Zoekresultaten 71-80 van de 113 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:46 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-345/AL/GLD

    Het verwijtbare handelen van verweerder zou volgens klager zijn voortgekomen uit verwijtbaar handelen van zijn kantoorgenote. Klacht over kantoorgenote is bij beslissing van 6 maart 2023 ongegrond verklaard. De raad kan niet vaststellen dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:53 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-606/AL/GLD/D

    Dekenbezwaar. De raad verklaart het dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft in verschillende procedures partijen met tegenstrijdige belangen bijgestaan en de meeste van die partijen staat hij nog steeds bij. Verweerder had in die procedures een eigen belang en uit verschillende rechterlijke uitspraken is gebleken dat verweerder in deze zaak de belangen van de wederpartij op ontoelaatbare wijze heeft geschonden. De raad acht dit handelen van verweerder zeer kwalijk. Verweerder heeft hiermee belangrijke regels overtreden en in strijd gehandeld met de kernwaarden die een advocaat in acht dient te nemen. Zelfs na de uitspraken van de Raad van Discipline en het Hof van Discipline waarin is geoordeeld dat er belangentegenstelling was ontstaan en verweerder zich uit eigen beweging uit de zaak had moeten terugtrekken, is verweerder in deze procedure blijven optreden. Ook aan diverse verzoeken van de deken om zich in alle geschillen als advocaat te onttrekken heeft hij niet voldaan. In het nadeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat verweerder eerder in deze zelfde zaak en deels ter zake van hetzelfde soort verwijtbare handelen een berisping opgelegd heeft gekregen. De raad legt een voorwaardelijke schorsing van 12 weken op met als bijzondere voorwaarde dat verweerder in geen enkele procedure die betrekking heeft op het feitencomplex van deze zaak als advocaat zal optreden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:47 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-346/AL/GLD

    Klacht deels niet-ontvankelijk omdat deze is ingediend na het verstrijken van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g 1 sub a Advocatenwet. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:46 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-798/DH/RO

    Verweerder heeft klaagsters zaak onzorgvuldig en veel te traag behandeld. De raad neemt verweerder deze handelwijze des te maak kwalijk omdat de deken verweerder had verzocht klaagster – in opvolging van diverse eerder betrokken gemachtigden – bij te staan. Klaagster had recht op duidelijke communicatie en een doortastende opstelling. Dit heeft zij van verweerder niet gekregen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:47 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-427/DH/RO

    Gegrond verzet omdat de voorzitter de klacht te beperkt heeft opgevat. Klacht alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-720/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Dat het teleurstellende resultaat van de procedure het gevolg is geweest van een ondermaats optreden van verweerder is noch uit het overgelegde vonnis van de rechtbank noch anderszins gebleken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:48 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-017/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:31 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-660/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat zij in een kort geding procedure onjuiste c.q. onvolledige informatie heeft verstrekt aan de rechter door slechts een deel van e-mail te overleggen en doordat zij bezwaar heeft gemaakt tegen het in het geding brengen van de volledige e-mail door de advocaat van klaagster. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-286/AL/MN

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Ruime mate van vrijheid bij de behartiging van de belangen van de client. Tijdsverloop van 4 dagen tussen opvragen verhinderingen en aanvraag kort geding. Het nalaten om voor de aanvraag aanvullende verhinderingen op te vragen is als zodanig niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het maken van bezwaar tegen een uitstelverzoek in het belang van de client is ondanks dat de motivering voor dat bezwaar onvolledig was, evenmin tuchtrechtrechtelijk verwijtbaar. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:27 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22/776/DB/LI/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij zijn kerntaak als rechtsbijstandsverlener ernstig heeft veronachtzaamd, niet dan wel op gebrekkige wijze zijn medewerking heeft verleend aan het dekentoezicht, onzorgvuldig heeft gehandeld doordat bij hem in behandeling zijnde dossiers toegankelijk zijn voor een niet-geheimhouder en in meerdere dossiers de dossieropbouw en dus de kwaliteit van de dienstverlening ondermaats zijn gebleken. Schorsing van twaalf weken, waarvan acht weken voorwaardelijk, waarbij de raad als bijzondere voorwaarde stelt dat verweerder binnen vier weken na de beslissing alsnog de gevraagde bescheiden bij de deken zal aanleveren.