Zoekresultaten 19851-19860 van de 44343 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:147 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1018/DH/DH

    Beslissing op verzet. Evenals de voorzitter is de raad van oordeel dat verweerster bij het behartigen van de belangen van haar cliënt binnen de grenzen van professioneel gedrag is gebleven. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:167 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170085-B

    Nu klagers hun klacht hebben ingetrokken en naar het oordeel van het hof geen omstandigheden aanwezig zijn die voortzetting als bedoeld in artikel 47a Advocatenwet vergen, heeft het hof de beslissing van de raad vernietigd en verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:161 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170045

    De grieven 2 en 3 (slot) richten zich tegen de overweging van de raad dat de raad het aannemelijk acht dat klaagster in de bespreking van 13 februari 2014 voldoende over de procedure is geïnformeerd. Onder de door het hof geschetste omstandigheden houdt het hof het ervoor dat verweerder niet vooraf met klaagster heeft besproken dat ter gelegenheid van de comparitie ook haar zaak tegen haar ex-partner en de kwestie tussen haar en de ouders van haar ex-partner aan de orde zouden kunnen komen en onderwerp van een alomvattende schikking zouden kunnen zijn. Daarvan uitgaande is zij tevens onvoldoende geïnformeerd akkoord gegaan met het haar door verweerder gegeven advies niet ter comparitie te verschijnen. In zoverre treft verweerder een tuchtrechtelijk verwijt en is klachtonderdeel 1 gegrond. De grieven 2 en 3 (slot) slagen dan ook. De overige grieven slagen niet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:174 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170121

    Tussenbeslissing. Dekenbezwaar. Verweerder is niet ter zitting van het hof verschenen. Het hof ziet in de gegeven omstandigheden - verweerder heeft geen afstand gedaan van zijn recht om mondeling gehoord te worden, er is sprake van een ongelukkige gebeurtenis aan zijde verweerder, de raad heeft een zware maatregel (schrapping) opgelegd en het hof heeft vragen voor verweerder - aanleiding om een nieuwe mondelinge behandeling te gelasten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:168 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170108

    Beroep op doorbreking van het appelverbod van artikel 46h lid 7 Advocatenwet wegens schending fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep wordt verworpen. Klachten over de motivering van de beslissing, het niet verstrekken van het proces-verbaal door de raad, het gestelde verzuim van de deken om een tweetal brieven niet aan de raad te overleggen, de verenigbaarheid van de functie van deken, advocaat en curator en dat advocaten in strijd met het EVRM en BuPo-verdrag lid kunnen zijn van een rechterlijk college als de raad leveren geen grond voor doorbreking op. Onvoldoende onderbouwd met welke bepaling van Gemeenschapsrecht artikel 46h lid 7 Advocatenwet strijdig zou zijn.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:161 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-027/DH/RO

    Beslissing op verzet. Klacht tegen deken. Het is juist dat een klager de door hem betrokken stellingen met bewijs dient te schragen. Verweerder heeft klager daar dan ook terecht – en in het belang van klager – op gewezen. Verweerder heeft bovendien voldoende ruimte geboden voor hoor en wederhoor en de te volgen procedure zeer duidelijk aan klager uitgelegd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:162 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170144

    Art. 13-beklag Met de deken is het hof van oordeel dat uit de door klaagster overgelegde stukken niet kan worden afgeleid dat klaagster enige vordering heeft op enige (rechts)persoon of (rechts)personen in verband met de nalatenschap van haar ouders. Het is daarom niet gebleken dat klaagster de bijstand van een advocaat nodig heeft. De deken had daarmee gegronde reden om het verzoek van klaagster af te wijzen. Volgt ongegrondverklaring van de klacht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:175 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170129

    Klacht van bewindvoerder. Ontvankelijk. Voor het voeren ven een gerechtelijke procedure had in dit geval de verweerder machtiging van de kantonrechter moeten vragen, omdat de goederen van zijn cliënt onder bewind stonden. Verweerder heeft verzuimd die machtiging te vragen waardoor zijn cliënt in een kort gedingprocedure niet-ontvankelijk is verklaard. Die procedure was derhalve bij voorbaat kansloos. Het strategisch belang en de omstandigheid dat na de zitting alsnog een schikkig is bereikt vormen geen rechtvaardiging. Tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerder mocht geen aanspraak maken op griffierecht nu het kort geding kansloos was. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:169 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170107

    Beroep op doorbreking van het appelverbod van artikel 46h lid 7 Advocatenwet wegens schending fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep wordt verworpen. Klachten over de motivering van de beslissing, het niet verstrekken van het proces-verbaal door de raad, het gestelde verzuim van de deken om een tweetal brieven niet aan de raad te overleggen, de verenigbaarheid van de functie van deken, advocaat en curator en dat advocaten in strijd met het EVRM en BuPo-verdrag lid kunnen zijn van een rechterlijk college als de raad leveren geen grond voor doorbreking op. Onvoldoende onderbouwd met welke bepaling van Gemeenschapsrecht artikel 46h lid 7 Advocatenwet strijdig zou zijn.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:194 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-274/DH/DH

    Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door personen die door de wederpartij als getuige waren aangezegd, te horen in de zin van gedragsregel 16. Klacht over het ter zitting vertonen van storend gedrag ongegrond. Waarschuwing.