Zoekresultaten 12301-12310 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:64 Accountantskamer Zwolle 18/1651 en 18/1652

    Samenstellend accountant had moeten constateren (gelet op paragraaf 32 van NVCOS 4410) dat de gegevens die ten grondslag lagen aan het (alsnog) verwerken van een post in de (concept)jaarrekening over 2017 onvoldoende nauwkeurig of onbevredigend waren. De instemming van de accountant met deze verwerking is onvoldoende onderbouwd in het verweerschrift. De accountant had zich bovendien voor nadere gegevens moeten wenden tot het management van de entiteit en niet zoals hij kennelijk heeft gedaan, moeten varen op wat hij had vernomen van de Group CFO, die niet behoorde tot dat management.   Daarbij komt dat uit een e-mailbericht kan worden afgeleid dat de wens van deze Group CFO over de verwerking is gehonoreerd, (mede) omdat dit niet tot een afwijking van materieel belang in de jaarrekening zou leiden. De accountant heeft verder ten onrechte niet aan het management van de entiteit gevraagd om aanvullende of gecorrigeerde informatie met betrekking tot een door dezelfde Group CFO gewenste en vervolgens doorgevoerde verhoging van de voorziening voor dubieuze debiteuren. De oorzaak voor het niet betalen kan zich ook in 2018 hebben voorgedaan. Klacht in zoverre gegrond. Berisping

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:60 Accountantskamer Zwolle 18/1817 Wtra AK

    De Accountantskamer acht aannemelijk dat betrokkene onjuiste documenten aan de bank heeft verstrekt om daarmee een financiering van ruim drie miljoen euro te verkrijgen en daarnaast opzettelijk onjuiste gegevens heeft gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel voor wat betreft het gestorte aandelenkapitaal. Betrokkene heeft aldus (in ernstige mate) gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen  van professionaliteit, van integriteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, als bedoeld in artikel 2 onder a, b en d van de VGBA. Maatregel: doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers, waarbij de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw in de registers kan worden ingeschreven is bepaald op vijf jaar. Meegewogen is dat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.  

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:19 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/19

    Klagers verwijten de notaris dat zij onzorgvuldig, onnauwkeurig en ondeskundig heeft gehandeld, met als gevolg dat zij in 2013 een onjuiste akte van levering en in 2017 een onjuiste akte van verjaring heeft gepasseerd, welke akten inbreuk maken op de rechten van klagers. De kamer is van oordeel dat de notaris in de uitoefening van haar ambt, bij en voorafgaand aan het passeren en inschrijven van de akte van levering in 2013, zich onvoldoende zorgvuldig en nauwkeurig van de relevante omstandigheden en feiten heeft vergewist ten aanzien van het bestaan en de omvang van de door verkoper gestelde oud vaderlandse visrechten op de (destijds en) nu aan een aantal klagers in eigendom toebehorende percelen. Bovendien heeft de notaris niet voldaan aan haar informatieplicht jegens deze klagers. Anders dan de notaris, is de kamer van oordeel dat er naar aanleiding van de door de oud-notaris in 2005 gepasseerde akte vaststelling visrechten en het in hetzelfde jaar opgemaakte proces-verbaal van verbeteringen wel degelijk aanleiding bestond om in het kader van de voorbereiding van de levering in 2013 nader (titel)onderzoek te verrichten. De kamer constateert dat niet is gebleken dat de notaris bedoelde fouten bij en voorafgaand aan het passeren en inschrijven van de akte van verjaring in 2017 heeft goedgemaakt door zich alsnog zorgvuldig en nauwkeurig van de relevante omstandigheden en feiten te vergewissen. Door het eerder door haar verrichte gebrekkige (titel)onderzoek op dezelfde wijze voort te zetten, heeft de notaris de kwestie verergerd. Aangezien de klacht van klagers voor een belangrijk deel gegrond wordt verklaard en sprake is van het schenden van kernwaarden in het notariaat als onderzoeksplicht, zorgplicht en informatieplicht, wordt aan de notaris de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/190

    Klaagster verwijt de huisarts, die haar tijdens zijn dienst op de Huisartsenpost lichamelijk heeft onderzocht, grensoverschrijdend gedrag. De huisarts betwist dat hij zich grensoverschrijdend heeft gedragen jegens klaagster. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:145 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-549 DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij de onwaarheid kende of anderszins de belangen van klagers nodeloos heeft geschaad. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:140 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-263/DB/LI

    Klager heeft na verzending van de sommatiebrief aan de wederpartij niets meer van zich laten horen, zodat niet valt in te zien op basis waarvan verweerder een kort geding had moeten opstarten. Klager heeft uitdrukkelijk schriftelijk ingestemd met bijstand op betalende basis. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:141 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-111 DB/LI

    Om een aanvang te mogen maken met het verrichten van werkzaamheden in een dossier is niet vereist dat de cliënt de opdrachtbevestiging heeft ondertekend. Van het feit dat verweerder werkzaamheden heeft verricht in klagers dossier zonder getekende opdrachtbevestiging kan verweerder dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Niet gebleken dat verweerder onterecht een nota heeft gestuurd aan de rechtsbijstandsverzekeraar van klager. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:142 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-194/DB/OB

    Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in hoedanigheid van lid van de raad van de orde op verzoek van de deken een onderzoek te doen naar de kwaliteit van de dienstverlening van een aantal door klaagster behandelde dossiers. Het vertrouwen in de advocatuur is niet door verweersters optreden geschaad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:143 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-217/DB/LI

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:144 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-548 DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij de onwaarheid kende of anderszins de belangen van klagers nodeloos heeft geschaad. Kennelijk ongegrond.