Zoekresultaten 19941-19950 van de 45937 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:6 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/326021/KL RK 17 -125

    De notaris heeft naar het oordeel van de kamer voldoende en zorgvuldig de wilsbekwaamheid van vader onderzocht. De notaris heeft twee gesprekken met vader gevoerd buiten aanwezigheid van andere personen die hem zouden hebben kunnen beïnvloeden. Er zat geruime tijd tussen de gesprekken en de kandidaat-notaris heeft ook nog met vader gesproken. Niet is komen vast te staan dat er ten tijde van het opstellen van het levenstestament aanwijzingen waren op grond waarvan de notaris had moeten twijfelen aan de wilsbekwaamheid van vader, waardoor hij nader onderzoek had moeten verrichten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:48 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-805/DH/DH

    Beroepsfout door tijdig betekende appeldagvaarding niet aan te brengen. Verweerder heeft de fout gemeld bij klaagster. Nadien heeft verweerder niets meer ondernomen naar aanleiding van de beroepsfout en was hij voor klaagster onbereikbaar. De zaak hangt samen met 17-972/DH/DH en 18-139/DH/DH/TUL

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:32 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-331

    Verzet ongegrond. Verweerster mocht als partijdig advocaat de stellingen en feiten namens haar cliënte innemen zoals gedaan in procedure tegen klager. Geen onnodig grievende uitlatingen jegens klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/292

    Klager, die werkzaam is als dakwachtmonteur, verwijt de bedrijfsarts onder andere dat deze hem onterecht en zonder overleg met de behandelend artsen heeft geadviseerd zijn werkzaamheden in eigen werk te hervatten. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-972/DH/DH

    Verweerder onttrekt zich aan dekentoezicht. Zaak hangt samen met 17-805/DH/DH en 18-139/DH/DH/TUL

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:33 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-381

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft in de correspondentie met klagers niet het vertrouwen gewekt dat het op zijn derdengeldrekening ontvangen bedrag van de garantsteller (ter voorkoming van een faillissement) zou worden doorbetaald aan klaagster sub 1. Geen eigen betalingsverplichting verweerder. Geen misleiding van deken en klagers door verweerder door te stellen dat hij in de door klagers aangegeven periode geen gelden had ontvangen, terwijl verweerder wist op een later moment wel gelden te hebben ontvangen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/328

    Klaagster is DES-dochter en bekend met atenatale DES-expositie. De klacht houdt in dat verweerder (gynaecoloog in de zaak 17/328) tijdens de in 2013 verrichte laparoscopische vaginale uterusextirpatie wegens ernstige afwijkingen (VAIN III, CIN III,CIN II) onnodig en zonder haar toestemming een deel van haar vagina heeft weggenomen. Klaagster verwijt beide gynaecologen bovendien dat zij hierover na de operatie onvoldoende met haar hebben gecommuniceerd. Verweerster (gynaecoloog in de zaak 17/327) verwijt zij voorts dat zij een onjuiste de uitslag van de dieptemeting van de vagina in het dossier heeft genoteerd. Gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:34 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-545

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klagers zijn niet-ontvankelijk in hun klacht die ziet op het handelen van verweerder tijdens een bespreking in 2006. Uit een brief die in 2006 namens klagers (door hun toenmalige advocaat) is verzonden volgt dat klagers toen al met het vermeend verwijtbaar handelen bekend waren of bekend moeten worden verondersteld. Dat klagers zich die brief niet kunnen herinneren of destijds niet hebben gezien zoals zij hebben gesteld, doet daaraan niet af. Verjaring ex art. 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:50 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-139/DH/DH/TUL

    overtreding algemene voorwaarde, zie zaken 17-805/DH/DH en 17-972/DH/DH/D

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:35 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-355

    Directe advocaat-cliëntrelatie tussen klagers en verweerder ontbreekt (verweerder heeft in het verleden niet voor klagers rechtstreeks opgetreden), zodat geen sprake kan zijn van een tegenstrijdig belang (Gedragsregel 7). Klacht op dat onderdeel ongegrond. De raad oordeelt klagers in de overige klachtonderdelen niet-ontvankelijk nu deze klachtonderdelen de belangen van de stichting raken en niet (direct) die van klagers, afzonderlijk of tezamen. Het meerderheidsaandeel van klagers in de stichting (van 85% van de obligaties) maakt niet dat zij ‘vereenzelvigd’ kunnen worden met de stichting of dat zij daarmee een voldoende rechtstreeks belang hebben bij de onderhavige klachtonderdelen.