Zoekresultaten 51-60 van de 44994 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:112 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-225/DH/DH
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 04-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:112
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen (voormalig) advocaat. Verweerder heeft na de procedure bij de rechtbank laten weten dat hij klager in de hoger beroepsprocedure niet kon en wilde bijstaan. Verweerder was niet gehouden te voldoen aan klagers daaropvolgende verzoeken, oa dat verweerder een stuk van klager zou ondertekenen en bij de rechtbank zou indienen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:98 Hof van Discipline 's Gravenhage 240258
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:98
Deze zaak betreft een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Klaagster stelt dat verweerder executoriaal derdenbeslag heeft gelegd zonder klaagster daarover voorafgaand te informeren en opgave te doen van het bedrag dat zij nog verschuldigd zou zijn. Klaagster is hierdoor onnodig op kosten gejaagd, ook omdat onder twee banken tegelijk beslag is gelegd. De Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (hierna: de raad) heeft de klacht deels gegrond, deels ongegrond verklaard zonder het opleggen van een maatregel. Klaagster komt in beroep tegen de onderdelen van haar klacht die ongegrond zijn verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:113 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-238/DH/DH
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 04-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:113
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen verweerder over procedures waarin zij geen procespartij waren, maar waar wel over hen is geschreven en gesproken. Klagers zijn niet van de procedures op de hoogte gesteld en hebben zich niet kunnen verweren. Klagers stellen dat het verweerders verantwoordelijkheid was om hen te informeren en om hun stem en standpunt daarin te laten horen. Klacht deels niet-ontvankelijk, omdat die te laat is ingediend. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:99 Hof van Discipline 's Gravenhage 240321
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:99
Klaagster verwijt verweerder dat zij in een intakegesprek met verweerder onder druk is gezet om een opdrachtbevestiging te tekenen zonder dat zij volledig begreep wat zij ondertekende. Tevens verwijt klaagster dat verweerder kosten van zijn werkzaamheden aan haar in rekening heeft gebracht en dat verweerder voorafgaand aan en tijdens de bespreking niet transparant is geweest over de kosten. Deze twee klachtonderdelen zijn door de raad gegrond verklaard met oplegging van de maatregel van berisping. Hiertegen richt zich het hoger beroep van verweerder. Ook komt verweerder in beroep tegen de opgelegde maatregel. Het hof acht het tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar dat verweerder niet voorafgaand aan, en ook niet bij aanvang van, het intakegesprek, aan klaagster heeft uitgelegd dat het gesprek niet vrijblijvend was als er geen toevoeging werd verleend en welke bedragen in dat geval in rekening zouden worden gebracht. De klacht dat in de opdrachtbevestiging geen kostenbegroting was opgenomen is gegrond. De klacht dat werkzaamheden zijn gefactureerd aan klaagster terwijl op dat moment duidelijk was dat voor de zaak van klaagster een toevoeging was verleend aan een andere advocaat is gegrond. Het beroep tegen de maatregel slaagt niet. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:100 Hof van Discipline 's Gravenhage 250132
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:100
Verzoeker heeft een verzoek ingediend dat strekt tot wraking van de voorzitter van de raad die zijn klacht met toepassing van artikel 46j van de Advocatenwet kennelijk ongegrond heeft verklaard. Het wrakingsverzoek is niet in behandeling genomen, omdat in de klachtzaak van verzoeker reeds uitspraak was gedaan. Verzoeker komt in hoger beroep van deze beslissing op zijn wrakingsverzoek. Het hof oordeelt dat tegen een beslissing op een wrakingsverzoek geen rechtsmiddel meer kan worden ingesteld met een beroep op een doorbrekingsgrond. Het arrest van de Hoge Raad van 21 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:918) is ook van toepassing als er nog een rechtsmiddel open staat, in dit geval verzet tegen een voorzittersbeslissing. Het beroep van verzoeker wordt niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:101 Hof van Discipline 's Gravenhage 250118
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:101
Beroep ingesteld tegen een beslissing van de raad waarbij het verzet tegen een voorzittersbeslissing ongegrond is verklaard. Geen doorbreking van het appelverbod. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:102 Hof van Discipline 's Gravenhage 250111
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:102
Artikel 13 beklag. De deken heeft zich terecht op het standpunt kunnen stellen dat de procedures die klaagster wenst te voeren geen redelijke kans van slagen hebben. Het beklag is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-152/DB/LI
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:93
Raadsbeslissing. Voorwaardelijke schorsing van vier weken voor het sturen van een factuur aan de wederpartij voor werkzaamheden ten behoeve van de eigen cliënt. Schending kernwaarde (financiële) integriteit.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7708
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 10-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:146
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster had toenemende klachten vanwege parodontitis. De tandarts heeft haar - mede rekening houdend met de kosten - het advies gegeven van een totaalextractie en een volledige immediaatnoodprothese in zowel de onder- als de bovenkaak. Klaagster heeft dit advies gevolgd. Gezien de staat van het gebit is dit geen onjuiste behandeling geweest. Evenmin kan worden vastgesteld dat de tandarts de behandeling onjuist heeft uitgevoerd. De tandarts heeft klaagster geïnformeerd over de mogelijke behandelingen en de consequenties daarvan. Er was geen indicatie voor verwijzing naar een andere zorgverlener. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:103 Hof van Discipline 's Gravenhage 250057
- Datum publicatie: 10-06-2025
- Datum uitspraak: 06-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:103
Artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Afwijzing door de deken een advocaat aan te wijzen. Het hof verklaart het beklag tegen deze beslissing ongegrond. Klager heeft onvoldoende onderbouwd dat de door hem te voeren procedure een redelijke kans van slagen heeft.