Zoekresultaten 81-90 van de 43903 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:4 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-798/AL/OV
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:4
Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder met voldoende aandacht voor de wensen van klaagster op deskundige wijze in de procedure in hoger beroep haar belangen behartigd in haar geschil met een aannemer. Het is niet aan de tuchtrechter om inhoudelijk over de civiele zaak te oordelen. Dat is voorbehouden aan de civiele rechter. Dat verweerder tuchtrechtelijk bezien fouten zou hebben gemaakt, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken en heeft verweerder ook gemotiveerd weersproken. Klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:285 Hof van Discipline 's Gravenhage 240215
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 29-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:285
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. Klager wenst bijstand in een procedure bij de kantonrechter. De verplichting voor de deken om op grond van artikel 13 Advocatenwet een advocaat aan te wijzen geldt alleen voor personen die een advocaat zoeken voor een procedure waarbij een advocaat verplicht is of voor een procedure waarin zij uitsluitend door een advocaat kunnen worden bijgestaan. Dat is hier niet het geval want voor een procedure bij de kantonrechter is geen sprake van verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:223 Raad van Discipline Amsterdam 24-095/A/A
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 30-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:223
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij gegrond. Het valt verweerder tuchtrechtelijk te verwijten dat hij ter zitting mededelingen heeft gedaan over de inhoud van de tussen partijen gevoerde schikkingsonderhandelingen. Hiermee heeft verweerder in strijd met gedragsregel 27 gehandeld. De raad acht hiervoor de oplegging van een waarschuwing passend, waarbij wordt meegewogen dat in de lange carrière van verweerder hij geen eerdere tuchtrechtelijke veroordeling heeft gehad en hij inmiddels inziet dat hij beter anders had kunnen handelen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:286 Hof van Discipline 's Gravenhage 240309 240310
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:286
Beroep tegen een ongegrond verklaard verzet. Het beroep is te laat ingediend en er zijn geen gronden om het appelverbod te doorbreken. Beroep niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7311
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 07-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:7
Gedeeltelijke gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat hij haar tijdens het maken van röntgenfoto’s en bij de extractie van een kies ruw en onprettig heeft behandeld. Verder verwijt zij hem dat hij tegen haar wil een wortelkanaalbehandeling is gestart (endo-start) en dat er door zijn onzorgvuldige behandeling bij de extractie een holte in haar kaakbeen is ontstaan die ontstoken is geraakt. De klacht over het zonder toestemming uitvoeren van de eerste fase van een wortelkanaalbehandeling is gegrond. Klaagster had eerder kenbaar gemaakt dat zij, in het geval het nodig zou zijn, geen wortelkanaalbehandeling wenste, maar de kies wilde laten verwijderen. De tandarts stelt dat hij, op het moment dat hij constateerde dat de cariës tot de pulpa reikte, een endo-start moest uitvoeren om klaagster zo pijnvrij mogelijk te houden. Naar het oordeel van het college waren er andere mogelijkheden voorhanden om de wens van klaagster te respecteren zonder een endo-start als noodoplossing. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:207 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2367
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:207
Klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is in mei 2015 van de trap gevallen. Zij is op de Spoedeisende Hulp (hierna: SEH) van het ziekenhuis waar de traumachirurg werkzaam is gezien en daar conservatief behandeld. Dit beleid is ook gevolgd bij haar daaropvolgende bezoeken aan de polikliniek van het ziekenhuis. De traumachirurg is als supervisor betrokken geweest bij het eerste bezoek van klaagster aan de polikliniek. Na een second opinion in een ander ziekenhuis is klaagster geopereerd in verband met (verdenking van) een ontwrichting van het Lisfranc-gewricht. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij deze diagnose en de diagnose chronisch pijnsyndroom (CRPS) heeft gemist waardoor zij niet de juiste behandeling heeft gehad. Ook verwijt zij hem dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:201 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2429
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:201
Klacht van een dochter van een patiënt met vasculair parkinsonisme tegen een specialist ouderengeneeskunde. De patiënt verbleef sinds september 2023 in een woonzorginstelling. Klaagster verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat hij onzorgvuldig is geweest bij het bepalen en het voeren van het medicatiebeleid. Verder verwijt zij de specialist ouderengeneeskunde dat hij onzorgvuldig is geweest in de communicatie over – onder meer – de medicatie en het negeren van een volmacht. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:208 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2368
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:208
Klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is in mei 2015 van de trap gevallen. Zij is op de Spoedeisende Hulp (hierna: SEH) van het ziekenhuis waar de traumachirurg werkzaam is gezien en daar conservatief behandeld. Dit beleid is ook gevolgd bij haar daaropvolgende bezoeken aan de polikliniek van het ziekenhuis. De traumachirurg is als supervisor betrokken geweest bij het tweede, derde en vierder bezoek van klaagster aan de polikliniek. Na een second opinion in een ander ziekenhuis is klaagster geopereerd in verband met (verdenking van) een ontwrichting van het Lisfranc-gewricht. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij deze diagnose en de diagnose chronisch pijnsyndroom (CRPS) heeft gemist waardoor zij niet de juiste behandeling heeft gehad. Ook verwijt zij hem dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het feit dat de traumachirurg klaagster bij haar vierde bezoek aan de polikliniek niet zelf zag tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht daarom alsnog gedeeltelijk gegrond. Aan de traumachirurg wordt geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:202 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2430
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:202
Klacht van een dochter van een patiënt met vasculair parkinsonisme tegen een specialist ouderengeneeskunde. De patiënt verbleef sinds september 2023 in de woonzorginstelling waar de specialist ouderengeneeskunde werkte. Klaagster verwijt de specialist ouderengeneeskunde onzorgvuldige communicatie na een uitspraak van de Geschillencommissie Zorg, waarbij de specialist ouderengeneeskundige zich volgens klaagster niet toetsbaar heeft opgesteld en er geen ruimte is geweest voor een gesprek over het gevoerde medicatiebeleid. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7179
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:3
De psychiater wordt door patiënte verweten een verkeerde diagnose te hebben gesteld, een onjuiste behandeling te hebben gegeven, onvoldoende informatie over de behandeling te hebben gegeven en een onjuiste verklaring en onjuiste rapportage te hebben gegeven. Verweerder heeft volgens klaagster het beroepsgeheim geschonden en klaagster ten onrechte niet tijdig doorverwezen naar een andere beroepsbeoefenaar. Tot slot verwijt klaagster verweerder grensoverschrijdend gedrag. Het college oordeel klaagster kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht voor zover deze betrekking heeft op de periode voor 6 mei 2014 en voor het overige kennelijk ongegrond.