Zoekresultaten 1-10 van de 44554 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/30

    Klaagster, die handelt voor zich in privé en als bestuurder van de VvE hoofdsplitsing, verwijt de notaris dat hij partijdig handelt door met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht te weigeren om inzage te verlenen in de verklaring van de VvE ondersplitsing die is gehecht aan de akte van levering ten aanzien van een (onder)appartementsrecht. Voor zover klaagster voor zich in privé handelt, ontbreekt een redelijk belang en is de klacht niet-ontvankelijk. De klacht is ongegrond voor zover klaagster handelt in haar hoedanigheid van bestuurder van de VvE hoofdsplitsing. De kamer stelt voorop dat de verklaring van de VvE ondersplitsing enkel de partijen bij de akte van levering en de VvE ondersplitsing bindt en geen werking heeft tegenover derden zoals de VvE hoofdsplitsing. Wie namens het bestuur van de VvE ondersplitsing de verklaring heeft afgelegd en hoe deze tot stand is gekomen, is vertrouwelijke informatie die onder de geheimhoudingsplicht van de notaris valt. De notaris beroept zich jegens klaagster q.q. dus terecht op zijn geheimhoudingsplicht.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:34 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761265 / DW RK 24/435 MK/WdJ

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt bij het betekenen van de dagvaarding.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:105 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-879/AL/MN

    Raadsbeslissing. Verweerster (advocaat van klaagsters wederpartij) heeft een e-mail gestuurd naar het algemene e-mailadres (het info-adres) van de werkgever van klaagster. Dat e-mailadres was genoemd in een door klaagster overgelegde brief van de heer G. De raad is van oordeel dat het verweerster vrij stond onderzoek te doen naar de authenticiteit van de door klaagster overgelegde brief. Het stond verweerster ook vrij om dat op deze wijze te doen. Zij kon zo snel geen direct e-mailadres vinden van de heer G en heeft in haar e-mail aan het algemene adres duidelijk vermeld dat haar bericht was gericht aan G. Verweerster heeft klaagsters belangen niet onnodig of onevenredig geschonden zonder redelijk doel. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7392

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Klaagster is het niet eens met de overdracht als patiënt bij de huisartsenpraktijk van verweerster wegens pensionering van haar oude huisarts. Ook is klaagster niet tevreden met de zorg die zij in 2023 en 2024 bij de praktijk van verweerster heeft ontvangen. Zo verwijt klaagster verweerster onder andere dat zij haar zorgplicht niet is nagekomen, medicatie heeft geweigerd, onzorgvuldige beleidsvoering en slechte service/ontoegankelijkheid. Het college oordeelt dat de huisarts niet onzorgvuldig heeft gehandeld voor zover zij (persoonlijk) betrokken was en haar beleid in overeenstemming is met de geldende richtlijnen en wat gebruikelijk is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:35 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744744 DW RK 24/25 MK/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder heeft de derdenverklaring niet binnen de wettelijke termijn aan klager verstrekt. Bij de beslagen op de bankrekening van klager is geen rekening gehouden met het beslagvrije bedrag. Vervolgens heeft klager drie maanden moeten wachten op terugbetaling van het teveel geïnde bedrag. De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op de klacht van klager. Klacht gegrond, maatregel van geldboete van € 500 opgelegd en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-925/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Verweerder is tekortgeschoten in de behartiging van klagers belangen in een procedure bij de Commissie van Beroep van KiFiD. Verweerder heeft meermaals (fatale) termijnen laten verlopen, waarop hem is bericht dat de zaak niet verder zou worden behandeld. Daarop is hem toch een laatste mogelijkheid gegeven om alsnog te reageren. Die reactie was onvoldoende gemotiveerd, waarop de zaak alsnog buiten behandeling is gesteld. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde deskundigheid. Overige klachten ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7350

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog gegrond. De gz-psycholoog was als regiebehandelaar betrokken bij de behandeling van klaagster. Na vijf maanden werd voorgesteld de behandeling te beëindigen, omdat er geen verdere behandelmogelijkheden waren. Klaagster stemde hier aanvankelijk mee in, maar diende de volgende dag een klacht in. Klaagster verwijt de gz-psycholoog, samengevat, dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden en de privacy van klaagster heeft geschaad. Het college komt tot het oordeel dat de klacht deels gegrond is en legt de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:36 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747275 DW RK 24/96 MK/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder heeft gelet op haar ministerieplicht niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de dagvaarding te betekenen. De gerechtsdeurwaarder had zich desgevraagd wel moeten legitimeren. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-948/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft klagers belangen onvoldoende behartigd in de aanloop naar een belangrijk getuigenverhoor. Zij heeft al voor de uiterlijke datum aan de rechtbank bericht dat klager voor haar onbereikbaar was en dat zij daarom geen namen kon opgeven, met als gevolg dat het getuigenverhoor geannuleerd werd en klager bij vonnis in het ongelijk werd gesteld. Verweerster had veel meer kunnen en moeten doen om het getuigenverhoor doorgang te laten vinden. Zij heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde deskundigheid. Hoewel schending van een kernwaarde in beginsel oplegging van een berisping betekent, ziet de raad in de gegeven omstandigheden aanleiding om te volstaan met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:71 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2518

    Klacht tegen een psychiater. Klager is als bestuurder van een auto aangehouden met te veel alcohol op. De gemeten hoeveelheid alcohol was 1030 ug/l (2,369‰). In opdracht van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR) heeft de psychiater onderzoek gedaan naar de rijgeschiktheid van klager. Het verzoek van het CBR was klager te onderzoeken op alcoholmisbruik. Van het onderzoek is een rapport opgesteld. De psychiater heeft daarin de diagnose alcoholmisbruik in de zin der wet gesteld. Klager verwijt de psychiater dat hij te snel een diagnose heeft gesteld, zonder verder vragen te stellen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de psychiater een berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de psychiater tegen deze beslissing.