Zoekresultaten 71-80 van de 175 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7444
- Datum publicatie: 12-12-2024
- Datum uitspraak: 02-12-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:132
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen huisarts. Klager had op eigen initiatief meegedaan aan een medisch onderzoek, in welk kader een screening heeft plaatsgevonden en onder meer bloedonderzoek is verricht. Klager is bij brief geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek, waarbij klager gevraagd is die aan zijn huisarts te overhandigen voor extra controle. Ook is klager gevraagd aanvullende informatie aan te leveren in de vorm van een medisch rapport met betrekking tot een bloedtest TBC (quantiferon). Klager verwijt de huisarts in verschillende klachtonderdelen een gebrek aan handelen ten aanzien van de informatie in de brief. De voorzitter verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7126
- Datum publicatie: 12-12-2024
- Datum uitspraak: 06-12-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:133
Klacht IGJ tegen psychiater na controle-onderzoek aan zorgverlener. De Inspectie verwijt verweerder onder meer structureel handelen zonder aansluiting bij de professionele normen op het gebied van psychiatrische diagnostiek, behandeling, medicatiebeleid, het ‘off-label’ voorschrijven van medicatie en onvoldoende dossiervoering. Verweerder heeft de klachten deels erkend, maar ook aangevoerd dat hij patiënten had waar andere zorgverleners geen raad mee wisten. Het college acht de klachten gegrond en legt als maatregel op een ontzegging van het recht tot wederinschrijving in het BIG-register (art. 48, vierde lid, Wet BIG).
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7097
- Datum publicatie: 12-12-2024
- Datum uitspraak: 06-12-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:134
Klaagster verwijt de tandarts onder meer dat hij haar onvoldoende heeft geïnformeerd over de behandeling aan haar porseleinen facings ('informed consent') en dat hij deze behandeling ten onrechte met composiet heeft uitgevoerd. Klacht is gedeeltelijk gegrond. Aan de tandarts wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7177
- Datum publicatie: 12-12-2024
- Datum uitspraak: 29-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:130
Klacht tegen mdl-arts kennelijk ongegrond. Klager werd door de huisarts verwezen naar de polikliniek Maag-Darm-Leverziekten in verband met een rectale zwelling en bloedverlies. Na aanvullend onderzoek in het ziekenhuis bleek bij klager sprake te zijn van een T4N2Mx rectumcarcinoom met verdenking van een urotheelcelcarcinoom en lymfekliermetastasen. Het advies was om te starten met een ‘best supportive care beleid’. Klager verwijt de mdl-arts dat hij hem ten onrechte niet heeft doorverwezen naar een internist-oncoloog en hem hiermee willens en wetens essentiële zorg heeft onthouden. Ook zou de mdl-arts onvoldoende informatie over de behandeling en de motivering van het advies om hem niet te behandelen hebben gegeven en stellig de overtuiging zijn toegedaan dat hij nog maar zes tot twaalf maanden te leven zou hebben. Het college oordeelt dat de mdl-arts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7025
- Datum publicatie: 12-12-2024
- Datum uitspraak: 29-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:131
Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De klacht is ingediend door een broer van een inmiddels overleden patiënt. Patiënt was bekend met terugkerende herseninfarcten. In verband met rugklachten na een val, werd door de huisarts Naproxen voorgeschreven. Kort daarna kreeg patiënt een zwaar herseninfarct en volgde er een revalidatietraject. Klager stelt dat de huisarts in strijd met de bijsluiter Naproxen heeft voorgeschreven, terwijl patiënt bekend was met hersenbloedingen en dat hij beweerde dat het middel zonder problemen kon worden gebruikt. De klacht gaat ook over de wondzorg van een ontstoken talgklier in de lies door de huisarts. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5948
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:144
Verweerder, medisch adviseur, wordt verweten dat hij in de rapporten over klager heeft geconcludeerd dat klager detentiegeschikt was. Klager stelt dat hij in detentie onvoldoende therapeutische zorg kon krijgen en dat hij daarom detentieongeschikt was. Verweerder heeft volgens klager niet gehandeld conform de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens, de KNMG-Gedragscode en niet conform artikel 464 BW. Het college beoordeelt de klacht deels gegrond zonder een maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6766
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:145
Verweerder, psychiater, wordt door klaagster zus van verweerder, verweten dat verweerder de vader van klaagster en verweerder wilsonbekwaam heeft verklaard. Daarnaast heeft verweerder volgens klaagster, zijn schuldbekentenis jegens de erven van de vader geantedateerd. Verweerder heeft volgens klaagster onduidelijke informatie gegeven over het welzijn van de vader en onwaarheden geuit over zijn handelen naar de vader. Ook zou verweerder klaagster hebben gechanteerd in een erfrechtelijke procedure. Het college beoordeelt dat klaagster geen misbruik maakt van het tuchtrecht. Het college toetst de klacht aan beide tuchtnormen en beoordeelt de klaagster deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7006
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:147
Gz-psycholoog. Beklaagde heeft de echtgenote van klager behandeld. In de afsluitbrief aan de huisarts van haar patiënte heeft zij onvoldoende zorgvuldig en terughoudend informatie over klager opgenomen. Met name het ontbreken een verificatie van de door de patiënte verstrekte informatie vormde een beletsel voor deze wijze van informatieverstrekking aan de huisarts. De klacht hierover is gegrond. Ongegrond is het klachtonderdeel dat de brief aan de huisarts een disclaimer had moeten bevatten met een verbod aan de patiënte de brief in een andere context te gebruiken. Een zorgverlener kan dit recht van een patiënt niet beperken. Klacht deels gegrond, waarschuwing en geanonimiseerde publicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:192 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2519
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:192
Klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door op basis van onvolledige informatie de conclusie te trekken dat klaagsters borst op korte termijn geamputeerd moest worden en dat zij klaagster geen uitleg heeft gegeven over andere mogelijkheden, die er achteraf wel bleken te zijn. Klaagster klaagt ook over de wijze waarop de verpleegkundig specialist haar te woord heeft gestaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6592
- Datum publicatie: 11-12-2024
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:142
Klager 1, een voormalige patiënt van klager 2, en klager 2, een psychotherapeut, dienen een klacht in tegen verweerster, een medisch adviseur bij een zorgverzekeraar. De klacht richt zich tegen het medisch advies over de zorg die klager 2 aan klager 1 heeft verleend. Verweerster heeft deze zorg als niet effectief en niet evidence-based beoordeeld, waarna de zorgverzekeraar de vergoedingen voor deze zorg heeft stopgezet. Klagers maken verweerster meerdere verwijten, waaronder het verzuimen van haar zorgplicht, onzorgvuldig handelen, onethisch gedrag en het schenden van privacyrechten. Het college oordeelt dat klager 2 kennelijk niet-ontvankelijk is in de klacht omdat hij geen rechtstreeks belang heeft bij de klacht. Klager 1 is wel (deels) ontvankelijk in een aantal klachtonderdelen omdat het advies van verweerster zijn belang rechtstreeks raakt. Op grond van dit advies beslist de zorgverzekeraar namelijk dat de kosten van zijn behandeling niet langer worden vergoed. Betreffende klachtonderdelen zijn echter, onder meer bij gebrek aan onderbouwing, ongegrond