Zoekresultaten 1-10 van de 12895 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5659

    Verzekeringsarts. Klacht: a) grensoverschrijdend gedrag en geen professionele distantie, b) intieme verbale en lichamelijke uitingen / gedragingen, c) zonder professionele reden onaangekondigd naar privéadres klager gegaan, d) geen rekenschap gegeven afhankelijke positie klager, e) misbruik gemaakt van positie verzekeringsarts.College: a), c) en d) gegrond. Na beoordeling heeft verzekeringsarts, buiten spreekuur om, contact met klager gezocht en gehad. Door (deels onaangekondigde) huisbezoeken verder doorgedrongen tot privésfeer klager dan noodzakelijk. Onvoldoende professionele distantie. b) en e) ongegrond.Maatregel: gezien aard en ernst op zich berisping passend. Verzekeringsarts heeft zich toetsbaar opgesteld en lering getrokken. Daarnaast sanctie van werkgever. Alles afwegend volstaat waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5382

    Chirurg, werkzaam als medisch adviseur. Klager geweigerd door verzekeraar. Beoordeling fysieke en psychologische toestand klager in verband met kunnen invullen aanvraag. Klacht: a) geen inzage-, correctie- en blokkeringsrecht aangeboden, b) advies voldoet niet aan de eisen.College: a) blokkeringsrecht 7:464 lid 2 BW was van toepassing. Niet aangeboden. Gegrond. b) beoordeling voldoet aan de eisen. Ongegrond.Maatregel: gezien aard verwijtbaar handelen waarschuwing op zijn plaats. Uitzonderlijke, eenmalige gang van zaken. Verweerster heeft lering getrokken uit klacht. Rechtsbijstandsverzekeraar heeft werkwijze aangepast. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:83 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1894

    Klager is in beroep gekomen van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) waarbij de klacht van klager door het RTG gegrond is verklaard en aan de orthopedagoog-generalist de maatregel van waarschuwing is opgelegd. Klager heeft in beroep betoogd dat hij – ondanks dat zijn klacht door het RTG gegrond is verklaard – toch in het beroep dient te worden ontvangen. Het klaagschrift van klager bestaat uit dertig klachtonderdelen. Klager is het niet eens met de manier waarop het RTG zijn klacht heeft samengevat en beoordeeld. Klager is van mening dat het RTG ten onrechte niet ieder klachtonderdeel afzonderlijk heeft getoetst. Het RTG mag bij een veelheid van klachten, deze op overzichtelijke en/of samenvattende wijze formuleren en samenhangende klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.  Het RTG heeft met instemming van klager de klacht samengevat tot twee klachtonderdelen en beide klachtonderdelen gegrond verklaard. Dit betekent dat voor klager gelet op artikel 73 lid 1 onder a Wet BIG geen beroep open staat tegen de beslissing van het RTG. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:84 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1895

    Klager is in beroep gekomen van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) waarbij de klacht van klager door het RTG gegrond is verklaard en aan de GZ-psycholoog de maatregel van waarschuwing is opgelegd. Klager heeft in beroep betoogd dat hij – ondanks dat zijn klacht door het RTG gegrond is verklaard – toch in het beroep dient te worden ontvangen. Het klaagschrift van klager bestaat uit dertig klachtonderdelen. Klager is het niet eens met de manier waarop het RTG zijn klacht heeft samengevat en beoordeeld. Klager is van mening dat het RTG ten onrechte niet ieder klachtonderdeel afzonderlijk heeft getoetst. Het RTG mag bij een veelheid van klachten, deze op overzichtelijke en/of samenvattende wijze formuleren en samenhangende klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.  Het RTG heeft met instemming van klager de klacht samengevat tot twee klachtonderdelen en beide klachtonderdelen gegrond verklaard. Dit betekent dat voor klager gelet op artikel 73 lid 1 onder a Wet BIG geen beroep open staat tegen de beslissing van het RTG. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1937

    Klacht tegen een arts. De arts heeft op enig moment bij klaagster poliklinisch een wigexcisie uitgevoerd waarbij een deel van de nagelmatrix van een van haar vingers is verwijderd. Ruim een maand later is klaagster bij de arts op een controleafspraak gekomen. Klaagster verwijt de arts onder meer dat zij zonder haar toestemming haar nagelmatrix (gedeeltelijk) heeft verwijderd, tijdens een gesprek zeer leugenachtig was en een second opinion afraadde, een verkeerde diagnose heeft gesteld en een operatie heeft verricht met een permanente verminking tot gevolg en haar collega onvoldoende heeft gesuperviseerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep, omdat dit beroep zonder verschoonbare reden te laat is ingediend.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:86 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1999

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich begin 2022 ziekgemeld. De bedrijfsarts was vanaf de ziekmelding tot 1 augustus 2022 (eind)verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding van klager. Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij een probleemanalyse heeft opgesteld waarin de opties ‘arbeidsgerelateerd’ en ‘niet-arbeidsgerelateerd’ beide zijn aangekruist en dat deze analyse pas na acht weken (in plaats van na zes weken) is opgesteld. Verder verwijt klager de bedrijfsarts dat zij op instructie van de werkgever medische gegevens bij behandelaren van klager heeft opgevraagd en dat er vermoedelijk informatie is gedeeld met de werkgever van klager. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6728

    Klacht tegen huisarts. Klager (ex-medicus) klaagt over (1) de wijze waarop de huisarts tijdens een consult hem lichamelijk heeft onderzocht, nadat hij zich met malaiseklachten bij haar had gemeld, en (2) de dosering van de antibiotica die de huisarts vervolgens heeft voorgeschreven. De huisarts heeft conform de richtlijnen gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5231 en H2023/5742

    Klacht tegen een gz-psycholoog die tevens psychotherapeut is. Klaagster stelt dat verweerster al heel lang betrokken is bij de behandeling van haar. Verweerster zou klaagster door de jaren heen diverse behandelingen hebben gegeven waar klaagster nooit mee ingestemd heeft en die averechts hebben gewerkt. De juistheid van de verwijten van klaagster blijkt niet uit de stukken. Verweerster is minder lang betrokken geweest bij klaagster dan klaagster stelt. En dat er allerlei behandelingen hebben plaatsgevonden waarmee klaagster niet heeft ingestemd, is niet gebleken. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2000

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich begin 2022 ziekgemeld. De bedrijfsarts was vanaf 1 augustus 2022 (eind)verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding van klager. Klager verwijt de bedrijfsarts dat er vermoedelijk informatie, namelijk de informatie dat contact met de werkgever stressvol zou zijn, is gedeeld met de werkgever. De bedrijfsarts heeft dit weersproken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5903

    Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar klager – samen met een gz-psycholoog – een Pro Justitia rapportage opgesteld. Volgens de rapportage staat voldoende vast dat bij klager een persoonlijkheidsstoornis aanwezig is. Verder konden de onderzoeksvragen niet goed worden beantwoord omdat klager niet wilde meewerken aan het onderzoek, aldus de psychater in zijn rapportage. Klager vindt dat de rapportage diverse onjuistheden bevat en dat de psychiater geen gedegen onderzoek heeft gedaan. Dat is ook de inhoud van zijn klacht tegen de psychiater. Het college heeft de rapportage getoetst aan de vaste criteria die daarvoor gelden en is van oordeel dat  de rapportage hieraan voldoet. De verwijten van klager worden niet gedeeld. De klacht is kennelijk ongegrond.