Zoekresultaten 13311-13320 van de 44790 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-181

    Klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk tegen een internist. Het verrichten van bloedonderzoek is een gebruikelijke stap bij een behandeling. Het is voorts niet nodig hiervoor toestemming aan de patiënt te vragen. Ook is niet is gebleken dat beklaagde in zijn rol van supervisor tekort is geschoten. Het college kan verder niet beoordelen of de verwijten van intimidatie en vrouwonvriendelijkheid gegrond zijn. Klaagster heeft niet kunnen onderbouwen welke relevante e-mailberichten en brieven beklaagde heeft nagelaten in haar medisch dossier op te nemen. Ten slotte is het tuchtrecht niet bedoeld om te oordelen over onvrede over inhoudelijke standpunten in een wetenschappelijke discussie (in casu betreffende de ETA Richtlijn en bijbehorende trials) dan wel dat beklaagde naar het oordeel van klaagster niet of niet tijdig op haar stellingen daarover heeft gereageerd. Klacht gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:196 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672177 / DW RK 19/492

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich onder meer er over dat de gerechtsdeurwaarder een titel heeft geëxecuteerd dat in een eerder stadium vernietigd zou zijn. De partiele vernietiging van het arrest heeft de gerechtsdeurwaarder er niet van hoeven te weerhouden het arrest te executeren. De kamer is het eens met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:216 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190134

    Klacht tegen advocaat wederpartij door raad gegrond verklaard met oplegging van een berisping. Verweerder heeft zich niet gedragen jegens klaagsters zoals dat van een advocaat mag worden verwacht en heeft met hen rechtstreeks gecorrespondeerd terwijl zij door een advocaat werden bijgestaan. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/355975 KL RK 19-93

    1. De notaris heeft onbetwist verklaard dat hij met het opstellen en verlenen van de hypotheekakte geen enkele bemoeienis heeft gehad. Deze akte is opgesteld door en verleden voor de waarnemer van de notaris. De kamer is van oordeel dat een waarnemend notaris in beginsel niet handelt onder de verantwoordelijkheid van de waargenomen notaris. Nu de notaris zelf geen bemoeienis gehad heeft met het opstellen en passeren van de hypotheekakte, kan hem naar het oordeel van de kamer in dit geval geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. 2. Klagers verwijten de notaris verder dat hij te laat zijn aansprakelijkheidsverzekering heeft ingeschakeld en vervolgens te laat de door de aansprakelijkheidsverzekering gevraagde stukken ter beschikking heeft gesteld. Naar het oordeel van de kamer was er niet sprake van een zo late actie van de notaris dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-153a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een KNO-arts. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat er tijdens de eerste ingreep een fout is gemaakt. Er was sprake van een ongestoord verloop van de operatie en klaagster kon in goede conditie de kliniek verlaten. Volgens de verslaglegging is het risico van een eventuele nabloeding vooraf met haar gesproken. Het is te betreuren dat deze complicatie is opgetreden door het losschieten van één van de hechtingen, maar er is door beklaagde adequaat gereageerd door het dichten van de wond onder optimale omstandigheden. Dat er na de ingrepen niet naar klaagster zou zijn geluisterd en dat er geen aandacht aan haar klachten zou zijn geschonken, is niet aannemelijk. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:197 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/657664 DW RK 18/600

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder willens en wetens de boedelverkoop als pressiemiddel gebruikt om een betaling(sregeling) af te dwingen. De kamer overweegt dat er sprake van enige mate van druk bij beslagleggingen inherent is aan het middel van beslag, maar klager heeft onvoldoende gesteld dat ter zake sprake zou zijn van ongeoorloofde druk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:217 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190126, 190127 en 190128

    Bekrachtiging beslissing raad. Het doel van de plicht tot het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering (art. 6:24 Voda en toelichting daarop) is om het publiek tot op zekere hoogte waarborg te bieden dat iedere advocaat voldoende verhaal biedt in geval van schade door een beroepsfout. Aan de waarborgfunctie kan worden voldaan door de (vermeend) benadeelde desgevraagd de gegevens van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar te geven, maar ook door de deken als toezichthouder vragen te bevestigen dat verweerders adequaat zijn verzekerd en de claim is gemeld. De betamelijkheidsnorm van artikel 46 Advocatenwet brengt voorts mee dat een advocaat jegens de (vermeend) benadeelde helder communiceert na een ingediende claim en een standpunt inneemt over de claim. Dan bestaat geen verplichting de naam van de verzekeraar bekend te maken. Klagers hebben geen aanspraak op de verzekeraar en dienen de advocaat in rechte aan te spreken als deze de claim afwijst. De polisvoorwaarden hebben uitsluitend werking tussen de verzekerde en diens verzekeraar. Als de advocaat klagers wel in het ongewisse laat, bijv. door standpunt over de claim niet kunnen/willen meedelen, verwijzen naar (standpunt van) de verzekeraar, dan is hij om een impasse te voorkomen wel gehouden de gegevens van de verzekeraar aan klagers kenbaar te maken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:191 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/656569 DW RK 18/573

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft klager per e-mail (onomwonden) laten weten dat het beslag zal worden opgeheven en zijn dossier zal worden gesloten, zodra hij de som van € 4.317,86 heeft voldaan. In het kader hiervan is eerst een telefonisch onderhoud geweest. Dan wordt klager geconfronteerd met een openstaand bedrag aan buitengerechtelijke kosten. De kamer is van oordeel, in het belang van alle betrokken partijen, dat het aan de gerechtsdeurwaarder is zich ervan te vergewissen dat geen posten meer openstaan, alvorens hij een dergelijke mededeling doet.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-200

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Gezien de zeer complexe gezondheidsproblematiek van klager kan beklaagde niet tuchtrechtelijk worden verweten dat hij methadon is blijven voorschrijven en het hem samen met klager niet is gelukt het gebruik van methadon door klager geheel af te bouwen, voordat klager naar een andere huisarts overstapte. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:198 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/647271 DW RK 18/233

    Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel: waarschuwing, zonder veroordeling in de kosten van behandeling bij de kamer. Raadpleging van digitaal beslagregister (DBR) brengt de impliciete verplichting met zich mee dat de raadplegende gerechtsdeurwaarder zijn bevindingen meldt, dan wel aan de eerste beslaglegger, dan wel aan de schuldenaar. Vooral in die gevallen waarin de beslagvrije voet van de schuldenaar in het gedrang komt.