ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2216 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/228

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2216
Datum uitspraak: 17-07-2012
Datum publicatie: 17-07-2012
Zaaknummer(s): 2011/228
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder haar toestemming medische gegevens te verzenden naar de werkgever.   

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE AMSTERDAM

Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 10 mei 2011 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle binnengekomen en vervolgens naar dit college doorgestuurde en op 29 juni 2011 binnengekomen klacht van:

A,

wonende te B,

k l a g e r,

tegen

C,

bedrijfsarts,

wonende te D,

werkzaam te E,

v e r w e e r d e r,

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-                     het klaagschrift met de bijlagen;

-                     het verweerschrift;

-                     de repliek;

-                     de correspondentie betreffende het vooronderzoek;

-                     de brief van klager met de bijlagen, binnengekomen op 20 oktober 2011.  

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare terechtzitting behandeld. Partijen waren aanwezig.

2. De feiten

Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan:

2.1 Klager was sinds 2006 werkzaam als operations coördinator bij de besloten vennootschap F (hierna: de werkgever). 

2.2 Op 3 oktober 2008 is klager uitgevallen in verband met een bedrijfsongeval, waarbij hij een breuk van de rechtervoet en linkerenkel heeft opgelopen. Sinds 2 oktober 2010 ontving klager een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).

2.3. Naar aanleiding van een door de werkgever aangevraagde ontslagvergunning is het UWV een herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van klager gestart. In dat kader is door verzekeringsarts G na onderzoek op 13 januari 2011 een (Kritische) Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opgesteld waarna H een Rapportage arbeidsdeskundige d.d. 3 februari 2011 heeft opgesteld. De door het UWV naar aanleiding daarvan genomen beslissing heeft geleid tot een bezwaarschriftprocedure.      

2.4. Klager is door het UWV gevraagd of hij toestemming verleende om medische gegevens die van belang zijn voor de bezwaarprocedure aan de werkgever te verstrekken. Op het desbetreffende door het UWV opgestelde formulier heeft klager op 14 maart 2011 het volgende hokje aangevinkt:

“Ik geef UWV geen toestemming om de (ex-)werkgever inzage te geven in de medische gegevens die van belang zijn in de bezwaarprocedure.”

2.5. Op 18 maart 2011 heeft de werkgever een formulier “Aanwijzing gemachtigde medische gegevens” ondertekend. Verweerder is daarbij gemachtigd om in de bezwaarprocedure namens de werkgever op te treden. Verweerder heeft vervolgens gegevens met betrekking tot klager bij het UWV opgevraagd.

2.6. Bij brief van 23 maart 2011 heeft het UWV medische gegevens met betrekking tot klager aan verweerder verstrekt. Voormelde FML en arbeidsdeskundige rapportage zijn daarbij aan verweerder verstrekt. De brief van het UWV vermeldt verder, voor zover hier van belang, het volgende:

“Medische gegevens

De (ex-)werknemer heeft ons geen toestemming gegevens stukken met medische gegevens te sturen naar de werkgever. Wij sturen u als arts-gemachtigde de stukken die medische gegevens bevatten.

U mag de stukken met medische gegevens inzien die betrekking hebben op deze bezwaarprocedure. Maar u mag deze stukken niet aan een ander laten zien. Dus ook niet aan de (ex)werkgever. Dit geldt ook voor medische stukken die nog beschikbaar komen tijdens de procedure.”

2.7. Bij brief van 18 april 2011 heeft de werkgever het UWV I verzocht haar toestemming te verlenen tot opzegging van de arbeidsovereenkomst met klager vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. Als bijlage zijn door de werkgever ondermeer voormelde op 13 januari 2011 opgestelde FML en de 3 februari 2011 opgestelde arbeidsdeskundige rapportage bij dat verzoek gevoegd.   

3. De klacht en het standpunt van klager

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder zijn beroepsgeheim heeft geschonden door medische gegevens aan de werkgever van klager te verstrekken. Klager stelt sinds november 2009 met zijn werkgever in een arbeidsconflict gewikkeld te zijn.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.

5. De overwegingen van het college

5.1       Verweerder stelt dat hij een beperkt aantal (niet medische) zaken mag terugkoppelen aan de werkgever, namelijk die welke noodzakelijk zijn voor de begeleiding en re-integratie van de zieke werknemer en voor de vraag of er zich een uitzondering op de loondoorbetalingsverplichting voordoet. Daargelaten wat er van dit standpunt in het algemeen zij is dit standpunt naar het oordeel van het college in de concrete omstandigheden van dit geval in ieder geval onjuist.

5.2       Allereerst wordt opgemerkt dat in de klacht ook besloten ligt het verwijt dat verweerder vertrouwelijke gegevens heeft bekend gemaakt. Verweerder heeft niet of onvoldoende betwist dat de werkgever de beschikking heeft gekregen over de FML en arbeidskundige rapportage door omstandigheden waarvoor verweerder verantwoordelijk is.

5.3       Voorop moet worden gesteld dat verweerder in zijn hoedanigheid van arts-gemachtigde, als bedoeld in artikel 105 van de WIA, stukken heeft ontvangen van het UWV, die door het UWV zijn aangemerkt als stukken die medische gegevens bevatten als bedoeld in de artikelen 104 en 106 van de WIA. Ten aanzien van deze stukken vloeit reeds uit voornoemde wettelijke bepalingen voort dat die niet aan de werkgever van de betrokken werknemer kenbaar gemaakt mogen worden. Tot deze stukken behoren ook de FML van 13 januari 2011en de arbeidskundige rapportage van 3 februari 2011. Het is weliswaar niet onmogelijk dat het UWV een stuk ten onrechte als een medisch stuk heeft gekwalificeerd, zoals verweerder in dit geval kennelijk meent, maar zelfs dan staat het verweerder naar het oordeel van het college niet vrij op eigen gezag af te wijken van de kwalificatie van het UWV. Het ligt dan op de weg van verweerder contact op te nemen met het UWV om te bezien of die kwalificatie in onderling overleg wellicht gewijzigd kan worden. Verweerder heeft onzorgvuldig en in strijd met voornoemde wettelijke bepalingen gehandeld door op eigen gezag en in afwijking van strikte instructies ter zake van het UWV de hiervoor bedoelde stukken toch aan de werkgever ter kennis te brengen.

5.4       Voorts hecht het college eraan om over de vraag, welke stukken in het kader van de beoordeling van arbeidsongeschiktheid aangemerkt moeten worden als medische gegevens die onder de geheimhoudingsplicht vallen, nog het volgende op te merken. Weliswaar is niet goed vast te stellen of en welke gegevens in de FML in het algemeen als medisch zijn aan te merken, maar dit begrip dient naar het oordeel van het college niet beperkt te worden opgevat. Tot medische gegevens behoren in elk geval de uitspraken van de werknemer of (subjectieve) waarnemingen van de onderzoeker die betrekking hebben op of te herleiden zijn tot zijn geestelijke of lichamelijke gezondheidstoestand.

5.5       In deze zaak staat in de FML vermeld dat, en wordt toegelicht in welk opzicht de verzekeringsarts klager voor bepaalde werkzaamheden  – bijvoorbeeld voor het lopen, het klimmen en het staan tijdens het werk  - licht beperkt acht, terwijl ook beperkingen van het dynamische handelen in relatie tot de werkzaamheden worden vastgesteld. Dit zijn beperkingen die, gelet op het uitdrukkelijk uitgesproken bezwaar van klager, verweerder niet zonder overleg bekend had mogen maken. In zoverre heeft hij zijn beroepsgeheim geschonden, ongeacht of het hier medische gegevens betrof of niet.

5.6       Het voorgaande geldt a fortiori voor de bekendmaking door verweerder van de inhoud van het arbeidsdeskundige rapport. Daarin wordt uiteengezet dat en waarom klager ongeschikt was voor de maatgevende arbeid. Tevens is daarin het gesprek met klager weergegeven, waarin hij – om een paar voorbeelden te noemen - zijn kritische mening over de werkgever ventileert, over een behandeling wegens zijn psychische problemen spreekt, dat hij vaak depressief is en niet weet of hij er goed aan heeft gedaan een aangeboden afkoopsom bij ontslag af te wijzen. Ook voor deze gegevens gold het beroepsgeheim voor verweerder dat hij had moeten respecteren, ook hier ongeacht de kwalificatie van de aard van de gegevens.

De conclusie van het voorgaande is dat de klacht gegrond is. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ingevolge artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg  jegens klager had behoren te betrachten.

De oplegging van na te melden maatregel is daarvoor passend, waarbij wordt betrokken dat verweerder ter terechtzitting heeft meegedeeld dat hij voortaan in een vergelijkbare situatie eerst toestemming aan de betrokken patiënt voor doorzending van de informatie zal vragen.

Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal de beslissing zodra zij onherroepelijk is op na te melden wijze worden bekendgemaakt.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege waarschuwt verweerder;

Bepaalt dat de beslissing ingevolge artikel 71 van de Wet BIG

in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en aan het tijdschrift Medisch Contact ter bekendmaking zal worden aangeboden.

Aldus gewezen op 12 juni 2012 door:

mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter,

dr. B. van Ramshorst, P.G.J. Koch en dr. T. Kuipers, leden-arts,

mr. Q.R.M. Falger, lid-jurist,

mr. P.J. van Vliet, als secretaris,

en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 17 juli 2012 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.

w.g. J.S.W. Holtrop, voorzitter

w.g. P.J. van Vliet, secretaris