Zoekresultaten 91-100 van de 182 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/58

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster is in 2018 geopereerd aan het carpaal tunnelsyndroom in haar linkerhand. De operatie vond plaats door een AIOS onder supervisie van de plastisch chirurg. Volgens klaagster is de operatie niet goed gegaan, waardoor zij later opnieuw geopereerd moest worden. Zij verwijt de plastisch chirurg 1) dat deze de operatie door een AIOS heeft laten uitvoeren, zonder dat klaagster daarmee zou hebben ingestemd en 2) dat de operatie uitgevoerd zou zijn met een botte schaar en de plastisch chirurg dat wist. Het college deelt deze verwijten niet en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3730

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Op basis van die informatie heeft beklaagde in het zorgplan over klager de bedoelde passage over agressie mogen opnemen. Dat klager het niet eens is met de zorgmachtigingen en de bewoordingen van beklaagde is voorstelbaar maar daarmee is het nog geen smaad of laster.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4115 en Z2022/4187

    Voorzittersbeslissing. Ne bis in idem; art. 51 Wet BIG. Klaagster heeft eerder geklaagd tegen dezelfde gynaecoloog. De klacht werd door het RTG ongegrond verklaard. Het hiertegen door klaagster ingediende hoger beroeps werd door het CTG wegens onvoldoende duidelijk omschreven gronden niet-ontvankelijk verklaard.De voorzitter oordeelt dat er nu over hetzelfde handelen wordt geklaagd als in de eerdere procedures, ook al wordt dit enigszins anders verwoord. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3053

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klager is eenmaal bij de betreffende bedrijfsarts op consult geweest. Over beklaagdes handelen met betrekking tot dit consult heeft klager eerder een klacht ingediend bij het regionaal tuchtcollege. Deze klacht is ongegrond verklaard, waarna klager beroep heeft ingesteld. Hangende deze beroepsprocedure heeft hij bij het regionaal tuchtcollege opnieuw een klacht ingediend. Vanwege de verwevenheid van beide procedures heeft het tuchtcollege de behandeling van de nieuwe klacht aangehouden in afwachting van de beslissing van het CTG in de lopende beroepsprocedure. Het CTG heeft vervolgens beslist en in de beoordeling ook het nieuwe klachtonderdeel betrokken. Naar het oordeel van het college betreft de onderhavige klacht hetzelfde handelen als het handelen waarover het CTG onherroepelijk heeft beslist. Klacht niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/53

    Klacht tegen psychiater. Klager verblijft in een tbs-kliniek. Hij verwijt de psychiater dat deze ten aanzien van klager zou hebben geadviseerd hem dwangmedicatie te geven. Het college is van oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/39

    Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde, inhoudende dat zij een patiënte die met Covid-19 verbleef op een revalidatieafdeling van een zorgcentrum - ondanks meerdere verzoeken van de familie - niet heeft doorgestuurd naar het ziekenhuis. Uiteindelijk is patiënte wel doorgestuurd naar het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat er voordat patiënte daadwerkelijk werd doorgestuurd geen medische indicatie was om haar op te laten nemen in het ziekenhuis. Het college acht het handelen van beklaagde verdedigbaar en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle gp2020/26

    Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De gezondheidszorgpsycholoog is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog dat zij klager zou hebben gedwongen een document te ondertekenen om gedwongen therapie te volgen en dat zij klager onheus zou hebben bejegend door te zeggen dat hij een drugsdealer is. De klacht wordt in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/55

    Klacht tegen een psychiater. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De psychiater is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt de psychiater dat hij onwaarheden over klager heeft verteld, dat hij zich jegens klager agressief heeft opgesteld en dat hij bij klager een onjuiste diagnose heeft gesteld. Deze klachtonderdelen zijn ook al behandeld in een eerdere tuchtzaak (G2020/55) van klager tegen deze psychiater. In de beslissing in die zaak – die nog niet onherroepelijk is ten tijde van deze beslissing – zijn de verwijten kennelijk ongegrond verklaard. Dat oordeel wordt hier als ingelast beschouwd, wat betekent dat ook deze klacht kennelijk ongegrond wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle GP2020/24

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog/psychotherapeut. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De aangeklaagde zorgverlener is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt haar dat zij tegen klager zou hebben gezegd dat hij dwangmedicatie zou krijgen in de volgende kliniek en dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het college verwijst voor het eerste verwijt naar de beslissing met nummer GP2020/18, op een eerdere klacht van klager tegen dezelfde zorgverlener. In die zaak – die nog niet onherroepelijk is ten tijde van deze beslissing – is hetzelfde verwijt naar voren gebracht en is daar al op geoordeeld. Dat oordeel (kennelijk ongegrond) wordt hier als ingelast beschouwd. Wat betreft het tweede verwijt geldt dat de aangeklaagde überhaupt geen diagnose heeft gesteld. De klacht is in beide onderdelen kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle gp2020/25

    Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De gezondheidszorgpsycholoog is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog – kort samengevat – dat hij een paar uur in een isoleercel heeft gezeten, dat hij bepaalde zaken kwijt is geraakt, dat ze tegen hem heeft gelogen en zich racistisch heeft uitgelaten en dat zij hem wilde overplaatsen naar een extra beveiligde afdeling. Een deel van de klacht is al in een eerdere zaak, met nummer GP2020/14, behandeld. In de betreffende beslissing – die nog niet onherroepelijk is ten tijde van deze beslissing – is dat deel van de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Die beoordeling wordt als ingelast beschouwd in deze beslissing. De overige verwijten zijn volgens het college ook kennelijk ongegrond. Dit betekent dat de klacht in zijn geheel kennelijk ongegrond is.