Zoekresultaten 11-20 van de 97 resultaten
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/442291 / KL RK 24-147
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 21-03-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:12
Klacht is ongegrond, omdat de notaris enkel de verplichting had de eerste koopovereenkomst in te schrijven in de openbare registers. Verder dan dat strekte haar ministerieplicht niet. Klager verwijt de notaris veel meer dan dat, derhalve ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:13 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/432637 / KL RK 24-28 C/05/432638 / KL RK 24-29 C/05/432641 / KL RK 24-30 C/05/432644 / KL RK 24-31 C/05/432647 / KL RK 24-32
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 13-03-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:13
notaris hoefde zijn ministerie niet te weigeren, was enkel aangesteld als veilingnotaris. Onderzoeksplicht gaat niet dusdanig ver dat de notaris het gehele voortraject van de deurwaarder moet controleren. Ongegrond.Ten aanzien van de andere notarissen geldt dat de klacht niet voldoende is onderbouwd middels een feitelijke grondslag. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439697 / KL RK 24-106 C/05/439698 / KL RK 24-107
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 03-03-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:14
Klaagster verwijt de notarissen dat zij hun informatieplicht, wilscontroleplicht en waarschuwingsplicht hebben geschonden bij het opstellen en passeren van de notariële akte van uitgifte van aandelen. De klacht tegen de notaris is ongegrond. De klacht tegen de kandidaat-notaris is gegrond, zonder dat er een maatregel wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435140 / KL RK 24-52
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:9
Klaagster verwijt de notaris dat hij in zijn hoedanigheid als executeur-testamentair de nalatenschap niet voortvarend en correct heeft afgewikkeld. De Kamer is het daarmee niet eens. De notaris is druk geweest met het achterhalen van gegevens en uiteindelijk heeft een juridische procedure ertoe geleid dat een minnelijke regeling tot stand kwam. Het heeft er ook de schijn van dat het juist klaagster is geweest die veel discussie heeft opgeworpen. Dat staat haar uiteraard vrij, maar dan kan vervolgens niet de notaris verweten worden dat hij onvoldoende voortvarend heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/30
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:8
Klaagster, die handelt voor zich in privé en als bestuurder van de VvE hoofdsplitsing, verwijt de notaris dat hij partijdig handelt door met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht te weigeren om inzage te verlenen in de verklaring van de VvE ondersplitsing die is gehecht aan de akte van levering ten aanzien van een (onder)appartementsrecht. Voor zover klaagster voor zich in privé handelt, ontbreekt een redelijk belang en is de klacht niet-ontvankelijk. De klacht is ongegrond voor zover klaagster handelt in haar hoedanigheid van bestuurder van de VvE hoofdsplitsing. De kamer stelt voorop dat de verklaring van de VvE ondersplitsing enkel de partijen bij de akte van levering en de VvE ondersplitsing bindt en geen werking heeft tegenover derden zoals de VvE hoofdsplitsing. Wie namens het bestuur van de VvE ondersplitsing de verklaring heeft afgelegd en hoe deze tot stand is gekomen, is vertrouwelijke informatie die onder de geheimhoudingsplicht van de notaris valt. De notaris beroept zich jegens klaagster q.q. dus terecht op zijn geheimhoudingsplicht.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-30 en 24-31
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 26-03-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:7
Klager verwijt de notarissen dat de verklaring van erfrecht niet is opgesteld conform het testament van erflaatster. Volgens klager zijn hij, zijn broer en de acht neven en nichten van erflaatster erfgenaam en niet slechts legataris. De notarissen hebben een eigen interpretatie aan het testament gegeven. Zij zijn op de stoel van de rechter gaan zitten. De Kamer is van oordeel dat de toegevoegd notaris na het raadplegen van literatuur en deskundigen kon beslissen klager niet als erfgenaam op te nemen in de verklaring van erfrecht en dat de notarissen die verklaring ook niet hoefden aan te passen. De opgemaakte verklaring van erfrecht is niet evident fout. De klacht op dit punt is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-14, 24-15, 24-16 en 24-17
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 26-03-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:8
Op 16 mei 2022 heeft notaris [C] een verklaring van erfrecht afgegeven. Uit deze verklaring van erfrecht blijkt dat klaagster en haar broer enig erfgenamen zijn en mr. [H] als opvolgend executeur-afwikkelingsbewindvoerder zelfstandig bevoegd is de goederen van de nalatenschap van erflaatster de beheren en daarover te beschikken. Klaagster verwijt de notarissen bij de afwikkeling van de nalatenschap onzorgvuldig handelen en/of nalaten. De kamer verklaart de klachten op alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/27
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:7
Wijziging huwelijkse voorwaarden: klacht ingediend nadat door echtscheiding vragen waren gerezen over de wijziging. De gevolgen van de akte waren redelijkerwijs bekend vanaf het moment van passeren daarvan. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-45
- Datum publicatie: 17-04-2025
- Datum uitspraak: 26-03-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:9
Omdat een notaris hoofdelijk aansprakelijk is voor een correcte afdracht van verschuldigde overdrachtsbelasting, is terughoudendheid geboden en kan niet te snel worden uitgegaan van een vrijstelling. Pas uit de vaststellingsovereenkomst bleek dat het perceel grond dienstbaar was aan de door beide broers gevoerde onderneming en dat die onderneming door klager werd voortgezet. Eerst toen werd duidelijk dat een beroep kon worden gedaan op de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 lid 1 sub b WBR. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:3 Kamer voor het notariaat Amsterdam 753951 / NT 24-18
- Datum publicatie: 16-04-2025
- Datum uitspraak: 27-03-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:3
1.1. De notaris heeft aangevoerd dat hij geen enkele aanleiding had om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid en de mogelijkheid tot vrije wilsvorming van erflaatster, maar hij heeft die stelling onvoldoende onderbouwd. In de gegeven omstandigheden had de notaris niet af mogen gaan op het oordeel van een van zijn medewerksters, zoals hij blijkens zijn bericht aan de bewindvoerder wel heeft gedaan. Dat de notaris erflaatster zelf heeft gesproken over de inhoud van de akte is niet komen vast te staan, laat staan op welke wijze dit zou zijn gebeurd. De notaris heeft de kamer er daarom niet van kunnen overtuigen dat hij zich met de vereiste zorgvuldigheid een indruk heeft gevormd van de wilsbekwaamheid van erflaatster en dat hij zich er naar behoren van heeft verzekerd dat erflaatster deze akte zelf heeft gewild en bij het vormen van haar wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed. De klacht is daarom gegrond.