Zoekresultaten 39041-39050 van de 42242 resultaten

  • ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0091 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE5010

    De feiten waarop de schriftelijke verklaring is gebaseerd, zijn onduidelijk. De omschrijving van de feiten kunnen niet leiden tot een helder beeld van de overtreding waarvoor een maatregel wordt gevraagd. Vrijspraak.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1110 Raad van Discipline Amsterdam 10-076A + 10-077A

    Verzetzaak. Hangt samen met beslissingen in 10-073A en 10-074A. Niet gebleken dat de advocaat vertrouwelijke informatie van de cliënte, de dochter van klager, aan de politie of officier van justitie heeft doorgegeven. Belangen van klager niet geschonden. Ook niet gebleken dat advocaat anderszins jegens klager buiten het betamelijke is getreden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0646 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/296

     

  • ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0092 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE5210

    Het feit dat reeds een nieuw koppel pluimvee is opgezet, op het moment dat de lege stal had moeten worden gereinigd en ontsmet, levert geen overmachtsituatie op. Geldboete.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1111 Raad van Discipline Amsterdam 10-085A

    Verzetzaak. Klacht gericht tegen advocaat van wederpartij. Een advocaat van een wederpartij komt bij het behartigen van de belangen van zijn cliënt een grote mate van vrijheid toe. Niet gebleken dat verweerder deze beleidsvrijheid (beslag leggen op zeilschip want naderhand van iemand anders bleek) te buiten is gegaan. Uitbreiding van de klacht in verzet of hoger beroep is niet mogelijk. Verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:TPETPVE:2010:YD0086 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE3910

    Betrokkene wordt verweten niet tijdig de uitslag van salmonellaonderzoek aan de slachterij door te geven. Betrokkene toont met brief aan dat de uitslag van het Salmonellaonderzoek tijdig bij de slachterij bekend was. Vrijspraak op dit onderdeel van de schriftelijke verklaring. Betrokkene laat twee keer Campylobacteronderzoek na, als gevolg van andere handelwijze door nieuwe afnemer pluimvee, maar geeft voor het overige geen blijk van onzorgvuldige bedrijfsvoering.  

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0645 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/09

     

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0106 Accountantskamer Zwolle 10/753 Wtra AK

    Ten onrechte en in strijd met Richtlijn voor de Jaarverslaggeving B7.102 (kleine rechtspersoon), heeft betrokkene een tegoed op een depositorekening, welke krachtens onderlinge afspraak met een derde ter dekking van eventuele toekomstige schulden aan die derde niet vrij opneembaar was, op de balans onder de vlottende activa opgenomen. In strijd met NVCOS 2400 heeft betrokkene nader onderzoek daarnaar achterwege gelaten. In strijd met NVCOS 2400 heeft betrokkene in zijn verklaring bij de jaarrekening niet opgenomen dat de beoordeling was verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 2400. Alhoewel niet wettelijk is voorgeschreven dat achterstelling van een lening wordt vermeld, had deze wel vermeld moeten worden onder "langlopende schulden" en in elk geval niet onder "kortlopende schulden", nu betrokkene zelf een indeling van lang- en kortlopende schulden in de balans had gemaakt. Betrokkene is zowel openbaar accountant van onderhavige reisorganisatie als van een vennootschap (touroperator) waarbij de reisorganisatie boekingen onderbrengt. Ten onrechte heeft betrokkene als vertegenwoordiger van de touroperator aan derden inlichtingen verstrekt over gestelde positieve ontwikkelingen in de solvabiliteit en liquiditeit van de reisorganisatie zonder zich ervan te vergewissen dat na het uitbrengen van de jaarcijfers 2008 zijn uitlatingen wel juist waren; strijdigheid met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en objectiviteit; nagelaten het conceptueel raamwerk van de VGC toe te passen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0107 Accountantskamer Zwolle 10/543 Wtra AK

    Behoudens bijzondere omstandigheden kan het door een accountant in zijn zakelijke betrekkingen al dan niet in rechte innemen van een civielrechtelijk standpunt in het kader van de door hem in acht te nemen fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit (artikel A-100.4 sub a. juncto A-110.1, c.q. A-150.1 VGC) niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt leiden.Van dergelijke bijzondere omstandigheden is onder meer sprake indien geoordeeld zou moeten worden dat een door een accountant ingenomen standpunt bewust en te kwader trouw onjuist of misleidend blijkt te zijn of naar haar aard bezien door een redelijke en goed geïnformeerde derde, die over alle relevante informatie beschikt, zal worden opgevat als schadelijk voor de goede naam van het accountantsberoep. In wezen geldt dezelfde normstelling voor zover het handelen van betrokkene, verricht vóór 1 januari 2007, getoetst dient te worden aan artikel 5 GBR-1994.     Hoger beroep ingesteld: uitspraak zie LJN BX0928 (www.rechtspraak.nl)

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0108 Accountantskamer Zwolle 10/1134 Wtra AK

    Kantoortoetsing AA. Niet voldoen aan PE-verplichting, in vergaande mate, en bij herhaling, niet beschikken over een adequaat stelsel van kwaliteitsbeheersing. Schenden van  basale regels welke gelden voor samenstellingsopdrachten.