Zoekresultaten 1-6 van de 6 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:24 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/712321 DW RK 22/8 MdV/SM

    De gegronde klachtonderdelen, in onderlinge samenhang bezien, leveren de volgende verwijten op. De gerechtsdeurwaarder heeft zonder rekening te houden met het belang van klager en de wens van de opdrachtgever buitenproportioneel beslag gelegd. In het exploot van 26 november 2020 zijn de executiekosten opgelopen tot € 1.464,34, waar de oorspronkelijke hoofdsom € 95,00 was. De bij klager gewekte indruk dat deze beslagen voor eigen gewin zijn gelegd, is niet geheel onbegrijpelijk. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder er blijk van gegeven onvoldoende op de hoogte te zijn van de voor de beroepsgroep relevante jurisprudentie en wet- en regelgeving, die hem had kunnen beletten disproportioneel beslagen te leggen, of daarover onjuiste stellingen in te nemen. Ook heeft de kamer moeten constateren dat de gerechtsdeurwaarder op ten minste drie separate momenten gedemonstreerd heeft (tegenover klager, en ook in klachtprocedure) zijn administratie niet te kunnen overzien. Dit heeft er onder meer toe geleid dat de gerechtsdeurwaarder relevante stukken niet meer kan produceren, en een uitermate verwarrende verklaring heeft verstrekt over de inleidende dagvaarding. Naar het oordeel van de kamer geeft de gerechtsdeurwaarder blijk van een onjuiste rechtsopvatting waar het gaat om de (excessieve) hoeveelheid aan gelegde beslagen en de betekening van de daaruit voortvloeiende exploten. Nu het leggen van beslag, het betekenen van stukken maar ook het voeren van een deugdelijke administratie behoren tot de kernwerkzaamheden van een gerechtsdeurwaarder, rekent de kamer deze onjuiste rechtsopvatting de gerechtsdeurwaarder zwaar aan. De kamer ziet daarom aanleiding tot het opleggen van zowel een berisping als een boete van € 3.000,-

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/711476 DW RK 21/575 MdV/SM

    Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder – onder meer – dat hij zich niet heeft ingespannen de kinderalimentatie vordering te innen, nadat de schuldenaar is vertrokken naar het buitenland. De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder voldoende heeft voldaan aan zijn inspanningsplicht. Maar de gerechtsdeurwaarder is geen opsporingsinstantie en is evenmin bevoegd buiten Nederland. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:21 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/727928 / DW RK 23/7 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klagers beklagen zich er over dat de gerechtsdeurwaarder het bewijs dat Nederland geen grondwet heeft negeert en dat er geen sprake is van een rechtsgeldig vonnis. Overwogen is dat op gerechtsdeurwaarder een ministerieplicht rust. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door het vonnis aan klagers te betekenen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:22 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/708563 / DW RK 21/468 MdV/SM

    Klager beklaagt zich onder meer over de wijze van betekenen. Het exploot is betekend op de in artikel 47 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde wijze door achterlating van het exploot in een gesloten envelop op het adres van klager. De door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:23 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/727495 / DW RK 22/478 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er samengevat over dat hij telefonisch onder druk wordt gezet terwijl de gerechtsdeurwaarder weet dat de vordering niet deugt. Nu klager zijn stellingen niet heeft onderbouwd kan tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet worden vastgesteld. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard. In het licht van de verklaring van klager daartoe houdt de kamer klager voor dat Indien opnieuw een klacht tegen de gerechtsdeurwaarder wordt ingediend, met betrekking tot de punten die reeds aan de orde zijn gekomen in de onderhavige klacht, alsmede in de klacht met zaaknummer C/13/695627 DW RK 21/3, zal de klacht van klager niet-ontvankelijk worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/701402 / DW RK 21/172 MdV/WdJ

    Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder zijn administratie niet op orde heeft of zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Klacht ongegrond.