ECLI:NL:TGDKG:2023:116 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735225 / DW RK 23/210

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:116
Datum uitspraak: 05-10-2023
Datum publicatie: 08-02-2024
Zaaknummer(s): C/13/735225 / DW RK 23/210
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Klacht over de hoogte van een in rekening gebrachte voorschotnota. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard op grond van een vergelijking met andere voorschotnota's die zijn gebaseerd op compleet aangeleverde dagvaardingen. De kamer vernietigd deze beslissing omdat niet kan worden vastgesteld hoe dagvaardingen zijn aangeleverd bij andere kantoren. De kamer verklaart de klacht niettemin ongegrond (met aanpassing van de motivering), omdat het vragen van een voorschot door de gdw niet tuchtechtelijk verwijtbaar is, en klager de voorschotnota geinformeerd heeft aanvaard. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 5 oktober 2023 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 6 juni 2023 met zaaknummer C/13/721859 / DW RK 22/321 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/735225 / DW RK 23/210 MK/JD ingesteld door:

[],

wonende te Amsterdam,

klager,
 

tegen:

[],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te Amsterdam,

beklaagde,

gemachtigde: [].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 25 augustus 2022, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 2 november 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 6 juni 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van 8 juni 2023 aan klager toegezonden. Bij brief, ingekomen op 16 juni 2023, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 augustus 2023 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 5 oktober 2023.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Bij e-mail van 16 augustus 2022 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht om een dagvaarding te beoordelen en te betekenen bij de belastingdienst.

-          Op 16 augustus 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder, na overleg met klager, de aangeleverde dagvaarding aangepast en is vervolgens op diezelfde dag een definitieve versie van de dagvaarding aan klager verzonden.

-          Vervolgens heeft de gerechtsdeurwaarder klager bij e-mail van 16 augustus 2022 verzocht een voorschotbedrag ad € 181,29 te betalen.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich over de hoogte van de voorschotnota die bij klager in rekening is gebracht.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.2 Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde producties blijkt dat klager, na ontvangst van het verzoek tot betaling van een voorschotbedrag, bezwaar heeft gemaakt tegen de hoogte van het voorschotbedrag. Klager verwijst in zijn bezwaar naar andere voorschotnota’s. De voorzitter overweegt dat de verwijzing van klager naar de andere voorschotnota’s niet kan slagen, nu in die gevallen de dagvaardingen compleet waren aangeleverd zonder dat daar wijzigingen in hoefden te worden aangebracht. De in dit geval in rekening gebrachte kosten komen de voorzitter niet onredelijk voor.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager (kort gezegd) aangevoerd dat de voorzitter ten onrechte heeft aangenomen dat andere dagvaardingen, waar de voorschotnota’s waarnaar klager verwijst op zien, compleet waren aangeleverd.

7. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

In verzet heeft de gerechtsdeurwaarder de door klager aangevoerde gronden gemotiveerd betwist. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

8. De beoordeling van de gronden van het verzet

8.1 In deze verzetprocedure heeft klager gemotiveerd toegelicht dat geen sprake is geweest van het compleet aanleveren van dagvaardingen bij andere kantoren. De voorzitter heeft deze onjuiste informatie dan ook ten onrechte als uitgangspunt genomen, aldus klager.

8.2 De kamer overweegt als volgt. Hoe dagvaardingen zijn aangeleverd bij andere kantoren kan in deze (tuchtrecht)procedure niet worden vastgesteld. Gelet op de motivering van de voorzitter, ziet de kamer aanleiding om de bestreden voorzittersbeslissing te vernietigen en de aanvankelijke klacht opnieuw te beoordelen.

8.3 Uit de overgelegde correspondentie blijkt het volgende. Op 16 augustus 2022 om 16:06 uur heeft de gerechtsdeurwaarder een voorschotnota aan klager verzonden. Dezelfde dag heeft klager gereageerd met de vraag om uit te leggen waarom het voorschot € 181,29 bedraagt, terwijl in de dagvaarding slechts € 103,00 van de schuldenaar wordt gevorderd. De gerechtsdeurwaarder heeft daarop (dezelfde dag) gereageerd dat het voorschot is opgebouwd uit de kosten dagvaarding (€ 103,33), verschotten (€ 1,50) en de kosten voor het opmaken/gereedmaken exploot (€ 45,00 en € 31,46 BTW). Vervolgens heeft klager (dezelfde dag) gereageerd met: “Is betaald”.

8.4 Uit de voorgaande gang van zaken blijkt dat de gerechtsdeurwaarder klager een voorschot heeft gevraagd voor (onder meer) zijn werkzaamheden voor het opmaken/gereedmaken van het dagvaardingsexploot. Klager heeft dit, zoals blijkt uit de hiervoor uiteengezette correspondentie, geïnformeerd aanvaard. Dat de gerechtsdeurwaarder een voorschot vraagt voor werkzaamheden met betrekking tot het opmaken / gereedmaken van een exploot is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Voor zover klager het niet eens was met de hoogte van deze vergoeding, had het op zijn weg gelegen om op dat moment bezwaar te maken of om af te zien van gebruikmaking van (deze) dienst van deze gerechtsdeurwaarder. Dat klager het achteraf toch niet eens is met het betaalde voorschot maakt niet dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Dit alles leidt tot de conclusie dat de kamer de klacht ongegrond zal verklaren. Dat klager andere ervaringen heeft bij andere deurwaarders maakt het vorenstaande niet anders. 

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet gegrond,
  • vernietigt de beslissing van de voorzitter van 6 juni 2023,
  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.L.S. Kalff, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A.E. de Vos en M.J.C. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 oktober 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.