Zoekresultaten 31-40 van de 2992 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:15 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739527 / DW RK 23/330 EV/SM

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: geen. Het BFT beklaagt zich erover dat de gerechtsdeurwaarder haar toegevoegd-gerechtsdeurwaarder, die tevens directeur van zijn eigen incassobureau is, gefaciliteerd heeft in werkzaamheden die enkel de gerechtsdeurwaarder toebehoort. De kamer overweegt dat zowel de gerechtsdeurwaarder als de toegevoegd gerechtsdeurwaarder een eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid hebben en daarom kunnen worden aangesproken voor het eigen handelen of nalaten. Oftewel de beklaagde handelingen die de toegevoegd gerechtsdeurwaarder heeft verricht, buiten het (feitelijk) zicht van de gerechtsdeurwaarder, komen voor rekening van de toegevoegd gerechtsdeurwaarder. Maar daarnaast geldt dat op grond van art. 27 lid 1 Gdw de gerechtsdeurwaarder een verantwoordelijkheid heeft voor de namens hem door de toegevoegd gerechtsdeurwaarder verrichte ambtshandelingen en wordt hij geacht daar toezicht op uit te oefenen. De kamer stelt vast dat het toezicht in die mate tekortgeschoten is dat de toegevoegd gerechtsdeurwaarder de schijn heeft kunnen opwekken een zelfstandig gerechtsdeurwaarder te zijn.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:16 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 725548 DW RK 22/423 EV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd te controleren wat de status van de openstaande vordering was voordat hij “met een druk op de knop” beslag heeft gelegd.   

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:8 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/709697 / DW RK 21/505 MdV/WdJ

    Klacht is niet-ontvankelijk. Klacht betreft een handeling van de gerechtsdeurwaarder van een periode van langer dan drie jaar geleden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/734173 / DW RK 23/179 MdV/WdJ

    Beslissing op verzet. Voorzittersbeslissing is verzonden naar het in het klaagschrift genoemde kantooradres. Verzet is buiten de termijn van veertien dagen ingediend. Indien klaagster geen post op het kantooradres wil ontvangen, ligt het op haar weg om óf alleen het postadres in haar correspondentie te vermelden, dan wel uitdrukkelijk aan te geven dat ze alleen post op haar postadres wil ontvangen. Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739994 / DW RK 23/343 MdV/WdJ

    Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich erover dat beslag op haar loon is gelegd zonder dat aan wettelijke vereisten is voldaan. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738240 / DW RK 23/294 MdV/WdJ

    Klacht gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet de benodigde aantal PE-punten behaald. Maatregel van berisping opgelegd en een boete van € 200,- per niet behaalde PE-punt en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:12 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738617 / DW RK 23/303 MDV/WdJ

    Beslissing op verzet. Klager betwist de vordering en vindt het verontrustend dat het in Nederland kennelijk toereikend is dat een gerechtsdeurwaarder een claim marginaal toetst. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:7 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/719419 / DW RK 22/247 MK/RH

    Op 15 juni 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder het op 12 mei 2022 gelegde beslag betekend. Dit is te laat gelet op het bepaalde in artikel 475i Rv. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting toegelicht dat de gerechtsdeurwaarder op vrijdag 20 mei 2022 ter plekke heeft geconstateerd dat de woning van klagers leeg stond. Na een nieuwe raadpleging van de BRP bleek dat klagers op 10 mei 2022 waren verhuisd. In plaats van op de maandag daarna het exploot te betekenen op het nieuwe adres van klagers is daarmee gewacht tot 15 juni 2022. Vastgesteld moet dan ook worden dat het beslag te laat is betekend. Maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/726891 / DW RK 22/467 LvB/WdJ

    Klaagster heeft niet het verschuldigde bedrag conform de bijsluiter in het dagvaardingsexploot betaald, maar alleen de hoofdsom. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door beslag op de bankrekening van klaagster te leggen. Vervolgens heeft klaagster niet binnen de gegunde termijn de restbetaling verricht. Met de aankondiging dat de executiemaatregelen zullen worden voortgezet kan de gerechtsdeurwaarder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:116 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735225 / DW RK 23/210

    Beslissing op verzet. Klacht over de hoogte van een in rekening gebrachte voorschotnota. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard op grond van een vergelijking met andere voorschotnota's die zijn gebaseerd op compleet aangeleverde dagvaardingen. De kamer vernietigd deze beslissing omdat niet kan worden vastgesteld hoe dagvaardingen zijn aangeleverd bij andere kantoren. De kamer verklaart de klacht niettemin ongegrond (met aanpassing van de motivering), omdat het vragen van een voorschot door de gdw niet tuchtechtelijk verwijtbaar is, en klager de voorschotnota geinformeerd heeft aanvaard.