Zoekresultaten 1-10 van de 18 resultaten
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:4 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-21
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:4
De notaris heeft laten weten dat zij erflaatster uitgebreid onder vier ogen heeft gesproken op het notariskantoor en de gevolgen van de wijzigingen van het testament met haar heeft doorgenomen. Mevrouw [G] bleef achter in de wachtkamer. De notaris heeft op verschillende manieren vragen aan erflaatster gesteld, waarop door erflaatster consistent werd geantwoord. Ook bleken de wijzigingen overeen te komen met de wijzigingen die erflaatster met haar advocaat had besproken. Daarna is het concept verstuurd naar erflaatster en met haar toestemming naar haar advocaat gestuurd. Hoewel de notaris geen twijfel had over de wilsbekwaamheid heeft zij volledigheidshalve, omdat de afspraak van erflaatster met de neuroloog al gepland stond, gewacht op een verklaring van deze arts. Daarin werd de wilsbekwaamheid bevestigd. Tijdens het passeren bleven [D] en [G] in de wachtkamer achter. Onder vier ogen heeft de notaris nogmaals gecontroleerd of de wijzigingen van het testament conform de wensen van erflaatster waren. Toen dat het geval bleek, heeft de notaris de akte gepasseerd. De Kamer is van oordeel dat niet gebleken is dat de notaris onzorgvuldig is geweest in haar beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflaatster direct voorafgaand aan en ten tijde van het passeren van het testament. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:5 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-39
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:5
Klaagster verwijt de notaris dat zij de akte van levering heeft gepasseerd, terwijl partijen het nog niet eens waren over de inhoud van de depotovereenkomst. Voordat de Kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht kan toekomen, moet eerst (ambtshalve) worden beoordeeld of de klacht ontvankelijk is. Een vereniging wordt vertegenwoordigd door haar bestuur. [A] is niet een bestuurder van klaagster. Niet is gesteld of gebleken dat de statuten van klaagster aan andere personen dan bestuurders bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen. Van een machtiging aan [A] om klaagster te vertegenwoordigen is evenmin gebleken. De klacht is niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-40
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:6
Uit hetgeen in het verzetschrift en ter zitting naar voren is gekomen was klaagster op 9 oktober 2017 aanwezig bij het passeren van de hypotheekakte. Het moet er daarom voor gehouden worden dat klaagster vanaf die datum op de hoogte is geweest van het handelen van de notaris waartegen de klacht zich richt. Dit betekent dat de termijn voor het indienen van een klacht tegen dit handelen in principe is geëindigd op 9 oktober 2020. Anders dan klaagster stelt, kan dus niet begin mei 2021, toen klaagster ermee bekend werd dat er een tweede recht van hypotheek op haar woning was gevestigd, worden aangemerkt als het (eerste) moment waarop klaagster kennis heeft genomen van het gesteld klachtwaardig handelen van de notaris en als aanvang van de termijn van drie jaar. Indien zou moeten worden aangenomen dat de gevolgen van het handelen of nalaten van de notaris pas in mei 2021 voor klaagster redelijkerwijs bekend zijn geworden, dan dient dat moment te worden aangemerkt als aanvang van de aanvullende vervaltermijn van een jaar. In dat geval is de aanvullende vervaltermijn begin mei 2022 verlopen. Nu de klacht op 5 maart 2024 is ingediend, is dit te laat. Omdat de klacht niet-ontvankelijk is, is het verzet ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-19 en 24-50
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:1
Klaagster verwijt de notaris dat de woning tegen een te lage verkoopprijs en met een te korte verkooptijd is verkocht en zonder te controleren of de man de werkzaamheden aan de woning had verricht om de woning in goede staat te krijgen. Verder verwijt klaagster de notaris dat hij bij de overdracht van de woning heeft nagelaten om te controleren of aan alle hypotheekvoorwaarden was voldaan, inclusief het hebben van een Cardiff polis. De klacht is op alle onderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-22 en 24-23
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:2
Klager verwijt de notarissen dat zij hebben nagelaten [A] voor, op of kort na 9 april 2021 te melden dat [I] (blijkbaar) een opdracht tot inschrijving van de koopovereenkomsten in de openbare registers heeft gegeven. De Kamer is van oordeel dat de notarissen daar niet toe gehouden waren. De in artikel 7:3 BW opgenomen Vormerkung strekt uitsluitend tot bescherming van de koper en betreft, zoals de notarissen terecht hebben gesteld, een eenzijdig recht van de koper. Zowel dit klachtonderdeel als de overige klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-28
- Datum publicatie: 25-03-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:3
Vast staat dat aan deze klachtprocedure dezelfde feiten ten grondslag liggen als aan de eerdere klachtprocedure, waarover in eerste aanleg (beslissing Kamer 17 mei 2023) en tweede aanleg (beslissing Hof 26 maart 2024) al is geoordeeld. Klager heeft onvoldoende begrijpelijk onderbouwd waaruit het klachtwaardig handelen van de notaris bestaat dat nieuw/anders is ten opzichte van het gestelde klachtwaardig handelen van de notaris in de eerste klachtprocedure. De klacht is in zoverre ongegrond en voor het overige niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:4 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/28
- Datum publicatie: 20-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:4
Klacht over beoordeling wilsbekwaamheid van twee (hoog)bejaarde testatrices. Ontvankelijkheid (redelijk belang). Beroep op geheimhoudingsplicht. Notaris is met instemming van klagers buiten hun aanwezigheid gehoord en heeft daarbij stukken ter inzage gegeven aan de kamer. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:5 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/25
- Datum publicatie: 20-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:5
De klacht gaat over de verkoop en levering van een bedrijfswoning door de moeder van klaagster aan de jongste zus van klaagster, waarbij de oud-notaris betrokken was. De kamer is van oordeel dat de oud-notaris voldoende onderzoek heeft gedaan naar de koopprijs in de onderhavige familiaire transactie door uit te gaan van een actueel taxatierapport en de getaxeerde waarde te vergelijken met de op dat moment geldende WOZ-waarde. Van een (door het opstellen/passeren van de koopakte en de akte van levering) meewerken aan een constructie waarbij de zus werd bevoordeeld en moeder (en daarmee klaagster als toekomstig erfgename van moeder) werd benadeeld is niet gebleken. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:6 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/21
- Datum publicatie: 20-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:6
De notaris heeft onvoldoende zorgvuldig gehandeld door bij de totstandkoming van erflaters testament en de daarbij behorende beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflater op verschillende vlakken onvoldoende regie te voeren. Zonder erflater te hebben gesproken heeft de notaris het onderzoek naar de wilsbekwaamheid van erflater aan (de echtgenoot van) klagers zus overgelaten die een eigen belang had bij de onterving van klager. Vervolgens heeft de notaris verzuimd de valse start te herstellen door alsnog deugdelijk onderzoek te doen naar de aan de arts gegeven opdracht en de aspecten die de arts daarbij in zijn advies heeft kunnen betrekken. Ook heeft de notaris zich afhankelijk gemaakt van het moment dat (de echtgenoot van) klagers zus de benodigde verklaring van de arts aan haar verstrekte. Een zorgvuldige afhandeling van een verzoek van erflater tot wijziging van zijn testament is hierdoor onder tijdsdruk komen te staan, waarbij het nog maar de vraag is of die tijdsdruk er in objectieve zin ook was. De klacht wordt in zoverre gegrond verklaard. Aan de notaris wordt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:3 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/23
- Datum publicatie: 17-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:3
De notaris heeft, in zijn hoedanigheid van executeur, een vrij overzichtelijke nalatenschap bijna tien jaar op zijn beloop gelaten. Hij heeft de twee goede doelen, die erflater tot zijn enige erfgenamen had benoemd, nooit geïnformeerd over het openvallen van de nalatenschap en in al die jaren nauwelijks iets gedaan om uitvoering te geven aan de laatste wil van erflater. Zo heeft de notaris diens inboedel, auto en woning laten verloederen en zelfs geen actie ondernomen toen hij er jaren geleden mee bekend werd dat de woning was gekraakt. De kamer heeft de notaris voorgehouden dat de indruk bestaat dat hij in deze zaak telkens als een struisvogel de kop in het zand heeft gestoken om zijn nalaten niet onder ogen te hoeven zien. Door zijn jarenlange nalaten en door ook niet (tijdig) te reageren op brieven van het ministerie, van de gemeente, van het BFT en van de kamer heeft de notaris er telkens blijk van gegeven voor zijn verantwoordelijkheid weg te lopen. Een eerder aan de notaris opgelegde tuchtmaatregel heeft niet geleid tot de daarmee beoogde gedragsverandering. Bij de kamer ontbreekt ieder vertrouwen dat de notaris in de toekomst niet op vergelijkbare wijze zal “weglopen” voor zijn verantwoordelijkheid. De kamer komt tot de slotsom dat het ter bescherming van het maatschappelijke vertrouwen in de zorgvuldige vervulling van het notarisambt noodzakelijk is om aan de notaris de tuchtmaatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- Volgende pagina zoekresultaten