ECLI:NL:TAHVD:2023:204 Hof van Discipline 's Gravenhage 230287

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2023:204
Datum uitspraak: 10-11-2023
Datum publicatie: 15-11-2023
Zaaknummer(s): 230287
Onderwerp: Aanwijzing, subonderwerp: Artikel 13 Advocatenwet: aanwijzing van een advocaat
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Hoger beroep tegen een door de raad ongegrond verklaard verzet niet-ontvankelijk.

 

Beslissing van 10 november

in de zaak 230287

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerster

1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 22 mei 2023 van de voorzitter van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Arnhem-Leeuwarden (zaaknummer: 23-212/AL/MN). In deze beslissing is de klacht van klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is onder nummer ECLI:NL:TADRARL:2023:129 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

1.2 Klager heeft tegen deze beslissing verzet ingesteld. De raad heeft in de beslissing van 25 september 2023 het verzet van klager ongegrond verklaard (hierna: de beslissing op verzet). De beslissing op verzet is onder nummer ECLI:NL:TADRARL:2023:247 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF 

2.1 Het hoger beroepschrift van klager tegen de beslissing op verzet is op 5 oktober 2023 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2 Verder bevat het dossier van het hof de stukken van de raad.

  ​​​​​​2.3 De zaak is in raadkamer behandeld.

3 BEOORDELING

​​​​​​​3.1 Het beroep van klager is gericht tegen de beslissing op verzet.

​​​​​​​3.2 Klager heeft ter onderbouwing van zijn beroep het volgende geschreven:

Primair: met aanhouding tot klachtbehandeling art. 46c lid 5 jegens de deken van en orde advocaten Midden Nederland. Middels niet toepassen van artikel 46D lid 1 wordt de mogelijkheid ontnomen tot minnelijke regelingen te komen waarvan resultaat grondslag ontnomen voor toepassing artikel 46E lid 1+2.

Daar waar griffierecht onder protest is voldaan, zodanig discussie te vermeiden over definitieve behandeling, resulteert dat tot disciplinaire ontwrichting bij de Raad. Verwezen wordt naar de bijlage met voorzittersbeslissing, ingediend verzet en ongegrond verzet in omstandigheden dat met een immer openstaand belang aanspraak is gemaakt

op nakoming WRB art.24.4. De beslissingen van de Raad van Arnhem-Leeuwarden 23-212/AL/MN en 22-417/AL/MN (reeds eerder beroep ingediend 230200) staan haaks tegenover elkaar waarbij in beide zaken aanspraak wordt gemaakt op nakoming WRB art. 24.4 en geklaagd is vanwege niet nakoming.

Subsidiair: vanwege tot heden niet behandeld recente verzoek 28-07-2023 en ontstane nadelige rechts-en gevolgen wordt beroepschrift ingediend na beslissing op verzet. Met aanhouding van de gronden reeds eerder ingediend.

​​​​​​​3.3 Artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een beslissing van de raad waarbij het verzet tegen een voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk of ongegrond is verklaard. Er kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt, als de procedure bij de raad geen eerlijk proces betrof doordat bij de behandeling van het verzet door de raad een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden. Als dat wordt vastgesteld, wordt het verbod tot het instellen van beroep doorbroken en opzijgezet.

​​​​​​​3.4 Het hof stelt vast dat in het beroepschrift van klager in ieder geval niet is gesteld dat sprake is van schending van fundamentele rechtsbeginselen. Ook overigens heeft het hof geen grond om te vermoeden dat daarvan sprake is. Er is daarom geen reden om alsnog een beroep toe te staan en genoemd verbod opzij te zetten.  

​​​​​​​3.5 De slotsom is dat de klager niet in zijn beroep kan worden ontvangen.

4 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

​​​​​​​4.1 verklaart het beroep van klager niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima, voorzitter, mrs. W.F. Boele en G.C. Endedijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023.

griffier                                                   voorzitter             

De beslissing is verzonden op 10 november 2023 .