Zoekresultaten 3381-3400 van de 3615 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:252 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-369/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5485

    Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Verweerster is als anesthesioloog betrokken geweest bij de behandeling van klaagster. Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoldoende zorgvuldig is geweest bij het signaleren van hoeveelheid boelverlies en anemie, ook heeft zij volgens klaagster ondanks contra-indicatie sufentanil en Dipidolor toegediend en geadviseerd. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-427/DB/LI

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4927

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in verband met een manische ontregeling gezien door verweerster in haar hoedanigheid van dienstdoende psychiater van de crisisdienst. Verweerster heeft een medische verklaring opgesteld waarin zij concludeert dat verplichte zorg voor klaagster nodig is. Deze verklaring is ter kennis gebracht van de burgemeester, die op basis hiervan een beschikking voor een crisismaatregel heeft afgegeven. Klaagster is hierna opgenomen in een zorginstelling. Klaagster maakt verweerster verschillende verwijten over de opgestelde verklaring, het niet geven van inzage en het delen van vertrouwelijke medische informatie met derden. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:253 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-541/DH/RO/D

    Gegrond dekenbezwaar. Verweerder is gedurende langere tijd ernstig tekort geschoten in zijn communicatie met de deken. Verweerder heeft herhaaldelijk niet of (veel) te laat gereageerd op berichten en verzoeken van de deken, waardoor verweerder de deken belemmert in zijn taakuitoefening en hij het toezicht van de deken op een behoorlijke beroepsuitoefening door advocaten onmogelijk maakt. Het baart de raad ernstig zorgen dat verweerder niet te bereiken is voor de deken, toezeggingen niet nakomt en zich ook afzijdig houdt voor de raad. In het (recente) verleden diverse tuchtrechtelijke maatregelen opgelegd. Schrapping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:193 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5486

    Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Klaagster verwijt verweerster, die als chirurg na de operatie bij de behandeling betrokken raakte, dat zij onvoldoende heeft gereageerd op signalen van achteruitgang. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5243

    Klacht tegen huisarts. De huisarts van klaagster heeft de crisisdienst ingeschakeld toen de huisarts van de zus van klaagster, klaagsters dochter en een vriendin van klaagster vernam dat klaagster verward en mogelijk gevaarlijk gedrag vertoonde. De huisarts koos hiervoor, omdat klaagster bekend is met paranoïde uitingen, verbaal agressief was en zelf niet naar de praktijk wilde komen. De crisisdienst schatte de situatie in als een ‘risicosituatie’ en verzocht de huisarts de politie te bellen, zodat klaagster naar een spoedopvang kon worden overgebracht voor psychiatrisch onderzoek. Dat heeft de huisarts gedaan. Klaagster verwijt de huisarts dat zij deze acties heeft ondernomen enkel op basis van wat naasten van klaagster over haar hebben gezegd en zonder klaagster zelf te hebben gezien. Het college is van oordeel dat de huisarts in deze situatie, gelet op alle omstandigheden van het geval, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5590

    klacht tegen cardioloog kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de behandeling van de echtgenote van klager. Patiënte stond vanwege cardiale problematiek onder controle van een cardioloog. De lichamelijke conditie van patiënte verslechterde in de loop van 2017. Bij een controle eind januari 2018 bleek een operatie noodzakelijk. Patiënte werd hiervoor aangemeld en verbleef in afwachting van de operatie thuis. In de periode hierna verslechterde de conditie van patiënte (verder). Zij werd in verband hiermee in het ziekenhuis opgenomen, waar zij overleed. Verweerder werkte als AIOS Cardiologie onder supervisie van een cardioloog op de hartbewakingsafdeling toen patiënte daar op de dag van haar overlijden werd opgenomen. Klager maakt verweerder meerdere verwijten over zijn aandeel in de behandeling en het overlijden van patiënte.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-418/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een e-mail uit een mediationtraject te overleggen in een gerechtelijke procedure, omdat hieruit de dreiging van een misdrijf volgt. De dreiging van een misdrijf is uitgezonderd van geheimhouding in het mediationreglement. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:248 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-301/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:194 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5487

    Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Klaagster verwijt verweerder, die als chirurg na de operatie bij de behandeling betrokken raakte dat hij het dossier onvoldoende heeft bestudeerd en dat hij daardoor een dalend Hb en benauwdheid heeft gemist. Ook verwijt zij verweerder dat hij zijn bevindingen onvoldoende zorgvuldig heeft genoteerd en bloedonderzoek naar de volgende dag heeft verschoven. Het college oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:99 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/720993 / DW RK 22/301 MdV/WdJ

    Klagers stellen dat er onrechtmatige handelingen zijn verricht tijdens het bewijsbeslag. Ook zou de inbeslaggenomen iMac onbruikbaar zijn teruggegeven. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5287

    Klacht tegen huisarts. Klaagster is meermalen door haar huisarts gezien vanwege diverse klachten. Omdat er tijdens onderzoeken bloed in de urine werd aangetroffen, heeft de huisarts op een bepaald moment een vaginaal onderzoek bij klaagster verricht. Klaagster stelt – samengevat – dat de huisarts de noodzaak van het onderzoek onvoldoende heeft toegelicht, dat hij klaagster geen instructies heeft gegeven tijdens het onderzoek, dat hij niet op pijnklachten van haar heeft gereageerd en dat hij het onderzoek op een zeer grensoverschrijdende wijze heeft uitgevoerd. Ook bevat het medisch dossier volgens klaagsters allerlei onjuistheden. Het college kan niet vaststellen dat de verwijten terecht zijn. Dit maakt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:100 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/722347 / DW RK 22/331

    Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft niet en vervolgens niet inhoudelijk op de klachten van klaagster gereageerd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:188 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5492

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster lijdt al lange tijd aan diabetes mellitus type 2. De jaarlijkse controle werd gewoonlijk door een internist verricht. Aangezien de controle enkel bestond uit het ‘finetunen’ van de insuline, vond de internist dat deze controle ook wel eerstelijns kon plaatsvinden. De internist verwees klaagster daarvoor dus naar de huisarts, zodat hij de diabetesbegeleiding kon overnemen. De huisarts heeft klaagster opnieuw ingesteld op medicatie, waarna klaagster uiteindelijk in het ziekenhuis werd opgenomen vanwege ontregelde diabetes. Klaagster stelt dat de huisarts zonder medische noodzaak en tegen het advies van de internist in haar medicatie heeft aangepast. Verder verwijt klaagster de huisarts dat hij heeft nagelaten haar een bijspuitschema te geven. Het college verklaart de klacht gegrond. Vanwege de ernst van het verwijtbare handelen legt het college aan de huisarts een schorsing van drie maanden op met een proeftijd van twee jaar, onder voorwaarde dat hij specifieke nascholing op het gebied van diabetesbehandeling volgt en niet opnieuw tuchtrechtelijk verwijtbaar handelt in de proeftijd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:255 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-887/DH/DH/TUL

    Ambtshalve beslissing tot tenuitvoerlegging schorsing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:167 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1892

    Klacht tegen een arts die door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) als medisch adviseur is ingeschakeld om te beoordelen of bij klager sprake was van “structurele medische omstandigheden” in de zin van artikel 5.16 van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF), waardoor klager niet binnen de geldende diplomatermijn kon afstuderen (en zijn prestatiebeurs omgezet zou kunnen worden in een gift). De klacht gaat over de door de arts opgestelde medische rapportage. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond, namelijk voor zover klager stelt dat de arts het wettelijke inzage- en blokkeringsrecht niet heeft toegepast. Dat college legt een waarschuwing op. De klacht is ongegrond voor zover klager stelt dat (de totstandkoming van) het rapport inhoudelijk niet klopt. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de gedeeltelijke ongegrondverklaring van zijn klacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:249 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-304/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:49 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/419114 KL RK 23-43

    Klacht over beoordeling wilsbekwaamheid van de moeder van klaagster. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.De kamer heeft overwogen dat de notaris tijdens zijn besprekingen met moeder tot de conclusie is gekomen dat zij bekwaam was om haar wil te bepalen, de inhoud van de akte begreep en de gevolgen daarvan kon overzien. Het was in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of moeder voldoende bekwaam was om de inhoud van de akte te begrijpen. Er was bij de notaris geen sprake van twijfel over de wilsbekwaamheid van moeder. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet of onvoldoende gebleken. Hierbij weegt de kamer mee dat de notaris onbetwist heeft gesteld dat hij niet op de hoogte was van de diagnose dementie bij moeder. Zowel de notaris als de behandelaar van het dossier hebben beiden onder vier ogen met moeder gesproken, waarbij moeder duidelijk kon uitleggen wat haar wens was en wat haar beweegredenen hiervoor waren. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. De notaris kon en mocht in de gegeven omstandigheden concluderen dat moeder wilsbekwaam was om de akte bekrachtiging op te laten maken.Dit laat onverlet dat de vraag gesteld kan worden welk belang gediend werd met de akte bekrachtiging. Er was immers al een algehele volmacht en de notaris wist dat de akte die hij ging opstellen zou worden gebruikt in een gerechtelijke procedure. Nu de klacht zich hier echter niet tegen richt, zal de kamer hier verder niet op in gaan.

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:50 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418072 KL RK 23-31

    Klacht is deels niet-ontvankelijk vanwege overschrijding klachttermijn voor zover de klacht ziet op Belehrungspflicht van de notaris ten tijde van passeren maatschapsovereenkomst.Verder verwijt klager de notaris dat hij op verzoek van de andere maat een verklaring met uitleg heeft opgesteld die door de andere maat is ingebracht in een gerechtelijke procedure. Klager stelt dat de notaris die verklaring niet had mogen verzenden zonder klager hierover te informeren. Bovendien is volgens klager de inhoud van de verklaring onjuist. Hierdoor heeft de notaris volgens klager partijdig gehandeld.De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en aan de notaris een waarschuwing opgelegd. Anders dan door de notaris betoogd, oordeelt de kamer dat zijn verklaring deels ook uitleg bevat. Het stond de notaris naar het oordeel van de kamer in beginsel vrij om uitleg te geven over de door hem opgestelde akte. Echter, door klager niet op de hoogte te stellen van (de inhoud van) het verzoek van de andere maat noch hem de gelegenheid te geven daarop te reageren – heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld. Dit geldt te meer nu de notaris wist dat de maatschapsovereenkomst onderwerp van geschil was (en nog steeds is) in een gerechtelijke procedure tussen de maten. Hierdoor is de schijn van partijdigheid ten gunste van de andere maat gewekt. Dit is onzorgvuldig.Wat betreft het verzoek van klager aan de notaris om nadere uitleg van de maatschapsovereenkomst heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat de notaris, ondanks zijn weigering de akte alleen aan klager uit te leggen, wel bereid was om met alle partijen gezamenlijk in gesprek te gaan.Dit neemt niet weg dat de notaris, door wel in te gaan op het verzoek om uitleg van de andere maat zonder klager hierover te informeren, maar dit niet te doen toen klager hierom verzocht, de schijn van partijdigheid ten gunste van de andere maat heeft versterkt.