Zoekresultaten 1-10 van de 1798 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-290/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:118
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een langlopende echtscheidingszaak ongegrond. Niet gebleken van onnodig grievende of evident ongefundeerde beschuldigingen. Dat verweerster bepaalde standpunten – die klager als kwetsend ervaart – herhaalt, maakt ze niet onnodig grievend. Het is niet aan klager om verweerster te beknotten in wat zij namens de vrouw aanvoert. Verweerster heeft in een exploot een toevoeging laten opnemen die niet in het dictum van het betreffende vonnis stond. Dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:169 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-338/AL/NN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:169
Voorzitterbeslissing. De voorzitter verklaart diverse klachten over een advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-744/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:119
Raadbeslissing. Verweerder heeft in strijd met de in de mediation afgesproken geheimhouding gehandeld door bij een processtuk producties op te nemen met daarin uitlatingen van zijn cliënte over de mediation. Verweerder heeft de betreffende producties onvoldoende gecontroleerd en lichtvaardig ingediend. Hij heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en klagers vertrouwen dat alles uit de mediation geheim zou blijven geschaad. De raad ziet in de bijzondere omstandigheden van dit geval aanleiding te volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:103 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-313/DB/OB
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:103
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Dat verweerder misbruik heeft gemaakt van procesrecht en heeft geweigerd om te zoeken naar een redelijke oplossing is niet gebleken. Ook het verwijt dat dat verweerder gegevens heeft vervalst en bewust valse documenten heeft ingeleverd bij de rechtbank en andere instanties, mist feitelijke grondslag. Voor de juistheid van het verwijt dat verweerder klaagsters leven en financiële situatie heeft ondermijnd heeft de voorzitter in de overgelegde stukken geen enkel aanknopingspunt gevonden. IN alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-883/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:120
Raadsbeslissing. Verweerder is in zijn bijstand aan klager op meerdere momenten onvoldoende voortvarend geweest. Zo heeft het starten van een kort geding bijna een jaar gekost, terwijl klager meermaals heeft aangegeven dat het financieel zo niet verder kon. Ook heeft verweerder, nadat betekening van het vonnis niet was geslaagd, het vonnis niet direct opnieuw laten betekenen. Verweerder heeft daarbij ook op meerder momenten onvoldoende met klager gecommuniceerd. Zo heeft hij klager onder meer niet laten weten dat de betekening niet geslaagd was. Hij heeft klager ook niet geïnformeerd over de beslissing om toch geen bodemprocedure te starten. Er is sprake van schending van de kernwaarde deskundigheid. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-239/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:114
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor de belangen van klaagster uit het oog heeft verloren. De voorzitter begrijpt dat klaagster teleurgesteld is in de verklaringen van de getuigen en in de conclusie van verweerder dat er geen redelijke kans is om de aansprakelijkheid voor de klachten en schade van klaagster erkend te krijgen, maar dat betekent niet dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor steken heeft laten vallen. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-252/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 25-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:121
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van klachtenfunctionaris. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerster bij de behandeling van de klacht van klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de overgelegde beslissing van verweerster blijkt dat verweerster alle onderdelen van de klacht van klager heeft behandeld en per klachtonderdeel uitvoerig uiteen heeft gezet hoe zij tot haar beslissing komt. Het tijdstip waarop de beslissing door verweerster aan klager is gemaild, zegt niets over de zorgvuldigheid waarmee verweerster de klacht heeft beoordeeld. Geen aanleiding om te twijfelen aan de objectiviteit en onafhankelijkheid van verweerster in haar rol van klachtenfunctionaris. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-246/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:115
Voorzittersbeslissing. Klacht grotendeels kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerster in de periode waarover de klacht gaat geen advocaat was. Klacht over het betrekken van haar patroon bij de tuchtklacht is kennelijk ongegrond; dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en wordt zelfs aangemoedigd gelet op de begeleiding van een patroon aan een advocaat-stagiair.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-392/AL/NN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:166
Toewijzing 60ab verzoek. Voldoende termen aanwezig om verzoek van de deken toe te wijzen. Onmiddellijke schorsing in de uitoefening van de praktijk. Termijn van zes weken voor de deken om dekenbezwaar in te dienen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:122 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-261/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 25-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:122
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Ne bis in idem. Nieuwe klacht is in de kern gebaseerd op hetzelfde feitencomplex als de eerdere klacht waar verweerder in hoger beroep al een berisping voor opgelegd heeft gekregen. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 180
- Volgende pagina zoekresultaten