Zoekresultaten 12571-12580 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:212 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.357

    Klacht van een arts tegen een andere arts/apotheker. Beide artsen zijn als getuige‑deskundige opgetreden in dezelfde strafzaak. Klager verwijt de arts – onder meer – dat hij hem in de strafzaak als psychiatrisch patiënt heeft gediagnosticeerd zonder hem te kennen en zonder hem te hebben gezien en gesproken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het heeft daarbij onder meer in aanmerking genomen dat klager en de aangeklaagde arts zich in de strafzaak over en weer onnodig grievend over elkaar hebben uitgelaten. Het Centraal Tuchtcollege acht het hiertegen gerichte beroep gegrond en verklaart de klacht alsnog gedeeltelijk gegrond. Het Centraal Tuchtcollege ziet in de context waarin de uitlatingen zijn gedaan echter wel aanleiding om op de voet van artikel 69, vierde lid, Wet BIG geen maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/036

    Klaagster is het niet eens met het door verweerster gegeven inzetbaarheidsadvies. Volgens klaagster heeft verweerster haar verder ten onrechte niet doorverwezen naar een andere arts (voor een second opinion), heeft zij haar beroepsgeheim geschonden en heeft zij een onjuiste verklaring/rapport afgegeven. Verweerster voert verweer. Klachtonderdeel 3 gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:40 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180001D

    Dekenbezwaar. Verweerder zou misbruik hebben gemaakt van toevoegingsgelden, beroepsfouten hebben gemaakt, onvoldoende nazorg hebben betracht ten aanzien van zijn cliënten en een gebrekkige kantoororganisatie en dossieropbouw hebben. Het hof overweegt dat de vastgestelde feiten een ontluisterend beeld laten zien van de praktijkuitoefening door verweerder. Gelet op het aanzienlijke tuchtrechtelijke verleden van verweerder met ook recente beslissingen, staat dit beeld niet op zichzelf. Verweerder heeft niet laten zien enig (evaluerend) inzicht in eigen handelen te hebben. Alles afwegende acht het hof voor verweerder geen plaats in de advocatuur.  Bekrachtiging beslissing van de raad, bekrachtiging schrapping. Proceskostenveroordeling. 

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 315/2018

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klaagster heeft na een operatie door beklaagde op eigen initiatief een MRI laten maken waaruit bleek dat sprake was van een gescheurde pees. Er is geen sprake geweest van nalatigheid van beklaagde. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-027d

    Klager, tandarts, niet-ontvankelijk in de klacht tegen een tandarts. Beklaagde heeft een expertise-rapport opgesteld in een letselschadegeschil van een patiënt. De rechtstreeks belanghebbende in deze kwestie is dan ook de patiënt, niet klager. Weliswaar heeft klager (als behandelaar waarop de rapportage ziet) belang bij een deugdelijke rapportage, maar dit is niet het nauwe rechtstreekse belang bij een goede uitvoering van de individuele gezondheidszorg. Klacht niet-ontvankelijk.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:60 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190075D

    Dekenbezwaar.  Verweerster heeft in strijd met Voda gehandeld door de term ‘Advocaten’ te gebruiken in haar domeinnaam en e-mailadres terwijl zij alleen praktijk voert. Het verzoek van verweerster haar klacht over de handelwijze van de deken te betrekken in de onderhavige procedure is afgewezen, omdat de Advocatenwet die ruimte niet laat. Daarvoor dient zij de procedure in de zin van art. 46c lid 5 Advw te volgen. Het beroep van verweerster op art. 57 lid 3 Advw faalt, omdat de deken in deze procedure zijn standpunt al uitgebreid heeft toegelicht. Verdere grieven tegen het handelen van de deken falen, omdat het handelen van verweerster in deze tuchtprocedure centraal staat. Bezwaar gegrond. Bekrachtiging beslissing raad. Kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 267/2018

      Klacht tegen huisarts ongegrond. Een minderjarige is door de huisarts verwezen naar de KNO-arts. Op dat moment hadden beide ouders het ouderlijk gezag over de minderjarige. De huisarts heeft voor de doorverwijzing geen toestemming gevraagd aan de vader. Uit het medisch dossier en de rapportage van de KNO-arts blijkt dat beide ouders en de gezinsvoogd aanwezig zijn geweest bij een eerder onderzoek van de minderjarige door de KNO-arts. Daaruit kon beklaagde redelijkerwijs afleiden dat klager geen bezwaren had tegen de doorverwijzing naar de KNO-arts.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:61 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190030

     Klacht tegen eigen advocaat. Het hof beperkt zich op basis van het beroepschrift bij de beoordeling van de klacht tot de gegrond verklaarde klachtonderdelen en de maatregel. Het hof oordeelt dat de raad buiten de klachtomschrijving is getreden zonder dat dit was op te vatten als een aanvulling van de klacht (ex art. 46d lid 9 Advw). Hof vernietigt de beslissing van de raad uitsluitend t.a.v. de gegrondverklaring van de klachtonderdelen en de opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-027c

    Klager, tandarts, niet-ontvankelijk in de klacht tegen een tandarts. Beklaagde heeft een expertise-rapport opgesteld in een letselschadegeschil van een patiënt. De rechtstreeks belanghebbende in deze kwestie is dan ook de patiënt, niet klager. Weliswaar heeft klager (als behandelaar waarop de rapportage ziet) belang bij een deugdelijke rapportage, maar dit is niet het nauwe rechtstreekse belang bij een goede uitvoering van de individuele gezondheidszorg. Klacht niet-ontvankelijk.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 042/2019

    Klacht tegen fysiotherapeut over seksueel grensoverschrijdend gedrag en schending beroepsgeheim. Het college acht de klacht gegrond en legt de maatregel op van onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van 12 maanden.