Zoekresultaten 81-90 van de 46260 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:223 Raad van Discipline Amsterdam 25-719/A/A
- Datum publicatie: 12-12-2025
- Datum uitspraak: 08-12-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:223
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft onbetwist aangevoerd dat zij alle producties (waaronder ook de herschreven tijdlijn) eerst nog ter goedkeuring aan haar cliënt M heeft overgelegd. Hierop heeft zij schriftelijk akkoord van cliënt M ontvangen. Vervolgens zijn de producties door verweerster bij het Hof ingediend. Dat verweerster ervan op de hoogte was, of kon zijn, dat klaagster de auteur was van deze tijdlijn, wordt door verweerster gemotiveerd betwist en dit is de voorzitter ook overigens niet gebleken. De naam van klaagster wordt niet als auteur van de tijdlijn vermeld en er bestond voor verweerster ook verder geen aanleiding om dit te kunnen vermoeden. Nu niet klaagster, maar M de cliënt van verweerster was en M ook zijn goedkeuring heeft gegeven voor indiening van de aangepaste tijdlijn, kan verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Verweerster heeft er verder nog op gewezen dat zij er pas tijdens de mondelinge behandeling bij het Hof kennis van kreeg dat klaagster het niet eens was met de wijzigingen in haar verklaring omdat het Hof haar liet weten dat klaagster zich daarover rechtstreeks per brief tot het Hof had gewend. Onder die omstandigheden kan het verweerster ook niet (tuchtrechtelijk) verweten worden dat zij geen nadere pogingen heeft gedaan om, toen haar duidelijk werd dat klaagster zich niet in de wijzigingen kon vonden, een oplossing daarvoor te vinden. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7903
- Datum publicatie: 11-12-2025
- Datum uitspraak: 05-12-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:158
Klaagster is tweemaal door verweerster (psychiater) gezien voor een second opinion in het kader van een euthanasietraject. Klaagster maakt de psychiater verwijten over de inhoud van de verslagen van beide second opinions, de verzending van het verslag van de tweede second opinion en haar communicatie per e-mail. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8552
- Datum publicatie: 11-12-2025
- Datum uitspraak: 05-12-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:159
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. Klaagster werd door de afdeling bemoeizorg verwezen naar het FACT-team. De psychiater was regiebehandelaar van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater, samengevat, dat zij een onjuiste medische rapportage heeft opgesteld, een diagnose heeft gesteld die klaagster niet heeft on dat zij onheus bejegend is. Het college is van oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:258 Hof van Discipline 's Gravenhage 250415
- Datum publicatie: 11-12-2025
- Datum uitspraak: 11-12-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:258
Niet-verwijzing klacht over deken. Klager klaagt over de volledig uitblijvende behandeling van zijn klacht over wijlen mr. S. Klager stelt dat zijn (daaruit volgende) schade het directe gevolg is van het ontbreken van toezicht, het structureel niet behandelen van de klachten van klager door verweerster en het afschermen van een advocaat die aantoonbaar tegen zijn belangen heeft gehandeld. Uit de bij de klacht bijgevoegde bijlage kan het hof niet afleiden dat verweerster de klacht(en) van klager over wijlen mr. S. niet in behandeling wenst te nemen. Het hof kan hieruit slechts afleiden dat verweerster weigert informatie te verstrekken over de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van wijlen mr. S. In zoverre is de klacht over (het niet behandelen van de klacht over wijlen mr. S door) verweerster door het hof niet te verifiëren en is er in zoverre geen grond tot verwijzing voor onderzoek naar een andere deken. Het hof is niet bevoegd verweerster te bevelen informatie te verstrekken. Het hof is evenmin bevoegd te oordelen over door verweerster al dan niet veroorzaakte schade. Verweerster is ook geen partij in een eventuele door klager jegens (de verzekeraar van) mr. S te beginnen procedure tot verhaal van zijn schade.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8551
- Datum publicatie: 11-12-2025
- Datum uitspraak: 05-12-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:160
Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klaagster stond ingeschreven bij de huisartsenpraktijk van verweerder. Op haar verzoek werd zij uitgeschreven uit deze praktijk. Klaagster verwijt de huisarts, samengevat, dat verweerder heeft geweigerd haar medisch dossier te verstrekken en dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de uitschrijving uit de praktijk. Het college is van oordeel dat de huisarts geen persoonlijk, tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/7994
- Datum publicatie: 11-12-2025
- Datum uitspraak: 05-12-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:157
Klager heeft een aanvraag gedaan op grond van de Wet studiefinanciering 2000. Deze aanvraag is afgewezen. Klager heeft hiertegen geprocedeerd. De Centrale Raad van Beroep heeft DUO opgedragen een medisch adviseur over de zaak van klager te laten oordelen. Verweerder heeft als medisch adviseur op verzoek van DUO medische rapportages uitgebracht. Klager beklaagt zich over deze rapportages. Het college is van oordeel is dat de rapportages voldoen aan de daaraan te stellen eisen en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7588
- Datum publicatie: 10-12-2025
- Datum uitspraak: 10-12-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:138
Deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegronde klacht tegen verpleegkundig specialist. De klacht van patiënt betreft onder meer het stellen van een onjuiste diagnose, het voorschrijven van verkeerde medicatie en het opstellen van foutieve rapportages. Geen reden om de reeds gestelde diagnose aan te passen. Toegediende medicatie was passend bij het ziektebeeld. Rapportage voldoet aan de richtlijnen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:238 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-488/DH/DH
- Datum publicatie: 10-12-2025
- Datum uitspraak: 24-11-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:238
Verzetbeslissing. In zijn verzetschrift heeft klager geen verzetgronden aangevoerd die de raad aanleiding geven om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Verzet ongegrond. Voor zover klager in zijn verzetschrift een nieuwe klacht over verweerder heeft ingediend, is het verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:171 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-740/DB/OB
- Datum publicatie: 10-12-2025
- Datum uitspraak: 09-12-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:171
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat die is aangewezen op grond van artikel 13 Advocatenwet. Verweerder hoefde enkel te beoordelen of klagers tegenvorderingen voldoende kansen hadden. De memo waarin verweerder de tegenvorderingen heeft beoordeeld is niet kwalitatief ondermaats. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:294 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7860
- Datum publicatie: 10-12-2025
- Datum uitspraak: 10-12-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:294
Kennelijk ongegronde klacht tegen een kinderarts-neonatoloog. Bij de dochter van klaagster is kort na de geboorte geconstateerd dat zij geïnfecteerd was geraakt met de Serratia marcescens bacterie en dat zij een hersenvliesontsteking had. Na een aantal weken waarin sprake was van toenemend weefselverval in de hersenen is vervolgens in een multidisciplinair overleg (MDO) geconcludeerd dat genezing niet meer mogelijk was en dat een palliatief beleid werd ingezet.Klaagster verwijt de kinderarts-neonatoloog dat zij in de periode tussen 31 januari tot en met 4 februari 2020 onvoldoende maatregelen heeft genomen om de bacteriële infectie te voorkomen, zowel in haar rol als behandelaar als van hoofd van de afdeling waar de dochter van klaagster was opgenomen. Daarnaast verwijt klaagster de kinderarts-neonatoloog dat zij op basis van de klinische signalen eerder had moeten ingrijpen bij haar dochter.Het college is van oordeel dat de op de afdeling gehanteerde maatregelen ter voorkoming van infecties conform de medisch-professionele standaard zijn.Wat betreft het eerder moeten ingrijpen, oordeelt het college dat de signalen die klaagster als ‘red flags’ heeft geduid, gebruikelijk waren voor premature baby’s. Deze signalen kwamen voort uit de prematuriteit van de baby en deze waren in de vorm en mate waarin zij optraden, in de periode tot aan 4 februari 2020 geen reden tot intensivering of verandering van de zorg.