Zoekresultaten 31-40 van de 44971 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:113 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-238/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen verweerder over procedures waarin zij geen procespartij waren, maar waar wel over hen is geschreven en gesproken. Klagers zijn niet van de procedures op de hoogte gesteld en hebben zich niet kunnen verweren. Klagers stellen dat het verweerders verantwoordelijkheid was om hen te informeren en om hun stem en standpunt daarin te laten horen. Klacht deels niet-ontvankelijk, omdat die te laat is ingediend. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:99 Hof van Discipline 's Gravenhage 240321

    Klaagster verwijt verweerder dat zij in een intakegesprek met verweerder onder druk is gezet om een opdrachtbevestiging te tekenen zonder dat zij volledig begreep wat zij ondertekende. Tevens verwijt klaagster dat verweerder kosten van zijn werkzaamheden aan haar in rekening heeft gebracht en dat verweerder voorafgaand aan en tijdens de bespreking niet transparant is geweest over de kosten. Deze twee klachtonderdelen zijn door de raad gegrond verklaard met oplegging van de maatregel van berisping. Hiertegen richt zich het hoger beroep van verweerder. Ook komt verweerder in beroep tegen de opgelegde maatregel. Het hof acht het tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar dat verweerder niet voorafgaand aan, en ook niet bij aanvang van, het intakegesprek, aan klaagster heeft uitgelegd dat het gesprek niet vrijblijvend was als er geen toevoeging werd verleend en welke bedragen in dat geval in rekening zouden worden gebracht. De klacht dat in de opdrachtbevestiging geen kostenbegroting was opgenomen is gegrond. De klacht dat werkzaamheden zijn gefactureerd aan klaagster terwijl op dat moment duidelijk was dat voor de zaak van klaagster een toevoeging was verleend aan een andere advocaat is gegrond. Het beroep tegen de maatregel slaagt niet. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:100 Hof van Discipline 's Gravenhage 250132

    Verzoeker heeft een verzoek ingediend dat strekt tot wraking van de voorzitter van de raad die zijn klacht met toepassing van artikel 46j van de Advocatenwet kennelijk ongegrond heeft verklaard. Het wrakingsverzoek is niet in behandeling genomen, omdat in de klachtzaak van verzoeker reeds uitspraak was gedaan. Verzoeker komt in hoger beroep van deze beslissing op zijn wrakingsverzoek. Het hof oordeelt dat tegen een beslissing op een wrakingsverzoek geen rechtsmiddel meer kan worden ingesteld met een beroep op een doorbrekingsgrond. Het arrest van de Hoge Raad van 21 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:918) is ook van toepassing als er nog een rechtsmiddel open staat, in dit geval verzet tegen een voorzittersbeslissing. Het beroep van verzoeker wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:101 Hof van Discipline 's Gravenhage 250118

    Beroep ingesteld tegen een beslissing van de raad waarbij het verzet tegen een voorzittersbeslissing ongegrond is verklaard. Geen doorbreking van het appelverbod. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:102 Hof van Discipline 's Gravenhage 250111

    Artikel 13 beklag. De deken heeft zich terecht op het standpunt kunnen stellen dat de procedures die klaagster wenst te voeren geen redelijke kans van slagen hebben. Het beklag is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-152/DB/LI

    Raadsbeslissing. Voorwaardelijke schorsing van vier weken voor het sturen van een factuur aan de wederpartij voor werkzaamheden ten behoeve van de eigen cliënt. Schending kernwaarde (financiële) integriteit.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7708

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster had toenemende klachten vanwege parodontitis. De tandarts heeft haar - mede rekening houdend met de kosten - het advies gegeven van een totaalextractie en een volledige immediaatnoodprothese in zowel de onder- als de bovenkaak. Klaagster heeft dit advies gevolgd. Gezien de staat van het gebit is dit geen onjuiste behandeling geweest. Evenmin kan worden vastgesteld dat de tandarts de behandeling onjuist heeft uitgevoerd. De tandarts heeft klaagster geïnformeerd over de mogelijke behandelingen en de consequenties daarvan. Er was geen indicatie voor verwijzing naar een andere zorgverlener. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:103 Hof van Discipline 's Gravenhage 250057

    Artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Afwijzing door de deken een advocaat aan te wijzen. Het hof verklaart het beklag tegen deze beslissing ongegrond. Klager heeft onvoldoende onderbouwd dat de door hem te voeren procedure een redelijke kans van slagen heeft.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7898

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft in twee behandelsessies de tanden en kiezen van klaagster getrokken. Bij de tweede behandelsessie heeft de kaakchirurg noodprothesen geplaatst. Klaagster geeft aan dat de prothesen niet passen en pijnlijk zijn en dat de kaakchirurg is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Het college ziet niet in welke zin de kaakchirurg in de nazorg zou zijn tekortgeschoten. De pijn van het plaatsen van een noodprothese direct na extractie is een ongewenst, maar onvermijdelijk neveneffect van de plaatsing van immediaatprothesen. De instructie om de prothese zoveel mogelijk in te houden was juist. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:89 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-933/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft ten onrechte de (historische) adresgegevens van klager opgevraagd bij de afdeling burgerzaken van de gemeente. De raad is van oordeel dat uit de in verweersters brief aan de gemeente vervatte onderbouwing van het verzoek om de uittreksels te verstrekken, in samenhang bezien met de inhoud van de door verweerster ingediende processtukken, genoegzaam is gebleken dat verweerster het verzoek aan de gemeente heeft gedaan met het doel om bewijs te vergaren. Bewijsvergaring mag echter geen reden zijn voor het opvragen van een uittreksel uit de registers. Verweerster heeft daarnaast in strijd gehandeld met gedragsregel 25 doordat zij bij brief van 16 februari 2024 rechtstreeks contact heeft opgenomen met klager. Gegrond. Berisping.