Zoekresultaten 9851-9860 van de 13838 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:237 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.355

    Klacht tegen een huisarts. Klager was gedetineerd en verbleef in een penitentiaire inrichting waar verweerder op dat moment als huisarts werkzaam was. Klager verwijt verweerder dat hij in een stoffige omgeving moet werken terwijl hij daar ziek van wordt. Klager wil graag werken, maar in een aangepaste ruimte, zoals in een keuken. Klager voelt zich niet serieus genomen door verweerder. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze af. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk voor zover hij de klacht heeft willen uitbreiden met nieuwe klachtonderdelen en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:231 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.024

    Klacht tegen arts. De klacht betreft de overleden 1-jarige zoon van klaagster. Na diverse bezoeken aan het ziekenhuis is patiënt uiteindelijk met de ambulance naar het kinderziekenhuis vervoerd. Klaagster verwijt verweerster dat deze haar niet serieus heeft genomen en dat de juiste diagnose pas in het kinderziekenhuis is gesteld. Voorts verwijt zij verweerster dat haar zoon zonder begeleiding van een arts met de ambulance naar het kinderziekenhuis is vervoerd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege spreekt zich niet uit over de vraag of er een arts met de ambulance van patiënt had moeten worden meegestuurd, maar oordeelt wel dat de toestand van patiënt voor vertrek per ambulance had moeten worden herbeoordeeld door een meer ervaren arts, in dit geval de supervisor van verweerster. Dat dit niet is gebeurd en dat die herbeoordeling in het onderhavige geval aan verweerster is overgelaten valt haar echter niet te verwijten. Het beroep van klaagster wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:238 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.364

    De klacht is gericht tegen een psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:232 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.025

    Klacht tegen kinderarts. De klacht betreft de overleden 1-jarige zoon van klaagster. Na diverse bezoeken aan het ziekenhuis is patiënt uiteindelijk met de ambulance naar het kinderziekenhuis vervoerd. Klaagster verwijt verweerder dat deze haar niet serieus heeft genomen en dat de juiste diagnose pas in het kinderziekenhuis is gesteld. Voorts verwijt zij verweerder dat haar zoon zonder begeleiding van een arts met de ambulance naar het kinderziekenhuis is vervoerd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege spreekt zich niet uit over de vraag of er een arts met de ambulance van patiënt had moeten worden meegestuurd, maar oordeelt dat het in het onderhavige geval wel op de weg van verweerder, als supervisor, lag om de toestand van patiënt voor vertrek per ambulance zelf te herbeoordelen. Dat hij dit aan een relatief onervaren arts in opleiding heeft overgelaten valt hem te verwijten. Het beroep van klaagster is derhalve deels gegrond en aan verweerder wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:239 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.399

    Klacht tegen een huisarts. Verweerder is werkzaam als huisarts. De dochter van klagers was patiënte bij verweerder. Klagers waren geen patiënten bij verweerder. Klagers hebben bij verweerder aangegeven dat zij geïnformeerd wilden worden over de bij hun dochter gestelde diagnose en de aan haar voorgeschreven medicatie en therapie. Verweerder heeft aan klagers te kennen gegeven dat hij hen, zonder expliciete toestemming van hun (meerderjarige) dochter, geen informatie mocht verstrekken. Klagers verwijten verweerder dat hij hen niet te woord heeft willen staan, althans niet open stond voor een andere zienswijze gelet op de psychische toestand van hun dochter. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:233 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.076

    Klaagster verwijt de psychiater dat hij niet heeft gehandeld als een redelijk bekwame beroepsbeoefenaar naar de toentertijd in de beroepsgroep als norm of standaard aanvaarde diagnostiek en behandeling van ADHD bij volwassenen en behandeling van depressieve stoornissen en verslaving bij volwassenen. Voorts wordt de psychiater verweten dat hij een voorschrijfgedrag (met name ten aanzien van dextroamfetamine, bupropion en buprenorfine) heeft gehanteerd dat niet overeenstemde met de beroepsnorm of standaard. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van doorhaling in het BIG-register bevolen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de psychiater.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:240 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.429

    Klacht tegen patholoog. De klacht heeft betrekking op de moeder van klager die na een val is gezien door meerdere artsen in verband met onder meer een schouderfractuur, hyponatriëmie en myxoedeemcoma. De moeder van klager is enkele dagen na opname op de IC overleden waarna door verweerster obductie is verricht. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat verweerster zich voorafgaand aan de obductie voldoende heeft geïnformeerd, de obductie volledig en vakbekwaam heeft verricht en zich in de specifieke aspecten heeft laten ondersteunen door een externe specialist en wijst de klacht af. Het hoger beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:234 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.077

    De Inspectie verwijt de psychiater dat hij onvoldoende psychiatrisch onderzoek en diagnostiek heeft verricht waardoor de indicatie van de door hem verstrekte medicatie onvoldoende is onderbouwd. Er is sprake geweest van risicovolle prescriptie door onjuiste medicatie, te hoge doseringen, te grote hoeveelheden en risicovolle combinaties waarbij noodzakelijke controles achterwege zijn gelaten. Ten aanzien van een bepaalde patiënt heeft de psychiater onvoldoende rekening gehouden met diens verslavingsproblematiek en heeft hij zijn behandelbeleid onvoldoende gewijzigd toen de toestand van de patiënt duidelijk verslechterde en hij psychotisch werd. Voorts was de dossiervoering onvoldoende, was niet voorzien in een waarneemregeling en nam de psychiater niet deel een enige vorm van intervisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van doorhaling in het BIG-register bevolen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de psychiater.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:241 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.483

    Klacht tegen huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij vertrouwelijke en medische gegevens van klager zonder diens toestemming heeft gedeeld met de psychotherapeut. Volgens klager heeft de huisarts daarmee zijn beroepsgeheim geschonden. Klager had aangegeven dat hij niet wilde dat verweerder medische gegevens over hem zou doorgeven of delen met de psychotherapeut. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de als ongegrond klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:235 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.289

    Klager verwijt de verpleegkundige dat hij ondanks voortdurend door klager geuite klachten de verkeerde medicatie heeft (doen) voorschrijven waardoor medische schade is opgelopen en incorrecte vermeldingen in het patiëntendossier van klager heeft opgenomen waardoor diens privacy niet gewaarborgd is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.