Zoekresultaten 12221-12230 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:154 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180332

    Klacht tegen eigen advocaat.  Verweerder zou bij aanvang van de zaak verkeerde verwachtingen hebben gewekt; zich niet hebben gehouden aan de financiële afspraken en klaagsters zaak ten onrechte niet zelf hebben behandeld. Ten aanzien van de financiële afspraken heeft klaagster in hoger beroep wederom aangevoerd dat het bedrag van € 3.000,-- geen voorschot was, maar een bedrag om de gehele zaak te behandelen. Ter zitting heeft klaagster aangevoerd dat niemand met gezond verstand bereid zou zijn om dit bedrag te betalen, om vervolgens alsnog met een pro deo advocaat in zee te gaan. Het hof is echter met de raad van oordeel dat, gelet op de opdrachtbevestiging en de nadien door de familievriend van klaagster afgelegde verklaring, voldoende aannemelijk is geworden dat klaagster heeft moeten begrijpen dat het desbetreffende bedrag een voorschot was voor de behandeling van de zaak, en geen fixed fee. Bekrachtiging van de beslissing van de raad (klacht ongegrond).

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:155 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180165

    Klacht over handelen klachtenfunctionaris. Verweerder zou in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris in strijd hebben gehandeld met de interne kantoorklachtenregeling door na te laten drie NAI-vonnissen zelfstandig te beoordelen. Het hof oordeelt dat, gezien de aard en inhoud van de klacht van klager, te weten het niet afraden van een volgens klager op grond van de arbitrale vonnissen kansloze zaak, raadpleging van die processtukken essentieel was voor een goede en volledige beoordeling van die klacht. Het hof acht het onbegrijpelijk dat verweerder geen kennis heeft genomen van bedoelde arbitrale vonnissen door het (proces)dossier van de zaak van klager te raadplegen. Anders dan door verweerder gesteld stond zijn geheimhoudingsverplichting er niet aan in de weg dat hij als klachtenfunctionaris relevante processtukken, die zijn kantoorgenoten ter beschikking stonden, raadpleegde. Doordat verweerder als klachtenfunctionaris bij de beoordeling van de klacht geen kennis heeft genomen van het (proces)dossier waarop de klacht betrekking had, is geen sprake geweest van een zorgvuldige klachtbehandeling. Verweerder heeft aldus niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Gedeeltelijke vernietiging beslissing van de raad, oplegging maatregel. Proceskostenveroordeling. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:190 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/127

    Huisarts wordt verweten een onjuiste verklaring te hebben afgelegd aan een gezinsvoogd over een vader (klager) en de (thuis)situatie van de betrokken minderjarige. Tevens heeft de huisarts daarbij volgens de vader een (onjuiste) diagnose over hem gesteld, terwijl hij niet zijn huisarts is. De huisarts voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:238 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.495

      Klacht tegen arts. Klager is in het kader van een aanvraag bij de gemeente op grond van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart doorverwezen naar verweerster voor medisch advies ter beoordeling van de beperkingen van klager. Klager verwijt verweerster dat zij onvoldoende kennis heeft genomen van de informatie van de behandelend artsen van klager, in haar rapport suggestieve uitlatingen heeft gedaan, in strijd met het protocol heeft gehandeld en niet is aangesloten bij een klachtencommissie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het tweede klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond verklaard en aan de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:156 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180215

    Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening. Verweerster zou klaagster onvolledige en onjuiste informatie hebben  gegeven en haar onjuist hebben geadviseerd over haar rechtspositie in een arbeidsrechtelijk conflict met haar werkgever. Het hof oordeelt dat het op verweersters weg had gelegen om klaagster een schriftelijk advies te geven over haar rechtspositie, uitgaande van haar arbeidsongeschiktheid, en dit uitdrukkelijk met haar te bespreken. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door dit na te laten. Ten aanzien van de vraag of verweerster klaagster in een eerder stadium had mogen adviseren zich beter te melden terwijl ze nog ziek was en dan een WW-uitkering aan te vragen, overweegt het hof dat verweerster  voldoende duidelijk heeft gemaakt dat het door haar gegeven advies in dergelijke situaties niet ongebruikelijk is en vaak juist is gericht op het wegnemen van een psychische oorzaak van arbeidsongeschiktheid. In de gegeven omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat verweerster met deze advisering tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de raad (voor zover klachtonderdeel 3 gegrond is verklaard), bekrachtiging maatregel. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:191 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/199

    Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoldoende zorg heeft verleend aan haar. Verweerster heeft ten onrechte een MRI afgeblazen en afspraken ingepland zonder dat klaagster daarvan wist, aldus klaagster. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/053

    De klacht houdt in dat verweerder zijn zorgplicht jegens klaagster niet is nagekomen. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:220 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/175

    Nabestaanden van overleden patient, verwijten huisarts de diagnose TBC te hebben gemist, waardoor volgens hen patient te laat de juiste zorg heeft ontvangen. De huisarts voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:185 Raad van Discipline Amsterdam 19-540/A/A

    Voorzittersbeslissing. Er is voldoende duidelijkheid geweest over de rol van verweerster als advocaat van VUmc. Anders dan klager – voorheen werkzaam bij VUmc - stelt is verweerster tijdens de zitting dan ook niet opeens “van kleur” verschoten. Klager heeft voorts onvoldoende onderbouwd over welke persoonlijke informatie van klager verweerster uit hoofde van de (inderdaad) collegiale relatie tussen haar en klager zou kunnen beschikken die relevant zou kunnen zijn voor het geschil tussen klager en VUmc.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:216 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/186

    Klager dient een klacht in tegen een KNO-arts met het verwijt dat ten onrechte neusspray is voorgeschreven, terwijl een operatie van de neus nodig was. Dit werkte vertragend en bracht kosten met zich mee vanwege het eigen risico. Volgens klager heeft verweerster hem verplicht de neusspray te gebruiken. Volgens verweerster is - zoals het hoort - gekozen voor een minder ingrijpende behandeling (neusspray) voordat een meer ingrijpende behandeling (operatie) aan de orde was. Het behandelbeleid om eerst de neusspray te gebruiken is klager uitgelegd. Verweerster heeft klager niets opgedrongen. Het stond klager vrij de neusspray niet te gebruiken. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Ongegrond.