Zoekresultaten 19851-19860 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:8 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-825/DH/RO

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster erkent dat het opstarten van de uiteindelijke procedure bij de rechtbank lang heeft geduurd maar stelt dat daarvoor diverse verschoonbare redenen aanwezig zijn. De raad oordeelt dat deze omstandigheden niet verschoonbaar zijn en voor rekening van verweerster komen. Verweerster heeft namens klaagster een verzoekschrift strekkende tot vaststelling van kinderalimentatie voor de twee bij klaagster wonende kinderen ingediend. Dat was geen standaard verzoek.. Gelet op de bijzondere omstandigheden had van verweerster verwacht mogen worden dat zij klaagster schriftelijk zou wijzen op de proceskansen en -risico’s. Dat geldt ook ten aanzien van het verloop van de procedure als zodanig. Verweerster heeft dat nagelaten. Voorts blijkt uit de vermelding in het roljournaal dat verweerster bekend had moeten zijn met de indiening van een verweerschrift van de wederpartij. Indien zij inderdaad geen exemplaar had ontvangen, had het op haar weg gelegen haar wederpartij daarover te benaderen en alsnog een exemplaar op te vragen. Dat had zij dan vervolgens kunnen en moeten doorsturen aan klaagster. Klacht gegrond. Berisping en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-314b

      Deels gegronde klacht tegen psychiater die klagers hoofdbehandelaar was bij GGZ-instelling. Niet gebleken dat psychiater is tekortgeschoten in de behandeling van klager en geen sprake van onzorgvuldig voorschijven van medicatie. Wel tekortgeschoten ten aanzien van behandeling en afbouw medicatie in de eindperiode aangezien de behandeling niet was geëindigd met de aanmelding bij het wijkteam, maar pas met de daadwerkelijke overdracht. Tevens was psychiater verantwoordelijk voor de overdracht van het medicatiebeleid aan de huisarts die niet adequaat is verlopen. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:2 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-578/DH/DH

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad kunnen de diverse gronden van verzet niet slagen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:12 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-232/DH/RO

    Klager en zijn ex-partner zijn in 2007 door een voormalig kantoorgenoot van verweerster, mr. X, in diens hoedanigheid van gemeenschappelijk advocaat/mediator, bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft, nadat mr. X was opgehouden werkzaam te zijn op hetzelfde kantoor, de ex-partner van klager bijgestaan in twee zaken tegen klager. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij a) aan de nieuwe advocaat van zijn ex-partner wel de persoonlijke notities uit het echtscheidingsdossier heeft verstrekt, terwijl klager en zijn advocaat deze niet ontvingen, en b) in de periode van 2012 tot en met 2014 voor zijn ex-partner tegen klager heeft opgetreden, ondanks het feit dat hij een voormalig cliënt van haar kantoor was. Ten aanzien van klachtonderdeel a) overweegt de raad dat de persoonlijke aantekeningen van mr. X tijdens de alimentatieprocedure in bezit waren van de wederpartij en ook in die procedure zijn gebruikt. Verweerster heeft erkend dat zij deze stukken aan klager heeft onthouden. Gezien het feit dat mr. X voor partijen optrad als gezamenlijk advocaat en mediator geldt dat klager een gelijk recht had op de betreffende stukken als de wederpartij. Dit klachtonderdeel is gegrond. Klachtonderdeel b) is eveneens gegrond.  Verweerster heeft immers de wederpartij van klager bijgestaan in een geschil over alimentatieverplichtingen samenhangend met een eerdere gezamenlijke echtscheiding waarin haar voormalig kantoorgenoot beide partijen als advocaat/mediator heeft bijgestaan. Naar het oordeel van de raad is sprake van verwevenheid van zaken nu de betreffende alimentatieprocedure moet worden geacht uit de eerdere zaak  te zijn voortgevloeid. Derhalve stond het verweerster niet vrij om voor de wederpartij van klager op te treden. Klachtonderdeel c) is ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:9 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-875/DH/DH

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder de hem toekomende ruime mate van vrijheid te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Uit de stukken blijkt weliswaar dat het soms maanden heeft geduurd voordat verweerder op berichten van klager reageerde, maar hij deed dat, zo heeft hij onweersproken gesteld, omdat er geen geld was en het in het belang van zijn cliënten was om niet voortvarend te reageren. Onder de gegeven omstandigheden is het niet voortvarend reageren, alhoewel dat, zoals verweerder zelf ook inziet, op zichzelf genomen de schoonheidsprijs niet verdient, naar het oordeel van de raad niet klachtwaardig. Verweerder heeft met het niet-reageren de belangen van zijn cliënten behartigd, zoals ook zijn taak was, zonder dat de belangen van klager en/of diens cliënten nodeloos en op ontoelaatbare wijze zijn geschaad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:3 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-823/DH/DH

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft een cassatieschriftuur ingediend terwijl hij geen cassatieadvocaat is. Klacht deels gegrond, namelijk voor zover klaagster verweerder verwijt dat hij onvoldoende met haar (gemachtigde) over de gang van zaken heeft gecommuniceerd en de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juli 2015 pas ongeveer een jaar later, naar aanleiding van een dringend verzoek van de gemachtigde van klaagster, heeft toegezonden aan klaagster. Bij gebreke van enig andersluidend schriftelijk stuk moet worden aangenomen dat verweerder heeft nagelaten om klaagster te informeren over het feit dat hij geen cassatieadvocaat was. Evenmin heeft verweerder klaagster op de hoogte gesteld van het feit dat hij van de Hoge Raad een termijn had gekregen om een verzuim aan het cassatieschrift te herstellen. Klacht voor het overige ongegrond. Gezien de ernst van de fouten en gezien het feit dat er reeds eerder disciplinaire maatregelen aan verweerder zijn opgelegd, acht de raad een berisping op zijn plaats. Tevens spreekt de raad een kostenveroordeling uit.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:13 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-564/DH/RO

    Beslissing op verzet. De raad verklaart klager deels niet-ontvankelijk in zijn verzet, omdat onderdeel 2 van het verzet naar het oordeel van de raad een nieuwe klacht betreft die op deze wijze niet eerder door klager naar voren is gebracht en waarop de voorzitter derhalve niet in kon gaan. De raad acht een deel van het verzet gegrond, namelijk het deel dat ziet op het verwijt dat verweerster niet met klager heeft overlegd over de inhoud van stukken. Uit het dossier is gebleken dat klager, ter nadere onderbouwing van zijn standpunten, nog stukken in het geding wilde brengen, dat hij het concept nog niet als compleet zag en derhalve de rechtbank om aanhouding wilde verzoeken. Niet blijkt dat verweerster om aanhouding heeft verzocht of omtrent dit verzoek op enigerlei wijze met klager afstemming heeft gezocht. Daargelaten de vraag of verweerster goede gronden had om tot indiening van het verweerschrift over te gaan en afgezien van het feit dat eerder overleg met klager over de inhoud van het verweerschrift had plaatsgevonden, had dit wel op haar weg gelegen. Verweerster kan daarvan een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad verklaart het klachtonderdeel in zoverre alsnog gegrond. Het verzet is voor het overige ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:4 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-591/DH/RO a

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-089

      Deels gegronde klacht van klaagster tegen psychiater die haar heeft onderzocht op alcoholmisbruik in het kader van de vorderingsprocedure (art. 130 tot 134a Wegenverkeerswet).  Gronden waarop conclusie alcoholmisbruik is gebaseerd niet op inzichtelijke en consistente wijze gerapporteerd. Conclusie alcoholmisbruik niet gerechtvaardigd op basis van feiten, omstandigheden en bevindingen vermeld in het rapport. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:237 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4788/15.98

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.