Zoekresultaten 39031-39040 van de 42844 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0898 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 109

    Klaagster verwijt de verpleegkundige onder meer dat deze onzorgvuldig is geweest in zijn verslaglegging, zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden en beschadigende verklaringen heeft afgelegd. Klacht ongegrond.      

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0138 Accountantskamer Zwolle 10/3 Wtra AK

    Voor werkzaamheden door betrokkene verricht voordat zij  is ingeschreven als accountant in het register, kan zij niet tuchtrechtelijk worden aangesproken. Werkzaamheden van een op het dossier meewerkende (hulp)accountant kunnen in verhouding tot de door de hoofdverantwoordelijke accountant zo gering zijn dat naast tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van de hoofdverantwoordelijke account, er geen plaats is voor afzonderlijke tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van de hulpaccountant. De beperkte reikwijdte van de onderzoeksverplichting naar door de directie van de client van een samenstellingsopdracht verschafte gegevens. Een omissie van betrokkene die, zodra deze aan betrokkene bekend wordt, door haar binnen redelijke termijn wordt hersteld, kan met zich meebrengen dat de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid aan de onjuiste gedraging ontvalt.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0899 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 072b

    Klagers verwijten de verpleegkundige als triagist niet afdoende te hebben gereageerd op de telefonische beschrijving van het ziektebeeld van patiënte, de urgentie onjuist te hebben geclassificeerd en onvoldoende verslag te hebben gedaan van de inhoud van het telefoongesprek. Het College oordeelt dat de verpleegkundige/triagist behoort tot de kring van personen over wie ingevolge de wet BIG kan worden geklaagd. Twee van de drie klachtonderdelen gegrond. Waarschuwing.    

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0139 Accountantskamer Zwolle 10/2 Wtra AK

    Dat klager vnl. een civielrechtelijk belang heeft bij het instellen van een klacht levert geen misbruik van tucht(proces)recht op. De beperkte reikwijdte van de onderzoeksverplichting naar door de directie van de client van een samenstellingsopdracht verschafte gegevens. Ambsthalve wordt opgemerkt dat betrokkene fout handelt door het afgeven van een jaarrekening met door hem getekende en gedateerde samenstellingsverklaring, waarin rekening is gehouden met een verhanging van een dochtervennootschap zonder zich ervan te hebben vergewist dat die verhanging daadwerkelijk heeft plaatsgehad. Echter de klacht heeft daarop geen betrekking, terwijl de Accountantskamer onvoldoende aanleiding ziet de klacht ambtshalve aan te vullen. Wanneer dient een voorziening voor het aandeel in het negatief vermogen van deelnemingen te worden opgenomen (RJ 214, alinea 213 en vanaf 1 januari 2009, alinea 339). Een omissie van betrokkene die, zodra deze aan betrokkene bekend wordt, door haar binnen redelijke termijn wordt hersteld, kan met zich meebrengen dat de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid aan de onjuiste gedraging ontvalt.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0140 Accountantskamer Zwolle 10/1 Wtra AK

    Pogingen van de vestigingsdirecteur om ontstane geschillen over het werk en de facturering daarvan van/door aan het kantoor verbonden accountants in der minne met de client te regelen, maakt hem niet tuchtrechtelijk medeverantwoordelijk voor de door de client gestelde gebreken. Een accountantsorganisatie staat het in beginsel vrij tegen een niet betalende client passende rechtsmaatregelen te treffen, indien daarbij een voldoende en juiste afweging heeft plaatsgevonden tussen het kantoorbelang en de belangen van de client bij voortzetting van de afgesproken werkzaamheden.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1328 Raad van Discipline Arnhem 10-170

    Verschil van inzicht in de aanpak van de zaak leidt tot terugtrekking van verweerder, hetgeen onder de omstandigheden niet ontijdig is geweest of onnodig nadeel voor klager heeft opgeleverd. Geen reden aan te nemen dat verweerder zich onvoldoende voor klager heeft ingespannen. Niet aannemelijk dat verweerder klager een gunstig resultaat over de afloop van de zaak heeft gegarandeerd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0894 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.146

    De klacht betreft klagers zoon. Klagers zoon verblijft in een zelfstandige woonvorm waar de aangeklaagde verpleegkundige teamleidster is. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij in haar hoedanigheid van teamleidster afspraken heeft geschonden m.b.t. de medische zorg voor de zoon van klager, waardoor zonder klagers toestemming medische zorg is verleend. Het RTG oordeelt dat de klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht omdat de klacht geen betrekking heeft op enig handelen als bedoeld in art. 47 lid 1 Wet BIG. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.  

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0578 Kamer van toezicht Amsterdam 444057/NT 09-50 P

    Kern van de klacht is dat klager door het handelen en/of nalaten van de notaris in een juridische en financiële structuur is terechtgekomen waardoor hij (financiële) schade heeft geleden: klager is blijven zitten met een niet afgebouwd pand en zijn schulden overtreffen door de juridische constructie beduidend meer dan het pand zal opbrengen. Klager stelt dat indien de notaris hem naar behoren had geïnformeerd over de risico’s hij de akten niet zou hebben getekend. De kamer is van oordeel dat klager had mogen verwachten dat een en ander door de notaris juridisch goed was geregeld. Echter, het is duidelijk dat door het handelen van de notaris klager is opgezadeld met een gebrekkige (juridische) constructie en met, naast zijn eigen schuld, een schuld van de woonvereniging aan de Rabobank. De notaris had moeten voorkomen dat klager in deze situatie terecht zou komen. De klacht is daarom gegrond. De kamer acht de tekortkomingen in het handelen van de notaris jegens klager zodanig ernstig, dat zij de maatregel van berisping op zijn plaats acht.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0895 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.145

    De verpleegkundige heeft klager op de afdeling Spoedeisende Hulp opgehaald om hem naar de afdeling Eerste Hart Hulp te brengen. Volgens klager stopte de verpleegkundige onderweg en weigerde hij klager verder te vervoeren. Klager verwijt de verpleegkundige dat hij heeft geweigerd de hulp te geven die klager nodig had en dat hij door zijn onmenselijk handelen het leven van klager in gevaar heeft gebracht. Het RTG heeft geoordeeld dat de feitelijke gang van zaken niet is komen vast te staan en wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0579 Kamer van toezicht Amsterdam 453507/Nt 10-12 P

      Hoewel de opstelling van de kandidaat-notaris, die zich bij haar weigering tot inzage in de urenspecificatie beroept op haar geheimhoudingsplicht in de rechtsverhouding tot haar opdrachtgever HSH, op zich begrijpelijk is, is de kamer desalniettemin van oordeel dat een notaris aan de geëxecuteerde op diens verzoek opgave dient te doen welke kosten zijn gemaakt voor werkzaamheden die direct verband houden met de executie. (Klacht gegrond, geen maatregel)