ECLI:NL:TGDKG:2024:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/734173 / DW RK 23/179 MdV/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:9
Datum uitspraak: 21-02-2024
Datum publicatie: 21-02-2024
Zaaknummer(s): C/13/734173 / DW RK 23/179 MdV/WdJ
Onderwerp:
  • Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
  • Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Voorzittersbeslissing is verzonden naar het in het klaagschrift genoemde kantooradres. Verzet is buiten de termijn van veertien dagen ingediend. Indien klaagster geen post op het kantooradres wil ontvangen, ligt het op haar weg om óf alleen het postadres in haar correspondentie te vermelden, dan wel uitdrukkelijk aan te geven dat ze alleen post op haar postadres wil ontvangen. Verzet niet-ontvankelijk.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 21 februari 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 18 april 2023 met zaaknummer C/13/719969 DW RK 22/271 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/734173 / DW RK 23/179 MdV/WdJ ingesteld door:

[ ],

gevestigd te [ ],

klaagster,

gemachtigde: [ ],

tegen:

1. [ ], gedefungeerd toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [ ],

2. [ ], toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [ ],

3. [ ], toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [ ],

4. [ ], gerechtsdeurwaarder te [ ],

5. [ ], gerechtsdeurwaarder te [ ],

6. [ ], gerechtsdeurwaarder te [ ],

7. [ ], toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [ ],

8. [ ], gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagden,

gemachtigde: [ ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 12 juli 2022, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders. Bij verweerschrift, ingekomen op 13 september 2022, heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 18 april 2023 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van 20 april 2023 aan klaagster toegezonden. Bij e-mail, ingekomen op 22 mei 2023, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 januari 2024 alwaar de gemachtigde van klaagster, toegevoegd gerechtsdeurwaarder sub 3 en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 21 februari 2024.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. De beslissing is verzonden op 20 april 2023. De termijn begon daarmee te lopen op 21 april 2023

en eindigde op 4 mei 2023. Het verzet is pas binnengekomen bij e-mail van 22 mei 2023, dus buiten de termijn van veertien dagen. Niet is gebleken van omstandigheden die deze termijnoverschrijding verschoonbaar maken. De beslissing is weliswaar niet verzonden naar het postadres van klaagster, maar wel naar het door klaagster in haar klachtschrift genoemde kantooradres, te weten [ ] in [ ]. De kamer kan en mag er dan ook van uitgaan dat de beslissing klaagster tijdig heeft bereikt of in ieder geval tijdig heeft kunnen bereiken. De stelling van klaagster dat zij de beslissing van de voorzitter pas op 20 mei 2023 via haar buurman heeft ontvangen, heeft zij niet aannemelijk gemaakt dan wel met stukken onderbouwd. Indien klaagster geen post op het adres [ ] in [ ] wil ontvangen, ligt het op haar weg om óf alleen het postadres in haar correspondentie te vermelden, dan wel uitdrukkelijk aan te geven dat ze alleen post op haar postadres wil ontvangen. Dat heeft zij niet gedaan. Klaagster kan niet in haar verzet worden ontvangen.

2.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. M.C.M. Hamer en

mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van

21 februari 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.