Zoekresultaten 1161-1170 van de 42291 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:147 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-507/DB/LI

    Raadsbeslissing. De klachtonderdelen 1, 2 en 4 hebben betrekking op het optreden van verweerder ten opzichte van klager als derde en zijn ongegrond. Klachtonderdeel 3 ziet op het verwijt dat verweerder zich in een processtuk onnodig grievend over klager heeft uitgelaten door hem te kwalificeren als leugenaar die zich vanaf het begin heeft schuldig gemaakt aan bedrieglijke praktijken. Dit onderdeel van de klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij en is eveneens ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4928

    Klaagster is in het kader van verplichte zorg opgenomen geweest in een zorginstelling. Verweerster is bij deze instelling werkzaam als geneesheer-directeur. Klaagster maakt verweerster in die hoedanigheid verschillende verwijten. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:252 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-369/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5485

    Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Verweerster is als anesthesioloog betrokken geweest bij de behandeling van klaagster. Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoldoende zorgvuldig is geweest bij het signaleren van hoeveelheid boelverlies en anemie, ook heeft zij volgens klaagster ondanks contra-indicatie sufentanil en Dipidolor toegediend en geadviseerd. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-427/DB/LI

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4927

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in verband met een manische ontregeling gezien door verweerster in haar hoedanigheid van dienstdoende psychiater van de crisisdienst. Verweerster heeft een medische verklaring opgesteld waarin zij concludeert dat verplichte zorg voor klaagster nodig is. Deze verklaring is ter kennis gebracht van de burgemeester, die op basis hiervan een beschikking voor een crisismaatregel heeft afgegeven. Klaagster is hierna opgenomen in een zorginstelling. Klaagster maakt verweerster verschillende verwijten over de opgestelde verklaring, het niet geven van inzage en het delen van vertrouwelijke medische informatie met derden. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:253 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-541/DH/RO/D

    Gegrond dekenbezwaar. Verweerder is gedurende langere tijd ernstig tekort geschoten in zijn communicatie met de deken. Verweerder heeft herhaaldelijk niet of (veel) te laat gereageerd op berichten en verzoeken van de deken, waardoor verweerder de deken belemmert in zijn taakuitoefening en hij het toezicht van de deken op een behoorlijke beroepsuitoefening door advocaten onmogelijk maakt. Het baart de raad ernstig zorgen dat verweerder niet te bereiken is voor de deken, toezeggingen niet nakomt en zich ook afzijdig houdt voor de raad. In het (recente) verleden diverse tuchtrechtelijke maatregelen opgelegd. Schrapping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:233 Hof van Discipline 's Gravenhage 230257

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:193 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5486

    Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Klaagster verwijt verweerster, die als chirurg na de operatie bij de behandeling betrokken raakte, dat zij onvoldoende heeft gereageerd op signalen van achteruitgang. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is. 

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5243

    Klacht tegen huisarts. De huisarts van klaagster heeft de crisisdienst ingeschakeld toen de huisarts van de zus van klaagster, klaagsters dochter en een vriendin van klaagster vernam dat klaagster verward en mogelijk gevaarlijk gedrag vertoonde. De huisarts koos hiervoor, omdat klaagster bekend is met paranoïde uitingen, verbaal agressief was en zelf niet naar de praktijk wilde komen. De crisisdienst schatte de situatie in als een ‘risicosituatie’ en verzocht de huisarts de politie te bellen, zodat klaagster naar een spoedopvang kon worden overgebracht voor psychiatrisch onderzoek. Dat heeft de huisarts gedaan. Klaagster verwijt de huisarts dat zij deze acties heeft ondernomen enkel op basis van wat naasten van klaagster over haar hebben gezegd en zonder klaagster zelf te hebben gezien. Het college is van oordeel dat de huisarts in deze situatie, gelet op alle omstandigheden van het geval, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.