Zoekresultaten 11891-11900 van de 45124 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-271d
- Datum publicatie: 17-11-2020
- Datum uitspraak: 17-11-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:137
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Beklaagde heeft adequaat en zorgvuldig gehandeld. Dat klaagster onder de douche collabeerde is vervelend, maar valt beklaagde niet aan te rekenen. Beklaagde heeft hier adequaat op gereageerd door klaagster terug te helpen in bed en van het collaberen melding te maken bij de bij klaagster betrokken arts-assistent gynaecologie. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-182b
- Datum publicatie: 17-11-2020
- Datum uitspraak: 17-11-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:131
Ongegronde klacht tegen een internist. Het College overweegt dat het inschatten van de wilsonbekwaamheid een aan een arts voorbehouden oordeel is. Het College ziet geen reden aan te nemen dat de beklaagde dit niet juist heeft gedaan of daarover mede had moeten overleggen met familieleden. Het niet-reanimeren van patiënte was derhalve conform de wensen van patiënte, mocht reanimeren medisch geïndiceerd zijn geweest. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/029
- Datum publicatie: 16-11-2020
- Datum uitspraak: 16-11-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:146
Klager dient een klacht in tegen een arts-assistent in opleiding tot psychiater met het verwijt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan fraude bij het vaststellen van de diagnose 'paranoïde wanen' en 'floride psychotisch toestandsbeeld' in zijn rapportage van 10 januari 2017. Daarnaast heeft verweerder zijn beroepsgeheim geschonden door tijdens gesprekken, waarbij familieleden van klager aanwezig waren, medische informatie over klager te verstrekken. Ook heeft verweerder zijn supervisor beïnvloed waardoor zij bij de behandeling van de gevraagde RM een valse verklaring heeft afgegeven, terwijl klager haar nog nooit had gesproken Verweeder daarentegen stelt dat hij met klager de werkhypothese psychotische ontregeling heeft gesproken en dat dat met medicatie moest worden behandeld. Wanneer klager dat zou blijven weigeren, moest een rm worden aangevraagd, zo heeft verweerder aan klager uitgelegd. Verweerder heeft zorgvuldig gediagnosticeerd en geen onjuiste verklaring in het dossier opgenomen of afgegeven. Hij bewist zijn beroepsgeheim geschonden te hebben; de familieleden waren ook bij de rm-zittingen aanwezig, waartegen klager geen bezwaar heeft gemaakt, en ook medische informatie is gedeeld. Op latere tijdstippen heeft verweerder gesproken met familieleden op basis van veronderstelde toestemming van klager. Bovendien heeft heeft klager ingestemd met aanwezigheid van zijn ouders, die toezicht moesten houden na een eventueel voorwaardelijk ontslag, tijdens een ZAG-gespprek, zo stelt verweerder. Het college verklaart de klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/037
- Datum publicatie: 16-11-2020
- Datum uitspraak: 16-11-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:147
Klager dient een klacht in tegen een psychiater met het verwijt dat zij als hoofdbehandelaar/supervisor van een andere arts zich (mede) schuldig heeft gemaakt aan fraude bij het vaststellen van de diagnose 'paranoïde wanen' en 'floride psychotisch toestandsbeeld'; ook zij heeft ter zittin in het kader van een rm-beoordeling verklaard dat klager zou lijden aan een geestesstoornis. De psychiater heeft daarnaast misbruik gemaakt van haar positie als arts tijdens de IBS-periode, waarmee zij klagers gezondheid ernstig heeft geschaad door het inzetten van dwangmedicatie en door klager onnodig onder druk te zetten. Verweerster heeft onder meer aangevoerd dat met klager de werkhypothese psychotische ontregeling is besproken en dat dat met medicatie moest worden behandeld en wanneer klager dat zou blijven weigeren een rechterlijke machtiging aangevraagd zou worden. Verweerster heeft zorgvuldig gediagnosticeerd, geen onjuiste verklaring afgegeven of opgenomen in het dossier en er is geen sprake geweest van misbruik of chantage door het dreigen met dwangmedicatie, zo stelt verweerster. Het tuchtcollege verklaart de klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:201 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.001
- Datum publicatie: 13-11-2020
- Datum uitspraak: 13-11-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:201
Klacht tegen huisarts. De huisarts heeft klaagster in 2010 op consult gezien naar aanleiding van verschillende klachten. De moeder van klaagster heeft insectenbeten als mogelijke oorzaak naar voren gebracht. De huisarts zag geen aanwijzingen voor zorgen over een tekenbeet . Na april 2013 is de huisarts niet meer bij de behandeling van klaagster betrokken geweest. In 2014 heeft klaagster bij de opvolgend huisarts de mogelijkheid van een tekenbeet naar voren gebracht. Door een Duitse arts is in 2014 bij klaagster een erythema migrans en Lyme vastgesteld. Klaagster verwijt de huisarts dat zij een erythema migrans niet heeft herkend, geen Lymetest heeft aangevraagd en geen medische behandeling heeft ingezet tegen de ziekte van Lyme en/of andere tekenbeetziekten. Het RTG heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het CTG verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:198 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.241
- Datum publicatie: 13-11-2020
- Datum uitspraak: 13-11-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:198
Klacht tegen cardioloog. De moeder van klager is met hartfalen opgenomen geweest in het ziekenhuis waar beklaagde als cardioloog werkzaam is. Beklaagde heeft klagers moeder behandeld en vervolgens overgedragen aan een collega- cardioloog (eveneens aangeklaagd). Klagers moeder is een aantal dagen daarna met terminale zorg naar huis gegaan en overleden. Klager verwijt beklaagde dat zij patiënte bewust heeft laten uitdrogen en bewust morfine heeft toegediend, wat haar dood tot gevolg heeft gehad. Dit betekent volgens klager dat beklaagde zonder toestemming palliatieve sedatie heeft toegepast. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:199 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.242
- Datum publicatie: 13-11-2020
- Datum uitspraak: 13-11-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:199
Klacht tegen cardioloog. De moeder van klager is met hartfalen opgenomen geweest in het ziekenhuis waar beklaagde als cardioloog werkzaam is. Beklaagde heeft de behandeling van klagers moeder overgenomen van een collega-cardioloog (eveneens aangeklaagd). Klagers moeder is een aantal dagen daarna met terminale zorg naar huis gegaan en overleden. Klager verwijt beklaagde dat zij patiënte bewust heeft laten uitdrogen en bewust morfine heeft toegediend, wat haar dood tot gevolg heeft gehad. Dit betekent volgens klager dat beklaagde zonder toestemming palliatieve sedatie heeft toegepast. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:200 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.371
- Datum publicatie: 13-11-2020
- Datum uitspraak: 13-11-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:200
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. Klager heeft een huisartsenpraktijk en was als huisarts de hoofdbehandelaar van zijn schoonmoeder. Zijn schoonmoeder (patiënte) woonde in een verpleeghuis. Zij leed aan dementie. In juli 2016 overleed zij . Het Openbaar Ministerie is een onderzoek gestart naar de dood van de patiënte en de betrokkenheid van klager hierbij. Beklaagde is specialist ouderengeneeskunde en tevens forensisch arts. Op verzoek van het Openbaar Ministerie heeft de politie beklaagde benaderd en hem verzocht om aan de hand van het medisch dossier een aantal vragen te beantwoorden over de aan patiënte toegediende medicatie en haar overlijden. Beklaagde heeft een verslag gemaakt. De klacht houdt in: 1. beklaagde is buiten het terrein van zijn eigen kennen en kunnen als deskundige opgetreden; 2. beklaagde heeft verstrekkende ongefundeerde medisch onjuiste uitspraken gedaan; 3. het verslag is onzorgvuldig en onduidelijk opgemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de bestreden beslissing en verklaart opnieuw rechtdoende de klacht deels gegrond zoals in r.o. 4.6 en 4.7 is overwogen, legt de arts de maatregel van waarschuwing op en wijst het verzoek tot kostenveroordeling af.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 2062c
- Datum publicatie: 12-11-2020
- Datum uitspraak: 12-11-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:64
Klacht tegen SEH-arts ongegrond. Geen opdracht gegeven om een CT-angiografie te maken, omdat er geen aanwijzingen waren voor een acuut bedreigd been. Klager is correct geadviseerd zich zo spoedig mogelijk bij zijn eigen huisarts te melden voor herhaald en vervolgonderzoek.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19124
- Datum publicatie: 12-11-2020
- Datum uitspraak: 02-11-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:60
Verzekeringsarts wordt verweten dat zij 1) klager verkeerde en misleidende informatie heeft gegeven over het opnemen van een gesprek, 2) klagers nieuwe klachten in de niet-medische rapportage Ziektewet heeft beoordeeld “op de stukken”, terwijl klager geen stukken had ingebracht en bestaande stukken niet relevant waren, 3) in de niet-medische rapportage opdracht heeft gegeven om de betaling aan klager te stoppen vóór de datum van aanzegging, 4) de niet-medische rapportage ten onrechte niet heeft geclassificeerd als geheim en 5) het medisch verslag pas heeft opgesteld nadat klager een klacht had ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens. College: v erweerster heeft na het onderzoek, in strijd met de door haar aan klager gedane toezegging, geen contact met klager opgenomen over de vraag hoe na het spreekuurcontact verder zou worden gehandeld en of hij nog nadere gegevens wenste in te brengen. Verweerster heeft geconcludeerd dat geen nieuwe medische gegevens zijn aangeleverd die tot arbeidsongeschiktheid hebben geleid. Nu er geen nieuwe stukken waren, kon zij in redelijkheid niet op basis van een dossieranalyse tot die conclusie komen en heeft zij klager met de rapportage overrompeld. Klachtonderdeel 2) is gegrond, overige klachtonderdelen ongegrond, waarschuwing.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1189
- Pagina: 1190
- Pagina: 1191
- ...
- Pagina: 4513
- Volgende pagina zoekresultaten