Zoekresultaten 2551-2560 van de 42309 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:78 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1361

    Klacht tegen tandarts. Klaagster heeft zich vanwege een vastgestelde allergie tot de tandarts gewend met het verzoek om alle metalen uit haar gebit te verwijderen en metaalvrije kronen te plaatsen. Na de behandeling kreeg klaagster klachten van mondbranden. Een adviserend tandarts van klaagsters verzekeraar heeft over de nieuwe kronen bericht dat die niet lege artis zijn vervaardigd en dat veel kronen niet op hun plek zijn gekomen. Klaagster verwijt de behandelend tandarts onder meer dat hij bij de plaatsing van de kronen en de facings geen rekening heeft gehouden met de bestaande allergieën en dat de restauratieve behandeling tekort is geschoten. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart twee van de zeven klachtonderdelen gegrond en legt aan de tandarts een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verklaart naar aanleiding van het beroep van klaagster twee ongegrond verklaarde klachtonderdelen alsnog gegrond en verwerpt het incidenteel beroep van de tandarts. De berisping blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:104 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-124/DH/DH 23-125/DH/DH 23-126/DH/DH 23-127/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaten van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:105 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-202/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat wederpartij in een familiezaak kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:105 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-249/AL/OV

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-784/AL/MN

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-298/AL/OV

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:108 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-631/AL/GLD

    De raad verklaart een klacht over het handelen van de deken ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4544

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft klager onderzocht in het kader van een herbeoordeling WIA en heeft een rapportage uitgebracht.Klager verwijt de verzekeringsarts a) dat zij lacherig heeft gereageerd op de klachten van klager en een racistische en ongepaste opmerking heeft gemaakt; b) dat zij klager onnodig, ongevraagd en onaangekondigd van achteren heeft vastgegrepen en pijnlijk heeft geknepen en c) dat zij het rapport niet zorgvuldig heeft opgemaakt. Het college kan niet vaststellen wat er tijdens het spreekuur precies gezegd is en in welke context dit is gebeurd. Het lichamelijk onderzoek was naar het oordeel van het college noodzakelijk voor de herbeoordeling. Dat het onderzoek onaangekondigd heeft plaatsgevonden is onvoldoende gebleken. Het verwijt dat de verzekeringsarts het rapport niet zorgvuldig heeft opgemaakt is ook ongegrond. Naar het oordeel van het college komen de PTSS-klachten duidelijk ter sprake in het rapport. Wel klopt het dat de PTSS niet is genoemd in de FML, maar dit hoort ook niet. Alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4432

    Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Een verzekeringsarts van een schadeverzekeraar schrijft in zijn medisch advies dat de cognitieve klachten die klaagster na een ongeval heeft, “ook een zekere psychogene onderbouw kent.” Klaagster beschouwt die passage als kwetsend en meent dat de verzekeringsarts buiten zijn deskundigheidsgebied is getreden en zich vooringenomen en onvoldoende onafhankelijk heeft opgesteld. Het college is van oordeel dat in de passage niet kan worden gelezen dat de verzekeringsarts een oorzakelijke relatie met het ongeval ontkent of relativeert, nog daargelaten de vraag of het hem ruim zes maanden na het ongeval niet vrijstond op mogelijk alternatieve oorzaken te wijzen. Evenmin kan daarin gelezen worden dat hij de klachten van klaagster niet serieus zou nemen. Het college overweegt verder dat een verzekeringsarts uit de aard van zijn vakgebied een brede oriëntatie op medisch gebied heeft. Met het onderkennen van een mogelijk psychische component van een bepaald klachtenpatroon treedt hij in beginsel niet buiten zijn deskundigheidsgebied. Klacht over vooringenomenheid en onafhankelijkheid ook ongegrond. Klacht in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/5176

    Verpleegkundig specialist GGZ wordt het aangaan van een behandelovereenkomst met behandelvoorwaarden met en betrokkenheid bij de behandeling van een patiënte met een eetstoornis verweten. Ook wordt haar onvoldoende dossiervoering verweten. Het aangaan van de behandelovereenkomst met voorwaarden kon. De behandeling richtte zich destijds op de psychische klachten en de voorwaarden zagen op het verkrijgen van commitment voor de behandeling daarvan. De verpleegkundig specialist GGZ heeft geen opvolging gegeven aan de sterke gewichtsafname bij de patiënte en, zonder de toepasselijke protocollen of een deskundige te raadplegen, het voedingsschema van de patiënte aangepast. Er is sprake van onzorgvuldig en onvolledig dossiervoering. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.