ECLI:NL:TAHVD:2023:208 Hof van Discipline 's Gravenhage 230246

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2023:208
Datum uitspraak: 20-11-2023
Datum publicatie: 22-11-2023
Zaaknummer(s): 230246
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Appelverbod. De door klager aangevoerde gronden zien hoofdzakelijk op de inhoudelijke beoordeling van de zaak en de onvrede die is ontstaan als gevolg van het ontbreken van gedegen rechtsbijstand, waardoor er volgens klager onnodig veel tijd is verstreken in de onderliggende letselschadezaak. Geen doorbreking appelverbod. 

Beslissing van 20 november 2023

in de zaak 230246

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 12 april 2023 van de voorzitter van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Den Haag (zaaknummer: 23-098/DH/DH). In deze beslissing is de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard.

1.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRSGR:2023:70 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

1.3 Klager heeft tegen deze beslissing verzet ingesteld. De raad heeft in een beslissing van 4 september 2023 het verzet van klager ongegrond verklaard (hierna: de beslissing op verzet).

1.4 De beslissing op verzet is onder ECLI:NL:TADRSGR:2023:183 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF 

2.1 Het hoger beroepschrift (inclusief bijlagen) van klager tegen de beslissing op verzet is op 5 september 2023 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2 Verder bevat het dossier van het hof de stukken van de raad.

  2.3 De zaak is in raadkamer behandeld.

3 BEOORDELING

3.1 Het beroep van klager is gericht tegen de beslissing op verzet van 4 september 2023. Het hof begrijpt de stellingen van klager zo dat klager i) het niet eens is met de beslissing van de raad, waarbij de klacht van klager ongegrond is verklaard. Klager voert aan dat de advocaat over wie hij klaagt vanaf december 2021 tot en november 2022 zijn letselschade zaak niet heeft behandeld. Klager klaagt daarnaast over ii) de duur van de onderliggende letselschadezaak, iii) het ontbreken van gedegen rechtsbijstand door de andere betrokken advocaten en iv) – kort gezegd - de rol van de Orde van Advocaten, die advocaten beschermt. Klager meent dat hierdoor zijn rechten zijn geschonden. De beslissing van de raad is in zijn ogen om voorgaande redenen gepolitiseerd, niet transparant en een schande.

Overwegingen hof

maatstaf

​​​​​​​3.2 Artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een beslissing van de raad waarbij het verzet tegen een voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk of ongegrond is verklaard. Er kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt, als de procedure bij de raad geen eerlijk proces betrof doordat bij de behandeling van het verzet door de raad een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden. Dan kan het appelverbod worden doorbroken. Het hof zal onderzoeken of daarvan sprake is.

​​​​​​​3.3 Het hof is van oordeel dat de door klager aangevoerde gronden niet raken aan fundamentele rechtsbeginselen, zoals bijvoorbeeld de schending van hoor en wederhoor of het recht op een eerlijk proces. De door klager aangevoerde gronden zien hoofdzakelijk op de inhoudelijke beoordeling van de zaak en de onvrede die is ontstaan als gevolg van het ontbreken van gedegen rechtsbijstand, waardoor er volgens klager onnodig veel tijd is verstreken in de onderliggende letselschadezaak.  Dergelijke klachten leveren naar vaste jurisprudentie geen grond op voor doorbreking van het appelverbod (vergelijk: HvD 11 september 2023, ECLI:NL:TAHVD:2023:157). Gelet hierop slaagt het beroep van klager niet.

​​​​​​​3.4 De overige gronden die klager tegen de beslissing op verzet aanvoert kunnen evenmin leiden tot een doorbreking van het appelverbod. Hetgeen klager aanvoert ter onderbouwing van zijn onvrede rechtvaardigt niet de conclusie dat klager geen eerlijk proces heeft gehad bij de raad.   

slotsom

​​​​​​​3.5 De slotsom is dat klager geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen waaruit volgt dat hij bij de raad geen eerlijk proces heeft gehad. Het hof concludeert dan ook dat het appelverbod niet kan worden doorbroken. Klager kan dan ook niet in hoger beroep worden ontvangen.

4 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het beroep van klager niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima, voorzitter, mrs. J. Blokland en L.H. Rammeloo, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Bor, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.

griffier                                                                                                       voorzitter             

De beslissing is verzonden op 20 november 2023 .