Zoekresultaten 11-20 van de 13103 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6281

    Psychiater wordt schending beroepsgeheim verweten door stukken uit het medisch dossier aan de klachtencommissie te verstrekken, die buiten de periode liggen waarvoor klager toestemming heeft gegeven. Klachtenprocedure. Toestemmingsverklaring. KNMG-richtlijn Omgaan met medisch gegevens. Door patiënt gestelde beperkingen aan het gebruik van dossiergegevens moeten gerespecteerd worden. Geen ruimte om deze gegevens op grond van noodzakelijkheid of proportionaliteit toch te gebruiken. Datum van zorgmachtiging valt buiten de door klager toegelaten periode, maar de geldigheid van de zorgmachtiging valt binnen de toegelaten periode. Gedeeltelijk gegrond. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5610

    Verwijt aan psychiater dat hij onjuiste informatie in het dossier van klaagster heeft opgenomen. Het college kan niet vaststellen dat de psychiater bij de behandeling van klaagster betrokken is geweest. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5931

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6624

    Omdat de wapenvergunning en de jachtakte van klager waren ingetrokken, heeft hij een medisch adviesbureau opdracht gegeven onderzoek te verrichten met betrekking tot zijn psychische gesteldheid. De psychiater voerde namens dit bureau het onderzoek uit. Klager klaagt er onder meer over dat hij geen klachtenregeling van de psychiater heeft ontvangen en stelt diens bevoegdheid ter discussie. Het college oordeelt dat de zorgaanbieder een klachtenregeling dient te verstrekken en niet de psychiater. De registratie van de psychiater in het BIG-register maakt dat hij bevoegd is het door hem uitgevoerde onderzoek te verrichten. Er bestaat geen (juridische) basis voor het moeten verstrekken van andere gegevens dan die in het BIG-register staan opgenomen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7198

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5932

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7199

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/60443

    De psychiater heeft in opdracht van het CBR onderzoek gedaan naar de rijgeschiktheid van klager.  Volgens klager heeft zij gelogen om te kunnen komen tot een stoornis in het drugsgebruik. Het college is van oordeel dat de psychiater geen verwijt treft. Klager heeft geen gebruik gemaakt van zijn blokkeringsrecht en heeft ook niet verzocht om correcties aan te brengen in de rapportage. Het college gaat er daarom vanuit dat het rapport weergeeft wat er is besproken. Omdat klager positief scoorde op twee criteria in de DSM-5 classificatie, heeft de psychiater een stoornis in het drugsgebruik kunnen vaststellen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6755

    Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een plastisch chirurg. Klacht gegrond, maatregel: doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens een (onnodig) videoconsult. De uitvraag en beantwoording van de hulpvraag waren niet naar behoren. Ook anderszins geen zorgvuldigheid en professionele distantie bij het gebruik van WhatsApp. Onverantwoorde beschikbaarheid (24/7) via WhatsApp voor consulten, zonder waarneming. Geen lerend vermogen getoond, risico op herhaling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6646

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft pijnklachten in zijn linkervoet. Hij verwijt de huisarts dat zij niet de benodigde zorg heeft verleend, niet of te laat heeft doorverwezen, in een verwijsbrief onnodige informatie heeft verstrekt, en hem onverwacht en zonder overleg heeft gevraagd een andere huisarts te zoeken.Het college overweegt als volgt. Na de (eerste) melding van klager van pijnklachten in de linkervoet (in zijn email van 21 oktober 2021) heeft de huisarts nog dezelfde dag een verwijzing gemaakt naar de podotherapeut. Uit de stukken van het dossier (kort samengevat onder de feiten) en de toelichting ter zitting blijkt dat de huisarts voortvarend en adequaat heeft gereageerd op de daaropvolgende rapportages (van de voetencentra waarnaar klager is verwezen, en van de specialisten) en verzoeken van klager. Bij de verwijzing naar de podotherapeut en vervolgens orthopeed heeft zij gehandeld zoals van haar verwacht mocht worden (lege artis). Wat betreft het verwijt dat de huisarts te laat een (op verzoek van klager) aangepaste verwijsbrief heeft opgesteld, overweegt het college als volgt. Allereerst stelt het college vast dat de huisarts niet gehouden is om, op verzoek van een patiënt, een verwijsbrief op te maken indien zij dit niet medisch geïndiceerd acht. Wat daar verder van zij, het college stelt vast dat de huisarts bedoelde verwijsbrief (alsnog) heeft opgesteld. Indien en voor zover daarbij (onnodige) vertraging is opgetreden, is dat mede veroorzaakt door de verwarring (of in ieder geval het gebrek aan communicatie) die mede is veroorzaakt door klager en de door hem ten onrechte gemaakte verwijten. Klacht in alle onderdelen ongegrond.