Zoekresultaten 9851-9860 van de 12816 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2982 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.355

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts o.a. dat deze niet de juiste diagnose heeft gesteld en ten onrechte een SOA-test heeft geweigerd. Regionaal college verklaart de klacht ongegrond. Hoger beroep klaagster. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege is de huisarts onvoldoende ingegaan op de door klaagster geopperde mogelijkheid van een SOA en is hij te snel tot de conclusie gekomen dat een SOA niet waarschijnlijk was. De diagnostiek van de huisarts is op dit punt onvoldoende geweest, zodat het eerste klachtonderdeel slaagt. Klacht in zoverre gegrond, maar het Centraal Tuchtcollege ziet aanleiding geen maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2981 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.291

    Klacht tegen huisarts. Klager (echtgenoot) verwijt de huisarts dat zijn echtgenote te laat is doorverwezen naar de internist en niet met spoed is opgenomen. Bovendien is ten onrechte gesuggereerd dat zijn echtgenote alcoholist was en zijn delen uit het medisch dossier door de huisarts verwijderd. Het regionaal tuchtcollege wijst de klacht als ongegrond af en het hoger beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2976 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.037

    Klaagster lijdt aan een chronische darmziekte waarvoor zij onder behandeling is geweest in het ziekenhuis waar de aangeklaagde verpleegkundige werkzaam is. Klaagster verwijt de verpleegkundige a) een onheuse bejegening, b) het zorg dragen voor onterecht ontslag van klaagster uit het ziekenhuis zonder afgifte van de ontslagpapieren en medicijnen, en  c) manipulatie, intimidatie, verkondigen van onwaarheden en het misbruiken van haar machtspositie. Het RTG wist de klacht als ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2970 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.319

    Klaagster verwijt de psychiater schending van haar geheimhoudingsplicht door zonder toestemming van klaagster te spreken met de ex-partner van klaagster en door aanpassing van het medisch dossier van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het beroepschrift is per email ingediend en die wijze van indiening kan niet gelden als   overeenkomstig het Reglement van het Centraal Tuchtcollege. Toch wordt het beroep niet niet-ontvankelijk verklaard  omdat klaagster er door het Regionaal Tuchtcollege niet meteen op is geattendeerd dat zij het beroepschrift niet op rechtsgeldige wijze had ingediend, en omdat zij niet in staat is gesteld onverwijld alsnog aan de voor indiening van een beroepschrift gestelde vereisten te voldoen. Blijkens de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege is beslist op de klachtonderdelen ‘schending van het beroepsgeheim’ en ‘aanpassing van het medisch dossier’. Van deze klachten maakt geen deel uit het verwijt dat de psychiater zich schuldig zou hebben gemaakt aan belangenverstrengeling en evenmin kan hierin worden gelezen dat zij partijdig was en klaagster heeft benadeeld. Een klacht of klachtonderdeel kan niet voor het eerst in hoger beroep ter beoordeling worden voorgelegd. Daarmee zou aan de desbetreffende verweerder een instantie van verweer kunnen worden ontnomen. Ten aanzien van deze bezwaren verwerpt het Centraal Tuchtcollege reeds daarom het beroep van klaagster. Met betrekking tot de dossierplicht: Anders dan klaagster wil betogen, maakt van het medisch dossier niet – verplicht – deel uit eventuele documentatie ten aanzien van klachten van derden tegen de hulpverlener. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2964 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.359

    Klacht over een in opdracht van het CBR door de arts, tezamen met een psychiater, opgemaakte rapportage in het kader van een vorderingsprocedure van het rijbewijs van klaagsters dochter. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat de psychiater geen verwijt kan worden gemaakt van de aan klaagsters dochter bij de rapportage verzonden begeleidende standaardbrief met uitleg over het inzage-, correctie- en blokkeringsrecht die wellicht duidelijker had gekund. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2977 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.146

    Klager verwijt de neuroloog dat deze hem niet juist en eerlijk heeft geïnformeerd over zijn bevindingen, dat de diagnose niet tijdig werd verschaft, dat hem, klager, werd verweten teveel pijnstillers te slikken zonder gedegen onderzoek, dat gegevens zijn doorgezonden aan de huisarts van klager ondanks een verzoek dit niet te doen, dat klager werd doorverwezen naar de neuroloog zelf, maar dan in de hoofdpijnkliniek, dat de neuroloog grapjes maakte over de klachten van klager, dat klager werd verteld dat alleen amitriptyline kon worden voorgeschreven, dat de neuroloog niet luisterde naar informatie over ziekten in de familie van klager en dat geen adequate behandeling werd ingezet vanuit de hoofdpijnkliniek. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat het in de gegeven omstandigheden niet wel voorstelbaar is dat de neuroloog zijn bevindingen niet met klager heeft besproken tijdens de consulten in juni 2009, gelet op al hetgeen de neuroloog tijdens bedoelde consulten heeft genoteerd in het medisch dossier, en dat de bedoelde bevindingen ook per brief werden gecommuniceerd aan de huisarts van klager. Dat de neuroloog niet tevens in het medisch dossier heeft opgenomen dat en op welk moment de (voorlopige) diagnose met klager is besproken, is geen omissie waarvan de neuroloog een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2971 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.256

    Verweerder, huisarts tevens forensisch arts, heeft klager medisch onderzocht toen deze op verdenking van mishandeling van zijn partner in een politiecellencomplex verbleef. Bovendien heeft verweerder de partner van klager medisch onderzocht. Klager verwijt verweerder hem onvoldoende behandeld te hebben en zijn beroepsgeheim te hebben geschonden en voorts dat hij zich niet onafhankelijk heeft opgesteld bij het opstellen van de letselrapportage m.b.t. klagers partner. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en het hoger beroep wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2965 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.375

    Klacht tegen huisarts. Klager verwijt verweerster dat zij onjuiste mededelingen aan Bureau Jeugdzorg heeft gedaan over het gebruik van geweld door klager. Het Regionaal Tuchtcollege beoordeelt de klacht als gegrond en legt aan verweerster de maatregel van waarschuwing op. In hoger beroep verklaart het Centraal Tuchtcollege de meldcode kindermishandeling in het onderhavige geval niet van toepassing nu er geen sprake was van een dergelijke melding maar verwerpt het beroep van verweerster voor het overige en handhaaft de oplegging van de maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2978 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.147

    Klager verwijt de internist dat laatstgenoemde te weinig tijd heeft besteed aan klager,dat de internist geen actie heeft ondernomen naar aanleiding van de bevindingen op een eerdere CT-scan en dat de internist klager niet serieus heeft genomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de internist niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Onder de gegeven omstandigheden is de door de internist voorgestelde behandeling, waarbij werd gestart met een prokineticum en verder op internistisch gebied een afwachtend beleid werd gevoerd, adequaat. Dat de internist klager niet serieus heeft genomen of onvoldoende tijd aan hem heeft willen besteden, is het Centraal Tuchtcollege niet gebleken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2972 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.033

    Klaagster lijdt aan een chronische darmziekte. Klaagster verwijt de mdl-arts naar aanleiding van een tweetal incidenten met verpleegkundigen waarin de arts heeft bemiddeld onheuse bejegening, manipulatie, intimidatie, verkondiging van onwaarheden en misbruik van zijn machtspositie. Voorts verwijt klaagster hem dat hij haar onterecht uit het ziekenhuis heeft ontslagen zonder afgifte van ontslagpapieren en medicijnen. Het RTG wijst de klacht in al haar onderdelen af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster