Zoekresultaten 1-10 van de 114 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/33

    De klacht gaat over een op het laatste moment aangebrachte verandering in de door de kandidaat-notaris voorbereide akte van levering. De klacht is niet-ontvankelijk verklaard, voor zover deze een verzoek inhoudt om de kandidaat-notaris ertoe te zetten om de akte van levering aan te passen. Aangezien de kandidaat-notaris, alle omstandigheden van dit geval in aanmerking genomen, voldoende alert is geweest op haar informatieverplichting naar klager toe, is de klacht voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:7 Kamer voor het notariaat Amsterdam 7555715 / NT 24-30

    Klacht over afwikkeling nalatenschap. De klacht bestaat uit verschillende klachtonderdelen. Deels worden die klachtonderdelen ongegrond verklaard, deels gegrond. De kamer legt de notaris een waarschuwing op omdat hij zich heeft gemengd in een verdelingsprocedsure waarin hij geen partij is, op de wijze zoals hij dat heeft gedaan. Van een notaris mag worden verwacht dat hij professioneel omgaat met partijen die niet tevereden zijn over zijn handelwijze, ook als dat in de ogen van de notaris onterecht is.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:17 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439690 / KL RK 24-105

    Klager verwijt de notaris dat hij 1) bij de totstandkoming van het testament onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de wilsbekwaamheid van erflaatster 2) onvoldoende waarborg heeft gegeven tegen ongewenste beïnvloeding door de zus van klager.De kamer overweegt dat de notaris zich er steeds van heeft vergewist dat erflaatster bij de besprekingen wilsbekwaam was en uit vrije wil (en dus zonder beïnvloeding van de zus) tot haar wensen over de inhoud van het testament was gekomen. De notaris heeft bij zijn beoordeling het Stappenplan gevolgd en mede door het stellen van vragen en het voeren van individuele gesprekken onder vier ogen, zorgvuldig onderzocht of erflaatster haar wensen zelfstandig had gevormd. De notaris heeft geen signalen ontvangen die wezen op beïnvloeding door derden. De notaris heeft op basis van zijn eigen waarneming niet getwijfeld aan de wilsbekwaamheid van erflaatster en is tot de conclusie gekomen dat zij wilsbekwaam was. Hij moest daarom zijn ministerie verlenen. De feiten en omstandigheden die door klager zijn gesteld maken niet dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, nu deze zien op de situatie (ver) voor het passeren van het testament. De notaris dient op grond van de wet- en regelgeving een beoordeling te maken op het moment dat hij erflaatster zelf ziet en spreekt. De kamer is van oordeel dat de notaris dit genoegzaam heeft gedaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:23 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/17 en SHE/2024/5

    Klaagster (een stichting) verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het passeren van de akte van samenvoeging (fusie) van een aantal parochies tot één nieuwe parochie met als gevolg dat een kapel ten onrechte op naam van de nieuwe parochie is gesteld en de oorspronkelijke eigenaar van deze kapel (een Roomsche gemeente) van haar eigendom is bestolen. De voorzitter van de kamer acht een redelijk belang van klaagster bij de klacht niet aanwezig en heeft de klacht daarom wegens niet-ontvankelijkheid terstond afgewezen (SHE/2024/5). Klaagster heeft verzet ingesteld tegen de voorzittersbeslissing. De kamer heeft dit verzet ongegrond verklaard (SHE/2024/17).

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-18

    Klager is zelf notaris. Hij verwijt de notaris dat hij de ministerieplicht ontwijkt door een extreem hoog tarief te offreren voor een legalisatie. Hierdoor kon klager niet verder met zijn dossier. Klager onderbouwd zijn klacht hoofdzakelijk met het verwijzen naar het algemeen belang. Het algemeen belang is niet een redelijk belang als bedoeld in artikel 99 Wna, ook niet voor een ambtgenoot aan de hand van een concrete casus. De stelling van klager dat hij niet verder kon met zijn dossier omdat zijn cliënte de handtekening niet liet legaliseren, geeft evenmin een redelijk belang. Die gedraging van zijn cliënte, die zo is gebleken ter zitting ook bij andere notarissen in haar omgeving terecht kon, kan de notaris niet worden verweten. De klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:11 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-61

    De toegevoegd notaris heeft zich er op voldoende zorgvuldige wijze van vergewist dat de wijziging van het testament erflaatsters daadwerkelijke wens was en dat zij de gevolgen van deze wijziging kon overzien. Nu de toegevoegd notaris, bekend met de diagnose fronto-temporale dementie, na haar uitgebreide besprekingen geen twijfel had over de wilsbekwaamheid, hoefde zij het Stappenplan niet te volgen en was nader onderzoek naar de wilsbekwaamheid van erflaatster niet nodig. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:6 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755946 / NT 24-32

    Een gemeentambtenaar heeft de notaris benaderd voor het opmaken en verlijden van een akte van levering. Het betrof een koopovereenkomst, gesloten door de gemeente als verkoper, betreffende "een groenstrook" die door de koper zou worden ingericht "met het oog op het behoud en bevordering van een prettig woon- en verblijfsklimaat" in de gemeente. De gemeente heeft een klacht ingediend tegen de notaris, stellende dat de notaris nader onderzoek had moeten doen naar de door haar ontvangen getekende koopovereenkomst, omdat deze aanleiding geeft om te twijfelen over de juistheid en echtheid daarvan. De kamer verklaart de klacht gegrond en legt de notaris een berisping op. De notaris heeft onvoldooende zorgvuldig gehandeld. Bij een zorgvuldige taakuitoefening zou de fraude van de gemeenteambtenaar eerder aan het licht zijn gekomen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435855 / KL RK 24-60

    Wegens gebrek aan redelijk belang wordt klager in één klachtonderdeel niet-ontvankelijk verklaard. Ten aanzien van een van de klachtonderdelen zijn de stellingen van klager onvoldoende onderbouwd. Het derde klachtonderdeel ziet op het overleg tussen klager en de notaris over de inzage in het protocol van een oud-notaris, met wie de notaris een maatschap heeft gehad. De notaris heeft zich hierin zeer welwillend opgesteld, hetgeen maakt dat ook dat klachtonderdeel van de klacht van klager ongegrond is.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435161 / KL RK 24-54

    Bij één klachtonderdeel heeft klaagster geen redelijk belang, zodat zij niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Het andere klachtonderdeel is ongegrond, omdat de e-mails die de notaris aan haar heeft verzonden niet als bedreigend kunnen worden gekwalificeerd. Bovendien is de frustratie van de notaris over de gang van zaken met betrekking tot een dreigende blokkade van zijn derdengeldenrekening begrijpelijk. Om deze blokkade te voorkomen had de notaris de medewerking van klaagster nodig, nu zij de waarnemer was op het protocol van de oud-notaris waarmee de notaris in een maatschap zat. De derdengeldenrekening werd zowel door de notaris als de oud-notaris gebruikt en diende gesplitst te worden.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755570 / NT 24-28 755571 / NT 24-29

    1.1. Uit de door klaagster en de kandidaat-notaris gegeven toelichting op hun communicatie voorafgaand aan de dienstweigering blijkt dat het – eerst na de bespreking van 7 mei 2024 gebleken – bezit van cryptovaluta heeft geleid tot een gebrek aan vertrouwen van de kandidaat-notaris in klaagster. Daarvoor bestond naar het oordeel van de kamer geen aanleiding. De melding van het bezit van de cryptovaluta is nog op de dag van de bespreking gedaan. Dat klaagster dit bewust heeft verzwegen is niet gebleken; in tegendeel, voor de hand ligt dat zij dit bezit (ter waarde van circa € 250) vergeten was te melden. Toen de digitale nalatenschap voor het notariskantoor een beletsel bleek, heeft klaagster haar cryptovaluta verkocht en dit meteen aan de kandidaat-notaris gemeld. Daarbij heeft zij opnieuw haar wens uitgesproken dat het notariskantoor haar nalatenschap zou afwikkelen. De kandidaat-notaris heeft evenwel, zoals zij op de mondelinge behandeling heeft bevestigd, in het daaropvolgende telefoongesprek met klaagster gezegd dat zij er niet op kon vertrouwen dat klaagster daadwerkelijk alle cryptomunten had verkocht en dienstverlening aan klaagster geweigerd. Dat klaagster dit als kwetsend heeft ervaren is begrijpelijk.1.2. Voor zover (steeds) aanvullende wensen van klaagster ten grondslag hebben gelegen aan de weigering tot dienstverlening, geldt dat de kandidaat-notaris haar geen nieuwe offerte heeft doen toekomen. Daarover zou volgens de kandidaat-notaris wel telefonisch met klaagster zijn gesproken, maar uiteindelijk is besloten tot dienstweigering, overigens ook zonder klaagster concreet naar een andere notaris door te verwijzen. Dat klaagster niet bereid was om meer kosten te betalen, zoals de notarissen stellen, betwist klaagster en hebben de notarissen ook niet concreet onderbouwd. Niet kan daarom worden aangenomen dat dit aan de dienstverlening in de weg stond.