ten aanzien van de verleende nazorg. Klager meent dat de chirurg na de operatie een controlefoto had moeten maken. Dit is niet gebeurd, terwijl dit volgens klager wel had gemoeten en klager hier op had aangedrongen. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. De chirurg heeft tijdens de operatie alarmsignalen gemist en daar niet naar gehandeld. Het college acht dit verwijtbaar. Het college legt aan de chirurg een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:203 Hof van Discipline 's Gravenhage 220337

    Klacht over advocaat wederpartij. De cliënt van verweerder was de ex-man van klaagster en aan hem was een straatverbod opgelegd jegens klaagster. Verweerder heeft stukken met vertrouwelijke en gevoelige informatie over klaagster (waaronder slachtofferverklaringen, een lijst met contactgegevens van haar vrienden die zij opgaf als potentiële getuigen) aan zijn cliënt verstrekt. Vast staat dat het OM een fout heeft gemaakt door deze informatie te verstrekken aan verweerder. Het hof stelt vast dat van een advocaat wederpartij in het strafrecht wordt verwacht dat hij geen stukken uit het OM-dossier aan zijn cliënt verstrekt, die ongebruikelijk zijn en waarvan hij kan vermoeden dat die niet voor zijn cliënt zijn bedoeld. In dit geval had verweerder geen aanleiding daarvoor. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:230 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-606/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdverloop.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:204 Hof van Discipline 's Gravenhage 230287

    Hoger beroep tegen een door de raad ongegrond verklaard verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:231 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-587/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:205 Hof van Discipline 's Gravenhage 220326

    Klacht over eigen advocaat. Het hof is het niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door ter zitting namens klager te tekenen voor de schikking met de gemeente. Voor zover klager stelt dat verweerder ten onrechte het punt van verjaring onvoldoende aan de orde heeft gesteld, heeft verweerder voldoende gemotiveerd gesteld waarom hij in deze zaak summier aandacht daaraan heeft besteed en het voorlopig oordeel van de rechter overtuigend vond. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:232 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-588/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht gericht tegen het (gehele) advocatenkantoor kennelijk niet-ontvankelijk. Klacht tegen verweerder kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder excessief heeft gedeclareerd. Verweerder heeft het recht om zijn declaratie na betwisting niet te willen aanpassen. Niet gebleken dat verweerder het conflict nodeloos heeft doen escaleren of onbetamelijk jegens klagers heeft gehandeld. Het stond hem vrij om bij uitblijving van betaling juridische stappen te ondernemen. Gedragsregel 17 lid 6 is niet van toepassing.