Zoekresultaten 1-10 van de 911 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:246 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-700/AL/MN

    Raadbeslissing. Verzoek ex artikel 60ab lid 1 Advocatenwet. De raad is van oordeel dan sprake is van een ernstig vermoeden van een handelen of nalaten door verweerder waardoor enig door artikel 46 Advocatenwet beschermd belang ernstig is geschaad of dreigt te worden geschaad en wel zodanig dat het doorlopen van een reguliere tuchtrechtprocedure niet kan worden afgewacht. De raad schorst verweerder met onmiddellijke ingang in de uitoefening van zijn praktijk als advocaat en gunt de deken een termijn van zes weken voor het indienen van een dekenbezwaar.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:162 Raad van Discipline Amsterdam 24-255/A/A

    Klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat. Hoewel de klacht buiten de vervaltermijn van drie jaar is ingediend, is deze gedeeltelijk ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 2 Advocatenwet. Klager heeft toereikend toegelicht dat hij weliswaar vanaf het vonnis van 7 mei 2018 bekend was met de toegewezen boeterente, maar dat hij niet wist dat verweerder door geen verweer hiertegen te voeren klager onnodig heeft blootgesteld aan het risico dat de vorderingen van de verhuurder in reconventie onbetwist zouden worden toegewezen en derhalve met de (mogelijke) gevolgen van verweerders nalaten. Pas door voorlichting door zijn huidige advocaat is klager bekend geraakt met de gevolgen van het nalaten van verweerder. Daarna heeft klager alsnog binnen een jaar - en daarmee tijdig - een klacht over verweerder ingediend. Voor zover de klacht ontvankelijk is, is deze bovendien gegrond. Verweerder is ernstig tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klager door hem de kans te hebben ontnomen om de schade te beperken door te verzuimen verweer te voeren tegen de door de verhuurder gevorderde boeterente en/of door na te laten te adviseren tegen het vonnis van 7 mei 2018 hoger beroep in te stellen. Wanneer klager verweerder via een aansprakelijkstelling op zijn gedrag aanspreekt, verzuimt verweerder vervolgens hierover helder, adequaat en coöperatief met klager te communiceren. Deze omstandigheden rechtvaardigen het opleggen van een ingrijpende maatregel. Daarbij weegt de raad naast de omstandigheden van deze klachtzaak ook het zeer uitgebreide tuchtrechtelijke verleden van verweerder mee. De maatregel van schorsing voor de duur van twaalf (12) weken, waarvan zes (6) weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee (2) jaar is passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:163 Raad van Discipline Amsterdam 24-391/A/A

    Klacht over de werkzaamheden van verweerder als waarnemer. De klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk in verband met het ne bis in idem beginsel. klaagster heeft eerder al een klacht over verweerders waarneming ingediend, die bij beslissing van 26 september 2022, ECLI:NL:TADRAMS:2022:192 gegrond is verklaard en waarbij aan verweerder een berisping is opgelegd. Deze beslissing is onherroepelijk geworden. Klaagster kan niet een tweede maal klagen over hetzelfde feitencomplex. Voor het overige is de klacht ongegrond. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerder in de vorige klachtprocedure leugenachtige verklaringen heeft afgelegd tegenover de raad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:164 Raad van Discipline Amsterdam 24-509/A/A

    Ongegronde klacht over kwaliteit van dienstverlening eigen advocaat. De werkzaamheden die verweerder voor klaagster heeft verricht in de drie zaken voldeden op alle vlakken aan de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:174 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-190/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Advies aan cliënte om het geld van de gezamenlijke bankrekeningen over te maken leidt tot onnodige polarisatie. Verweerster heeft ook niet eerst op een andere, minder ingrijpende manier geprobeerd de liquiditeit voor haar cliënte veilig te stellen. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:168 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-566/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over opstelling advocaat wederpartij in een geschil met de Belastingdienst. Verweerster heeft het standpunt van haar cliënt verwoord. Niet gebleken dat zij daarbij klachtwaardig heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-627/AL/OV

    Verweerder heeft klaagster namens haar rechtsbijstandsverzekeraar bijgestaan na ontdekte problemen na in de woning na levering daarvan. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder haar voldoende voortvarend bijgestaan en daarbij met medeweten van klaagster is bijgestaan door zijn kantoorgenoot. Nadat over de wijze van aanpak van de kwestie een onoverbrugbaar verschil van inzicht is ontstaan, heeft verweerder zich onttrokken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:256 Hof van Discipline 's Gravenhage 240088

    Geen hoger beroep mogelijk door klaagster van gegrond verklaard klachtonderdeel (art. 56 lid 1 Advw) en evenmin van beslissing raad om geen maatregel op te leggen. Hof neemt ook geen nieuwe verwijten in behandeling (art. 46c lid 1 en 3 Advw). Geen concrete bezwaren aangevoerd tegen ongegrond verklaarde klachtonderdelen. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:175 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-170/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familierechtelijke procedure. Verweerder heeft een processtuk ingediend zonder dat klager daarop zijn goedkeuring heeft gegeven. Hierdoor heeft klager de voor hem belangrijke punten in de procedure niet naar voren kunnen brengen. Diezelfde kans om zijn persoonlijke kant van de zaak toe te lichten, is klager ook ontnomen omdat hij niet op de hoogte was gebracht door verweerder van de dag en het tijdstip van de zitting. Ook heeft verweerder onvoldoende nazorg geleverd aan klager. Daargelaten dat het, zeker met het hiervoor geschetste verloop van de procedure bij de rechtbank, niet gepast is om het volledig aan de cliënt over te laten om grieven aan te leveren, heeft verweerder nagelaten om schriftelijk vast te leggen dat klager niet in hoger beroep wenste te gaan en om welke redenen. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:169 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-565/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familierechtelijke procedure. Klachten over het niet tijdig doorsturen van een aangifte, het niet inschakelen van een tolk en het optreden ter zitting kennelijk ongegrond.