Zoekresultaten 81-90 van de 44614 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5701

    Huisarts wordt verweten dat hij nalatig is geweest in het verlenen van medisch noodzakelijke zorg, dat hij klager niet serieus genomen heeft en geen afschrift van het medisch dossier heeft verstrekt. Klager formuleert 11 klachtonderdelen. Onvoldoende duidelijke onderbouwing van vijf klachtonderdelen. Geen sprake van nalatigheid. Het medisch dossier is verstrekt. Gedeeltelijk kennelijk niet ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:103 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-748/AL/MN

    Klacht over advocaat van de wederpartij. Klager verwijt verweerster dat zij in de procedures feiten heeft geponeerd waarvan zij wist of redelijkerwijs moest weten dat deze niet juist waren. De raad overweegt hierover dat op grond van de stukken in het klachtdossier niet ten aanzien van alle door klager genoemde uitlatingen is vast komen te staan dat verweerster deze heeft gedaan. Ten aanzien van de informatie - over het aantal werkdagen van haar cliënte en over de persoon en het handelen van klager - waarvan wel is gebleken dat verweerster deze in de procedures naar voren heeft gebracht, is de raad van oordeel dat verweerster daarmee de haar toekomende vrijheid niet te buiten is gegaan. Verweerster mocht zonder nader onderzoek afgaan op deze feitelijke informatie die zij van haar cliënte had ontvangen. Daarbij neemt de raad in aanmerking dat de stelling van klager dat de aangifte van de cliënte van verweerster ‘valselijk is bevonden en de cliënte van verweerster daarvoor is veroordeeld’ door verweerster wordt betwist en niet door klager is onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:68 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2491

    Klacht tegen een psychiater. Klager verbleef in de penitentiaire inrichting waar de psychiater werkzaam was. Klager heeft twee consulten bij de psychiater gehad. Klager verwijt de psychiater dat (1) hij haar heeft verzocht om hem te testen, maar dat zij zei dat dit niet kan omdat klager geen psychiatrische of psychische problemen heeft en klager het voor buiten en de rechter wil gebruiken, (2) er in het medisch dossier van klager uitlatingen over ziektebeelden zijn gedaan, zonder dat de psychiater klager daar voorafgaand van op de hoogte heeft gesteld en (3) dat hij de psychiater heeft gevraagd om informatie uit het medisch dossier te verwijderen en de psychiater toen heeft aangegeven daartoe niet over te gaan, aangezien het haar mening betreft. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7454

    Verweerder, arts maatschappij en gezondheid en bedrijfsarts, wordt verweten te hebben bijgedragen aan het opstellen van richtlijnen en regels die het (laten) verrichten van euthanasie onnodig hebben bemoeilijkt. Klager meent dat (mede) daarom de euthanasie van de echtgenote van klager niet heeft plaatsgevonden. Klager eist ook dat de organisatie waarvoor verweerder werkzaam is jaarlijks een bedrag overmaakt aan een andere organisatie die informatie verstrekt over het levenseinde. Oordeel college: Klager is kennelijk niet ontvankelijk

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:104 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-751/AL/GLD

    Raadsbeslissing. De raad verklaart de klacht niet-ontvankelijk omdat deze te laat is ingediend.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:60 Raad van Discipline Amsterdam 25-101/A/A 25-114/A/A

    25-101/A/A: Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Gelet op het bepaalde in gedragsregel 25 lid 1 stond het verweerster (juist) niet vrij om klager rechtstreeks aan te schrijven. Zij diende dit via de advocaat van klager te doen en dat heeft zij ook gedaan. Verweerster kan daarom geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.25-114/A/A:Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerster privacygevoelige informatie over klaagster met een derde zou hebben gedeeld, dan wel klaagster (hiermee) onevenredig nadeel zou hebben toegebracht, heeft klaagster niet onderbouwd en dit is de voorzitter ook overigens niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-792/AL/GLD/D

    Dekenbezwaar: Verweerder heeft in strijd met de in de Voda genoemde administratieplicht gehandeld en in strijd met gedragsregel 29 niet meegewerkt aan een onderzoek van de deken door gedurende meerdere jaren geen opgave te doen van de financiële kengetallen van zijn kantoor en in de jaren 2023 en 2024 de CCV-kantooropgave niet in te vullen. Verweerder heeft weliswaar een aantal (persoonlijke) omstandigheden naar voren gebracht die zijn nalaten kunnen verklaren, maar die omstandigheden leveren geen (verschoonbaar) excuus op om gedurende meerdere jaren de deken op deze wijze in zijn toezichthoudende taak te frustreren. De raad rekent verweerder dat aan. In het voordeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat de deken op de zitting van de raad heeft verklaard dat verweerder het grootste deel van de gevraagde stukken alsnog aan de deken heeft overgelegd en verweerder heeft verklaard dat hij ook die nog ontbrekende stukken kort na de zitting aan de deken zal sturen. Gelet op de ernst van het handelen en de overige feiten en omstandigheden, is de raad van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes weken passend is. Omdat de deken op de zitting heeft verklaard dat verweerder de kantooropgaven van de jaren 2023 en 2024 nog niet heeft ontvangen, zal de raad als bijzondere voorwaarde stellen dat verweerder – voor zover hij dat nog niet heeft gedaan - alle (in dit dekenbezwaar genoemde) door de deken gevraagde informatie binnen vier weken na het onherroepelijk van deze beslissing aan de deken dient te verstrekken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:61 Raad van Discipline Amsterdam 25-124/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder is bij zijn optreden voor zijn cliënte binnen de grenzen van zijn vrijheid gebleven. Geen schending van gedragsregels 5, 6 lid 2 of 8.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:98 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-151/AL/MN

    Voorzittersbeslissing over verweerder als advocaat van de wederpartij. De ernstige aantijgingen aan het adres van verweerder missen een feitelijke onderbouwing. Dat verweerder derden heeft misleid, waaronder het gerechtshof, is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:62 Raad van Discipline Amsterdam 25-129/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een advocaat die optreedt in een andere hoedanigheid is kennelijk ongegrond. Dat verweerder door het bekleden van de interim functie de belangen van verweerster, dan wel het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad of de kernwaarden zou hebben overtreden, heeft klaagster niet nader onderbouwd en dit is de voorzitter ook overigens niet gebleken.