Zoekresultaten 21-30 van de 182 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4453

    Klacht tegen huisarts. Het college oordeelt dat beklaagde bij het voorschrijven van terbinafine heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwame zorgverlener mag worden verwacht. Verder bestond er geen medische indicatie de medicinale cannabis nog langer voor te schrijven en bestond er - naar het oordeel van het college – een gegronde reden aangifte te doen van de door klager aangerichte vernieling. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4351

    Klacht tegen huisarts, inhoudende dat beklaagde zich als arts voordoet terwijl hij niet wezenlijk als zodanig handelt, onterecht aangifte van vernieling heeft gedaan en discrimineert en onzrogvuldig handelt. Het college oordeelt dat beklaagde voldoende uitleg heeft gegeven over de energetische behandeling en de verwachtingen daaromtrent. Ook heeft beklaagde uitleg gegeven in welke hoedanigheid de behandeling zou uitvoeren. Verder oordeelt het college dat beklaagde geen betrokkenheid heeft gehad bij de aangifte van vernieling en dat klager niet heeft onderbouwd dat belaagde discrimineert of onzorgvuldig handelt. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4623

    Klacht tegen psychiater. Beklaagde heeft op verzoek van het UWV een rapport opgesteld in het kader van de beoordeling van klagers arbeids(on)geschiktheid. Klager klaagt er onder meer over dat het rapport niet zorgvuldig, begrijpelijk en inzichtelijk is. Daarnaast heeft de klacht betrekking op de gebruikte validatietest. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3401

    Klacht tegen arts over opgestelde verwijzing van de zoon van klager naar een jeugdhulpinstantie. Klager verwijt beklaagde dat zij een verwijsbrief heeft verstuurd die – zonder medeweten van klager – afwijkend was van de in overleg met klager opgestelde verwijsbrief, waarmee beklaagde het ouderlijk gezag van klager niet heeft gerespecteerd. Naar het oordeel van het college heeft beklaagde niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Beklaagde heeft wel met klager in de conceptfase overleg gevoerd. Maar het definitief vaststellen van de verwijsbrief behoort tot beklaagdes professionele verantwoordelijkheid. Daar hoeft klager het niet alle opzichten mee eens te zijn. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022-4239

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Verwijt dat de heupprothese niet goed is geplaatst. Bij second opinion bleek deze los te zitten, zodat heroperatie noodzakelijk was.Het college is van oordeel dat beklaagde adequaat heeft gehandeld. De noodzaak tot revisie komt met enige regelmaat voor. Beklaagde heeft haar goed in beeld gehouden, heeft oog gehad voor eventuele loslating en heeft telkens duidelijke vervolgafspraken gemaakt. Geen aanwijzingen dat de eerste operatie niet goed is gegaan.  De bevindingen van de second opinion waren in wezen niet anders dan die van beklaagde. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4464

    Klacht tegen arts die de verzuimbegeleiding van klager deed toen klager zich ziekgemeld had voor zijn werk. Klager verwijt de arts dat klager - ondanks het negatieve advies hieromtrent van zijn behandelaar - mee moest werken aan belastende onderzoeken en dat beklaagde geen nulmeting heeft verricht en geen contact heeft gelegd met klagers behandelaar. Naar het oordeel van het college bestond er ten behoeve van het uitvoeren van het arbeidsdeskundigonderzoek geen noodzaak of verplichting contact op te nemen met de behandelaar van klager. Ook niet nadat klager daarom had verzocht. Het college komt tot dit oordeel op grond van het feit dat het eerste deskundigenoordeel dateerde uit november 2021. Het deskundigenoordeel – en de daarin opgenomen relevante informatie ten behoeve van de gezondheidssituatie van klager – was dus slechts enkele maanden oud en daarmee nog altijd relevant. Ook was de informatie van de behandelaar voor beklaagde bekend, namelijk diens advies om nog niet een paar keer in de week op locatie te gaan beginnen. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3711

    Klacht tegen verpleegkundige in tbs-instelling. De klacht heeft onder andere betrekking op de aanvraag van een EVBG-status, een longstay-aanvraag en de plaatsing op een bepaalde afdeling. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3571

    Ongegronde klacht tegen arts-assistent. Klaagster verwijt de arts-assistent dat zij naar aanleiding van een telefonisch consult op twee onderdelen onjuiste aantekeningen in haar dossier heeft gemaakt.. Het college oordeelt dat de eerste aantekening in de context van andere aantekeningen in het dossier niet onjuist is. De tweede aantekening was een evidente vergissing zonder behandelconsequenties waarvoor de arts-assistent haar excuses heeft aangeboden. Het college acht dit onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3298

    Klacht tegen neuroloog deels gegrond zonder oplegging van maatregel. De klacht heeft onder meer betrekking op het onderzoek door beklaagde en de door hem gestelde diagnose functionele dystonie. Een van de klachtonderdelen betreft het verwijt dat beklaagde, ondanks een verzoek daartoe van klager, geweigerd heeft de diagnostiek inzake functioneel uit zijn dossier te verwijderen. De klacht is in zoverre gegrond. Het betreft hier een expliciet verzoek om vernietiging waarop artikel 7:455 BW van toepassing is. Uit de stukken kan niet worden afgeleid dat beklaagde op dit verzoek heeft gereageerd. Ook blijkt niet dat klager zijn verzoek niet langer handhaafde. Beklaagde had daarom aan dit verzoek gehoor moeten geven. Door dit niet te doen heeft beklaagde tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Voor het overige is de klacht ongegrond. De gegrondverklaring is mede gebaseerd op geldende rechtspraak van het CTG over selectieve vernietiging van een dossier op verzoek van een patiënt (ECLI:NL:TGZCTG:2021:61). Omdat deze rechtspraak op het moment van handelen van beklaagde nog geen volledige duidelijkheid bood, legt het college geen maatregel op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle |2022/4164

    Klacht tegen tandarts. Klaagster was patiënte van de aangeklaagde tandarts. Nadat zij betrokken was geweest bij een ruzie waarbij ook de dochter van de tandarts betrokken was, heeft de tandarts per direct de behandelingsovereenkomst met haar beëindigd. Ook stuurde hij hierover een e-mail naar de moeder van klaagster. Klaagster verwijt de tandarts dat deze haar zorg heeft onthouden en de behandelingsovereenkomst niet op de juiste wijze heeft beëindigd. Ook verwijt klaagster de tandarts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door de inhoud van het e-mailbericht aan haar moeder. Het college verklaart de klacht geheel gegrond en legt hiervoor een berisping op.