Zoekresultaten 1-10 van de 13813 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7671
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160
Gegronde klacht van de IGJ tegen een arts. De IGJ is ontvankelijk en het rapport wordt in de beoordeling betrokken. De arts is werkzaam als arts aan gedetineerden en arrestanten. Het is aannemelijk geworden dat de arts twee bezoeken heeft afgelegd aan een patiënt met pijnklachten. Het verweer van de arts, dat hij patiënt maar één keer heeft gezien, is onvoldoende onderbouwd. De arts heeft op onzorgvuldige wijze off-label methadon verstrekt aan de patiënt die acute pijn had. Hij is daarmee afgeweken van de relevante richtlijnen en protocollen, zonder deugdelijke motivering. Daarnaast heeft de arts met betrekking tot de patiënt geen medisch dossier bijgehouden van zijn behandelcontacten met hem en de in dat kader voor de zorgverlening verrichte handelingen. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van 6 maanden met omschrijving van bijzondere voorwaarden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7529
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:161
Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager stelt dat de orthopedisch chirurg ten onrechte en zonder deugdelijk informed consent is overgegaan tot operatieve stabilisatie van zijn schouder. Volgens de orthopedisch chirurg vormde de ernstige pijnklachten van klager de belangrijkste indicatie voor de operatie en is een uitgebreide informed consent procedure gevolgd. Het college overweegt dat over de vraag wanneer bij chronische instabiliteit van de schouder tot een operatie moet worden overgegaan discussie mogelijk is. Er bestaan hiervoor geen richtlijnen. De vraag rijst of in dit geval niet te snel is besloten tot een AC-reconstructie, een in de ogen van het college ingewikkelde operatie met een onzekere uitkomst. Het is het college niet duidelijk geworden welke fysiotherapeutische behandeling klager precies heeft gehad. Mogelijk was in dit geval op zijn plaats geweest om in eerste instantie wat uitgebreider een afwachtend beleid te voeren, met gerichte behandeling door een schouderfysiotherapeut, waarna altijd nog tot een operatie had kunnen worden besloten. Daar staat tegenover dat klager ernstige pijnklachten had. Gelet op de bandbreedte die bestaat ten aanzien van de indicatiestelling is het college van oordeel dat het de orthopedisch chirurg tuchtrechtelijk niet kan worden verweten in dit geval tot operatie te hebben geadviseerd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7582
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:162
Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft bij klaagster een triple artrodese uitgevoerd, een operatie waarbij botten in de voet aan elkaar worden vastgezet. Tijdens de operatie is er sprake van zodanig bloedverlies dat de operatie niet volledig kan worden uitgevoerd zoals gepland. Zes weken na de operatie moet klaagster bovendien opnieuw worden geopereerd om een schroef (anker) uit de enkel te verwijderen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg onder meer dat een verkeerde behandelkeuze is gemaakt, dat de operatie onzorgvuldig is uitgevoerd en dat de nazorg tekortschoot. Daarnaast vindt klaagster dat geen deugdelijk dossier is bijgehouden en dat de communicatie onduidelijk is geweest. Het college komt tot het oordeel dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/8034
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:163
Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg in opleiding. De 16-jarige zoon van klaagster en zwager van klager (hierna: de patiënt), heeft een scoliose correctie ondergaan, waarna een ernstige complicatie is ontstaan en de patiënt is overleden. De arts is als zaalarts bij de zorg voor de patiënt betrokken geweest. Klagers verwijten hem onvoldoende aandacht te hebben gehad voor de toestand van de patiënt en voor de zorgen die klaagster uitte. Het college is van oordeel dat de arts zorgvuldig heeft gehandeld. Het gaat hier om een patiënt met een complexe gezondheidssituatie en een zeer zeldzame complicatie. Aan de hand van het medisch dossier en de verklaringen van partijen stelt het college vast dat er geen alarmsignalen zijn geweest die de arts heeft gemist. Hij heeft de patiënt tijdens zijn betrokkenheid elke dag gezien en – zo heeft hij ter zitting verklaard – ook dagelijks overleg gehad met zijn supervisor. Hij heeft de juiste stappen gezet en meerdere specialisten in consult gevraagd. Ook de kinderarts heeft op 11 juni 2020 de situatie niet als acuut beoordeeld en uit de röntgenfoto die dag bleek niet dat er sprake was van een darmperforatie. Het verloop daarna en de uitkomst is tragisch, maar dit valt de arts niet aan te rekenen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7827
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:164
Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft een re-arthroscopie van de rechterenkel van klaagster uitgevoerd. Vanwege aanhoudende pijnklachten is klaagster doorverwezen naar de pijnpoli en vervolgens naar een ziekenhuis. Circa een jaar na de operatie is geconcludeerd dat er sprake is van een beschadiging van de nervus suralis in de rechterenkel. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij deze zenuw heeft beschadigd tijdens de operatie en dat zij daar niet eerlijk over is geweest. Het college overweegt het volgende. Tijdens het mondeling vooronderzoek heeft klaagster bevestigd dat zij over de risico’s van de operatie is geïnformeerd. Ook heeft zij verklaard dat zij er niet aan twijfelt dat de orthopedisch chirurg de operatie zorgvuldig en volgens de richtlijnen heeft uitgevoerd. Het college onderschrijft dit. De orthopedisch chirurg heeft zowel in haar verweerschrift als in het operatieverslag zorgvuldig toegelicht hoe de operatie is verlopen en het college ziet daarin geen aanleiding voor een tuchtrechtelijk verwijt. Dat de zenuw in de rechterenkel van klaagster tijdens de operatie beschadigd is geraakt, is zeer ongelukkig voor klaagster, maar het betreft een complicatie, die ook bij zorgvuldig handelen kan optreden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7733
- Datum publicatie: 26-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:69
De IGJ verwijt de huisarts dat zij ongeoorloofd off-label ivermectine heeft voorgeschreven voor preventie en/of behandeling van COVID-19 in de periode juli 2021 en december 2021. Daarnaast heeft de huisarts volgens de IGJ in strijd met de tweede tuchtnorm gehandeld door zich tussen november 2020 en mei 2023 bij uitingen in diverse (sociale) media niet te houden aan de voor haar als huisarts geldende professionele beroepsnormen. Het college komt tot het oordeel dat de huisarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en de klacht gegrond is. Het college legt de huisarts de maatregel van berisping op en besluit tot openbaarmaking van die maatregel in het BIG-register.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8389
- Datum publicatie: 26-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:70
Vijfde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7676
- Datum publicatie: 26-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:71
Klacht tegen een huisarts gegrond. De klachten hebben betrekking op de zorg die de huisarts als waarnemer heeft verleend aan de echtgenoot van klaagster (patiënt). Patiënt kwam bij de huisarts met diverse klachten en uiteindelijk is hij een aantal weken later overleden aan de gevolgen van gemetastaseerd adenocarcinoom. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onvoldoende zorg heeft verleend. Daarnaast verwijt klaagster de huisarts onjuiste dossiervoering. Het college komt tot het oordeel dat de uitgevoerde onderzoeken niet voldoen aan de professionele standaard en dat de dossiervoering onder de maat is. Het college legt de huisarts de maatregel op van een berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7660
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:154
Deels gegronde klacht tegen een internist. De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat de klacht in zoverre terecht is dat de betrokken ANIOS zich er ten onrechte niet van heeft vergewist dat bij vertrek uit het ziekenhuis de patiënte voldoende was geïnformeerd over het gebruik van de sonde. Nu de internist ten tijde van het verweten handelen dienst had als superviserend internist, en de ANIOS zijn handelen met haar heeft afgestemd, wordt de tekortkoming de internist tuchtrechtelijk aangerekend. Het college legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7228
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:155
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft in totaal 24 kronen bij klager geplaatst. De klacht bestaat uit zes klachtonderdelen, waarvan er twee betrekking op de op de tandheelkundige behandelingen van klager en/of de daarvoor in rekening gebrachte bedragen. Klager is in vier klachtonderdelen niet-ontvankelijk, omdat deze onvoldoende verband houden met het belang van de individuele gezondheidszorg. De overige twee klachtonderdelen zijn (gedeeltelijk) gegrond. De tandarts heeft klager ten onrechte extra kosten in rekening gebracht. Daarnaast heeft de tandarts een niet verwaarloosbaar aantal röntgenfoto’s zonder noodzaak gemaakt. Het college legt een berisping op.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 1382
- Volgende pagina zoekresultaten