Zoekresultaten 12221-12230 van de 13039 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0819 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.297

      Klager is vanuit Frankrijk met spoed overgebracht naar een ziekenhuis in Nederland op verdenking van endocarditis met decompensatio cordis. Tijdens zijn ziekenhuisopname is klager vier maal geopereerd. Na het ontslag uit het ziekenhuis zijn ernstige lichamelijke klachten ontstaan. Klager is thans rolstoelgebonden, gebruikt zuurstof en zijn darmen zijn ernstig uitgestulpt. Volgens klager zijn de klachten het gevolg van de operaties die de cardio-thoracaal chirurg heeft uitgevoerd. Klager maakt de arts de volgende verwijten: tijdens de operatie zijn wond- en borstbeeninfecties ontstaan, bij de tweede of derde operatie is een stuk van het borstbeen afgebroken en versplinterd, bij de vierde operatie is het buikvlies geopend hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers darmen naar buiten kwamen, ten onrechte is het staaldraad dat het borstbeen bij elkaar hield verwijderd, de arts heeft geen toestemming gevraagd voor de vierde operatie en klager vooraf niet gewezen op de gevolgen van de operatie en door de langdurige beademing is longemfyseem ontstaan waarvoor klager niet naar een longarts is verwezen. Het RTG heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerkt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0813 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.154

     

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0820 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.018

    De arts is een gepensioneerd huisarts en incidenteel werkzaam als medisch adviseur. De arts heeft op verzoek van een advocaat op basis van een door de advocaat aangeleverd dossier in een brief zijn visie gegeven op de geestelijk  gesteldheid van klaagster. Deze visie is ingebracht in een gerechtelijke procedure. Klaagster verwijt de arts dat hij zonder haar ooit gezien of gesproken te hebben een brief aan de advocaat heeft geschreven waarin hij klaagster heeft getypeerd als een vrouw met psychiatrische problematiek, die dringend psychiatrische hulp nodig heeft; voorts een diagnose stelt, te weten persoonlijkheidsstoornissen (cluster B) met borderline, theatrale, paranoïde en antisociale kenmerken. Het RTG oordeelt de klacht gegrond en legt een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts en gelast de publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0814 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.186

     De arts, destijds in opleiding tot revalidatiearts, heeft klaagster behandeld op de afdeling revalidatiegeneeskunde in het Erasmus MC in verband met pijnklachten in haar hand. Op de afdeling revalidatiegeneeskunde is gekozen voor een tweesporenbeleid waarbij enerzijds medisch onderzoek zou worden verricht en daarnaast de psychiatrische problematiek zou worden opgepakt. Klaagster verwijt de arts dat teveel werd gedacht aan een psychische oorzaak voor de klachten, zodat een lichamelijke oorzaak op de achtergrond raakte. Meer in het bijzonder wordt de arts verweten dat hij ten onrechte de medicatie heeft stopgezet. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0821 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.035

    Klacht tegen een door de gemeente ingeschakelde adviserend arts voor de Wet Werk en Bijstand. Klager verwijt de arts dat hij een onjuist, althans onzorgvuldig rapport heeft opgesteld, omdat in het rapport ten onrechte bij reactie van betrokkene ‘akkoord’ is vermeld, omdat de geboortedatum van klager onjuist is vermeld en omdat zonder lichamelijk en medisch dossieronderzoek een FML is ingevuld. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0815 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.220

     

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0822 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.036

      In het kader van een traject herijking uitkeringsgerechtigden met vrijstelling van sollicitatieverplichtingen heeft de Intergemeentelijke Sociale Dienst de arts gevraagd advies uit te  brengen over de mogelijkheden en beperkingen van klager ten aanzien van het verrichten van arbeid. De arts heeft beperkingen aanwezig geacht maar heeft klager met nachtneming van de beperkingen in staat geacht te werken gedurende acht uur per dag en veertig uur per week. Klager verwijt de arts dat hij een onjuist, althans onzorgvuldig rapport heeft opgesteld, omdat de arts hem in staat heeft geacht acht uur per dag te werken zonder kennis te hebben genomen van zijn ziektegeschiedenis, zonder lichamelijk onderzoek en zonder hem de gelegenheid te geven zijn klachten toe te lichten. De arts heeft de FML ingevuld zonder klager daarin te kennen. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0816 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.257

    Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens waarnemer.  Klager verwijt de arts dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en dientengevolge de diagnose van de ernstige ziekte van klager gedurende langere tijd heeft gemist. Klager verwijt de waarnemend arts dat hij niet adequaat op zijn klachten heeft gereageerd en dat hij klager onheus heeft bejegend.  Klachten zijn afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is in beide zaken verworpen door het Centraal Tuchtcollege.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0823 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.080

    Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens waarnemer.  Klager verwijt de arts dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en dientengevolge de diagnose van de ernstige ziekte van klager gedurende langere tijd heeft gemist. Klager verwijt de waarnemend arts dat hij niet adequaat op zijn klachten heeft gereageerd en dat hij klager onheus heeft bejegend.  Klachten zijn afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is in beide zaken verworpen door het Centraal Tuchtcollege.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0817 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.295

     Klager is vanuit Frankrijk met spoed overgebracht naar een ziekenhuis in Nederland op verdenking van endocarditis met decompensatio cordis. Tijdens zijn ziekenhuisopname is klager vier maal geopereerd. Na het ontslag uit het ziekenhuis zijn ernstige lichamelijke klachten ontstaan. Klager is thans rolstoelgebonden, gebruikt zuurstof en zijn darmen zijn ernstig uitgestulpt. Volgens klager zijn de klachten het gevolg van de operaties die de thorax chirurg heeft uitgevoerd. Klager maakt de arts de volgende verwijten: tijdens de operatie zijn wond- en borstbeeninfecties ontstaan, bij de tweede of derde operatie is een stuk van het borstbeen afgebroken en versplinterd, bij de vierde operatie is het buikvlies geopend hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers darmen naar buiten kwamen, ten onrechte is het staaldraad dat het borstbeen bij elkaar hield verwijderd, de arts heeft geen toestemming gevraagd voor de vierde operatie en klager vooraf niet gewezen op de gevolgen van de operatie en door de langdurige beademing is longemfyseem ontstaan waarvoor klager niet naar een longarts is verwezen. Het RTG heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerkt het beroep van klager.