Zoekresultaten 81-90 van de 20503 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:144 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-077/AL/MN

    Klacht over de eigen advocaat in een geschil van klaagster met de middelbare school van haar zoon. Uit het dossier komt voor de raad een beeld naar voren dat verweerder weliswaar kwalitatieve goede werkzaamheden voor klaagster heeft verricht met oog voor haar belangen, maar ook dat verweerder in de periode ná zijn eerste negatieve haalbaarheidsadvies dit niet voldoende voortvarend heeft gedaan, ondanks herhaalde verzoeken van klaagster om de zaak met spoed op te pakken. Verweerder heeft naar het oordeel van de raad niet voldoende regie gehad. Hij heeft niet alleen de benodigde tijd van de door hem intern ingeschakelde hulppersoon verkeerd ingeschat, verweerder zelf heeft ondanks zijn toezeggingen onvoldoende snel voor klaagster gehandeld. Aldus is verweerder tekortgeschoten in zijn zorgplicht richting klaagster. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:145 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-087/AL/MN

    Klagers hebben verweerder op 19 juli 2022 aansprakelijk gesteld wegens een vermeende beroepsfout. Verweerder heeft op meteen daarna en later opnieuw aansprakelijkheid voor een beroepsfout gemotiveerd van de hand gewezen. De raad constateert dat de gronden van de aansprakelijkstelling van klagers zijn gebaseerd op het inhoudelijke oordeel van de kantonrechter van 6 mei 2022 . Daargelaten of die gronden tot een ander inhoudelijk oordeel van de kantonrechter hadden kunnen leiden, hadden de vermeende omissies van verweerder mogelijk in hoger beroep rechtgezet kunnen worden. Dat verweerder klagers daarin ondeskundig heeft bijgestaan door onjuiste advisering kan de raad, tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder, niet vaststellen. Klagers hebben tegen het dringende en herhaalde advies van verweerder in besloten om tegen dat vonnis geen hoger beroep in te stellen en dat is hun keuze. De raad is gebleken dat verweerder de aansprakelijkstelling de dag erna aan zijn verzekeraar heeft gemeld. Dat hij klagers niet op de hoogte heeft gebracht van die melding wordt verweerder tuchtrechtelijk niet aangerekend. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-050/DB/LI

    Raadsbeslissing. Ambtshalve voortzetting. In de klacht maakt klager verweerder verwijten ten aanzien van de kwaliteit van de verleende rechtsbijstand, het overdragen van het dossier aan de opvolgend advocaat en het innen van een factuur ter zake een eigen bijdrage. Dit gestelde normschendend gedrag raakt de in artikel 10a Advocatenwet vastgestelde kernwaarde deskundigheid. Gezien de tuchtrechtelijke antecedenten van verweerder, die deels zien op handelen in strijd met de kernwaarde deskundigheid, is de raad van oordeel dat de inhoud en strekking van deze kernwaarde in het bijzonder onder de aandacht van verweerder moet worden gebracht. De raad is dan ook van oordeel dat er redenen zijn van algemeen belang om de behandeling van de klacht voort te zetten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:146 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-104/AL/OV

    De raad is van oordeel dat verweerder niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht richting klager. Klager heeft aan verweerder een opdracht verstrekt waarna verweerder een toevoeging heeft aangevraagd en werkzaamheden voor klager is gaan doen. Dat andere afspraken waren gemaakt over de wijze van aanpak van de zaak door verweerder, is de raad uit de stukken niet gebleken. Dat verweerder een verkeerde huisnummertoevoeging van klager aan de Raad voor de Rechtsbijstand heeft doorgegeven was slordig, maar had klager ook zelf kunnen ontdekken en heeft hem niet in zijn belangen geschaad. De raad oordeelt de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:75 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-031/DB/LI

    Raadsbeslissing. Tussenbeslissing. De raad stelt vast dat klachtonderdeel 5 door de ter zitting van de raad door klaagster gegeven nadere toelichting,  een andere onderbouwing en lading heeft gekregen. De raad is van oordeel dat het debat over die nadere onderbouwing nog onvoldoende is gevoerd. De raad ziet in het hiervoor overwogene aanleiding om klaagster in de gelegenheid te stellen klachtonderdeel 5 nader toe te lichten. Verweerder wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld om daarop te reageren. De raad houdt in afwachting van de nadere toelichting van klaagster en de reactie daarop van verweerder de verdere behandeling van de zaak en iedere verdere beslissing aan.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:73 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-116/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Ambtshalve voortzetting ingetrokken klacht. De raad is van oordeel dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 17 doordat hij niet dan wel onvoldoende duidelijk en transparant is geweest over de kosten die hij bij de cliënte in rekening heeft gebracht. Ook de klacht dat verweerder aan de cliënte geen factuur heeft gestuurd voor zijn werkzaamheden, terwijl hij zijn honorarium wel heeft ingehouden van de budgetbeheerrekening, is gegrond. Naar het oordeel van de raad had verweerder op eerste verzoek van de cliënte tot terugbetaling van de overschreven bedragen moeten overgaan. Verweerder heeft dit niet gedaan en heeft het in plaats daarvan laten aankomen op een civiele procedure. Dit is niet zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. Ook klachtonderdeel 3 is gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:93 Raad van Discipline Amsterdam 23-875/A/A 23-876/A/A

    Raadbeslissing; Ongegronde klacht over de advocaten van de wederpartij. Niet is komen vast te staan dat verweerders de dagvaarding bewust summierlijk hebben opgesteld en bewust onjuiste informatie hebben verstrekt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:94 Raad van Discipline Amsterdam 23-879/A/A 23-880/A/A 23-877/A/A 23-878/A/A

    Raadbeslissing; Ongegronde klacht over de advocaten van de wederpartij. Niet is komen vast te staan dat verweerders de dagvaarding bewust summierlijk hebben opgesteld en bewust onjuiste informatie hebben verstrekt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:95 Raad van Discipline Amsterdam 23-736/A/A

    Klacht tegen de eigen advocaat. Klager stelt dat verweerster hem ten onrechte heeft geadviseerd een machtiging voorlopig verblijf voor zijn echtgenote aan te vragen, terwijl zij wist dat het inkomen van klager hiervoor een belemmering vormde. Klager wordt hierin door de raad niet gevolgd. Bij klager was bekend dat zijn inkomen mogelijk een probleem bij de aanvraag vormde. Daarnaast heeft klager onvoldoende toegelicht dat als de IND wel het door verweerster aan klager genoemde Turks Associatieverdrag bij de aanvraag zou hebben betrokken, dat dit geen verschil voor zijn aanvraag zou hebben gemaakt. De klacht is daarmee ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:96 Raad van Discipline Amsterdam 24-032/A/NH

    Klacht tegen de eigen advocaat. Klager stelt dat verweerder zich onvoldoende voor hem heeft ingezet tijdens de behandeling van zijn strafzaak en dat hij daardoor is benadeeld. Die onvoldoende inzet bestaat onder meer uit het kort reageren door verweerder op e-mail of WhatsApp berichten van klager, uit het niet adequaat reageren tijdens de mondelinge behandeling van de strafzaak, uit het niet opkomen voor klager tegen de wijze waarop deze in de PI is behandeld en uit het niet direct doorsturen van de beslissing van de Hoge Raad op het door klager ingestelde cassatieberoep. Klager wordt in geen van deze klachtonderdelen door de raad gevolgd. De klacht is daarmee in al haar onderdelen ongegrond.