Zoekresultaten 35941-35950 van de 42209 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1756 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.133

    Zes klagers dienen een klacht in bij het RTG tegen een 5-tal artsen (van de afdeling cardiologie) over de wijze waarop hun moeder behandeld is nadat zij in een ander ziekenhuis een aortaklepvervanging en een bypass operatie had ondergaan. Het RTG wijst de klacht af. Drie van de zes klagers gaan in beroep. Het CTG oordeelt dat de verleende medische zorg in het algemeen accuraat is geweest, maar dat de communicatie met de familie beter had gekund. Doch dit leidt niet tot een tuchtrechtelijk verwijt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1770 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 173/2011

    Raadkamerbeslissing. Klacht van TBS’er tegen behandelcoöordinator (arts). Klacht: onjuiste diagnose met betrekking tot verrichten van arbeid. Klacht kennelijk ongegrond  .

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1763 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.046

    Klaagster bezoekt de spoeddienst van de tandarts. In het kader van een endodontische behandeling spoelt mondhygiëniste het wortelkanaal. Daarbij wordt spoelmiddel hypochloriet doorgeperst. Klaagster verwijt de tandarts in eerste aanleg dat hij niet heeft kenbaar gemaakt dat degene die spoelde mondhygiëniste was, dat het wortelkanaal op ondeskundige en onzorgvuldige wijze is gespoeld en de mondhygiëniste is doorgegaan met spoelen terwijl duidelijk was dat het niet goed ging. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het eerste klachtonderdeel ongegrond en de klacht voor het overige gegrond en waarschuwt de tandarts. In het beroep van de tandarts oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat ook het tweede en derde klachtonderdeel ongegrond zijn. Het spoelen van het wortelkanaal is geen aan een tandarts voorbehouden behandeling als bedoeld in de Wet BIG. De mondhygiëniste mocht in de praktijk gelden als voldoende ervaren en bekwaam om de spoeling zelfstandig uit te voeren. Over tekortkomingen van de mondhygiëniste tijdens het spoelen kan de tandarts geen verwijt worden gemaakt. Toen de mondhygiëniste zijn hulp en advies inriep heeft de tandarts vervolgens voldoende adequaat ingegrepen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1757 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.136

    Zes klagers dienen een klacht in bij het RTG tegen een 5-tal artsen (van de afdeling cardiologie) over de wijze waarop hun moeder behandeld is nadat zij in een ander ziekenhuis een aortaklepvervanging en een bypass operatie had ondergaan. Het RTG wijst de klacht af. Drie van de zes klagers gaan in beroep. Het CTG oordeelt dat de verleende medische zorg in het algemeen accuraat is geweest, maar dat de communicatie met de familie beter had gekund. Doch dit leidt niet tot een tuchtrechtelijk verwijt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1771 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 252/2010

    Raadkamerbeslissing. Klacht tegen huisarts in opleiding. Klacht: weigeren actie te ondernemen bij noodgeval. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1745 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.144

    Klager is TBS-gedetineerd. In het kader van een beoordeling TBS-verlenging heeft de rechtbank besloten dat klager ter observatie opgenomen diende te worden in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor een multidisciplinaire rapportage gericht op diagnostiek en een inschatting van het delictgevaar.  De aangeklaagde  gz-psycholoog is vast gerechtelijk deskundige bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie PBC. De gz-psycholoog heeft in deze hoedanigheid over klager gerapporteerd. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog zich in de multidisciplinaire PBC rapportage onvoldoende deskundig en onafhankelijk heeft opgesteld en de gezinspathologie van klager onjuist heeft geduid. Volgens klager is sprake van onjuiste diagnostiek. Het RTG heeft de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2381 Raad van Discipline Arnhem 11-103

    Klacht advocaat tegen een andere advocaat. Verweerder zou lang van tevoren geplande zittingen (een comparitie en een pleidooi) ontijdig hebben afgezegd, waardoor klaagster onnodig tijd heeft besteed aan de dossiers en haar cliënten wel met kosten geconfronteerd werden. Verweerder zou zonder overleg met klaagster contact hebben gehad met rechterlijke instanties. Verweerder heeft, zo heeft verweerder erkend, klaagster ten onrechte geen afschrift toegestuurd van een fax die hij aan de rechtbank heeft gestuurd. Deze zaak gaat over welwillendheid tussen advocaten. Enkel het klachtonderdeel van het verzuim een afschrift van een fax aan de rechtbank toe te sturen, is gegrond verklaard. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Bij het opleggen van een maatregel heeft de raad rekening gehouden met de houding die verweerder ter zitting heeft aangenomen (nogal onverschillig en op tamelijk badinerende wijze uitgelaten).

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1746 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.149

    Klager is TBS-gedetineerd. De aangeklaagde gz-psycholoog is verbonden aan de TBS-kliniek waar klager heeft verbleven en heeft in haar hoedanigheid van hoofd behandeling een verlengingsadvies TBS voor akkoord getekend. In dit rapport wordt opgemerkt dat vanwege het uitblijven van significante behandelresultaten het recidive risico onaanvaardbaar hoog was op korte en middellange termijn en wordt geadviseerd de TBS met twee jaar te verlengen. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog een verlengingsadvies TBS heeft ondertekend dat niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat zij hiermee de rechtbank onjuist heeft geïnformeerd met als gevolg dat de rechtbank de termijn van TBS met twee jaren heeft verlengd. Voorts heeft klager aangevoerd dat hij de werkwijze van de gz-psycholoog als zeer onprofessioneel en haar opstelling als partijdig heeft ervaren. Het RTG heeft de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2376 Raad van Discipline Arnhem 11-51

    Verweerder treft een tuchtrechtelijk verwijt met betrekking tot uitlatingen van een medewerkster van zijn kantoor, tevens echtgenote van verweerder, ten overstaan van klaagster. Overig onbetamelijk gedrag onvoldoende komen vast te staan.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2382 Raad van Discipline Arnhem 11-17

    Klacht betreft ondermeer het verwijt dat de advocaat van klagers klagers gebrekkig en onvoldoende deskundig heeft geïnformeerd over de betalingen die vlak voor een faillissement zijn gedaan, hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers meenden er goed aan te doen deze betalingen te verrichten om een doorstart mogelijk te maken. De rechtbank heeft geoordeeld dat sprake is van schuldeisersbenadeling en heeft klagers veroordeeld een aanzienlijk bedrag aan de curator te vergoeden. Met verweerder is de raad het eens dat er de jaren voorafgaande aan het faillissement in literatuur en lagere rechtspraak over selectieve betaling van crediteuren, dat wil zeggen betaling van crediteuren in een bepaalde volgorde, verschillende visies ontwikkeld waren; dat het gebruikelijk is dat curatoren de grenzen van nieuwe ontwikkelingen in lagere rechtspraak en literatuur opzoeken als dat in het belang van de crediteuren is en dat van een redelijk bekwame vakgenoot niet verwacht kan worden dat hij voor uit loopt op ontwikkelingen die nog geen vaste jurisprudentie zijn. Anderzijds dient – aldus de raad - bij een gemiddeld bekwame vakgenoot bekend te zijn dat de betalingen onmiddellijk voorafgaande aan een faillissement – zeker indien deze plaatsvinden na de indiening van  het faillissementsrekest - grote aandacht van de curator hebben en aan een rechtmatigheidtoets en toetsing aan de pauliana jurisprudentie onderworpen zullen worden en dat er op het terrein van de bestuurdersaansprakelijkheid de nodige ontwikkelingen gaande waren, die de mogelijkheid van directe betaling voorafgaande aan een faillissement verder inperkten. Klacht gegrond. Gezien de zeer ernstige gevolgen voor klagers is een berisping opgelegd.