Zoekresultaten 11-20 van de 21721 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-247/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:116
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan op grond van het klachtdossier niet vaststellen dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verder kan de voorzitter uit de overgelegde stukken niet afleiden dat verweerder klaagster voor een leugenaar heeft uitgemaakt ten aanzien van haar afkomst en dat verweerder klaagster in zijn processtukken heeft neergezet als iemand met een laag IQ. Verweerder verwoordt tijdens een zitting en in zijn processtukken de standpunten van zijn cliënten en niet zijn persoonlijke opvattingen. De omstandigheid dat klaagster deze standpunten als beledigend, kleinerend en discriminerend ervaart, betekent niet dat de door verweerder verwoorde standpunten ook onnodig kwetsend zijn of op een andere wijze als onbetamelijk kunnen worden gekwalificeerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:167
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en de voorzitter heeft ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:123 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-397/DH/A/W
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:123
Wrakingsbeslissing. Verzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-257/DH/RO
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:117
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bijzonder curator. Geen aanknopingspunten dat verweerster het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden. De rechtbank heeft verweerster bedankt voor haar vele en goede inspanningen als bijzonder curator. Er is geen reden voor de tuchtrechter om anders te concluderen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:168 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-001/AL/MN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:168
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:106 Raad van Discipline Amsterdam 24-939/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:106
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Door klaagster niet tussentijds te informeren over de kosten, heeft verweerster niet aan haar informatieplicht richting klaagster voldaan. Dit valt haar tuchtrechtelijk te verwijten. De raad houdt bij de oplegging van de maatregel rekening met het schoon tuchtrechtelijk verleden van verweerster en het inzicht dat zij ter zitting heeft getoond in haar handelen. De raad acht de oplegging van een maatregel in de vorm van een waarschuwing daarom passend.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:112 Hof van Discipline 's Gravenhage 240365
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:112
Beklag artikel 13. Met de deken is het hof van oordeel dat klager ook in de beklagprocedure niet heeft onderbouwd dat de procedure die hij wil starten tegen de verzekeraar kans van slagen heeft. Daarvoor zou hoe dan ook nodig zijn dat de vaststellingsovereenkomst wordt vernietigd. Klager heeft niet onderbouwd waarom bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst sprake zou zijn geweest van door hem gestelde dwaling of misbruik van recht. De verklaringen over zijn (huidige) medische situatie zijn daarvoor onvoldoende.Het standpunt van de deken dat klager zich niet voldoende heeft ingespannen om zelf een advocaat te vinden omdat klager vier e-mails van advocaten heeft toegezonden die hem niet willen bijstaan, volgt het hof niet. Hierbij is van belang de “informatie aanwijzing ex art 13 advocatenwet” van de orde van Advocaten Gelderland waarin als vereiste voor een verzoek om aanwijzing van een advocaat -onder andere- is opgenomen: “U moet aantonen dat u zich voldoende en passend hebt ingespannen om zelf een advocaat te vinden en dat u desondanks niet of niet tijdig een advocaat hebt kunnen vinden die u vrijwillig wil bijstaan. U kunt dit aantonen door schriftelijk opgave te doen van namen van een relevant aantal (op het betreffende rechtsgebied deskundige) advocaten die u zonder succes hebt verzocht uw zaak te behartigen vergezeld van hun reacties met de reden van afwijzing.”Met de afwijzingen van een viertal advocaten, waarvan twee gemotiveerd te kennen hebben gegeven dat zij klager niet willen bijstaan omdat zij van mening zijn dat de procedure die klager wil voeren kansloos is, heeft klager voldaan aan de door de deken gestelde voorwaarde van het indienen van een relevant aantal afwijzingen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:107 Raad van Discipline Amsterdam 25-076/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:107
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. De raad concludeert dat verweerder veel tijd en moeite in de zaak van klaagster heeft gestoken. Daarbij heeft verweerder ook een resultaat in de zin van een redelijke regeling weten te bereiken. Dat dit alles veel tijd in beslag heeft genomen is duidelijk. Mogelijk had verweerder op sommige momenten duidelijker met klaagster kunnen communiceren door aan haar bijvoorbeeld meer vastomlijnde keuzes voor te leggen, maar de raad is alles bij elkaar genomen niet van oordeel dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De klacht wordt in alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:113 Hof van Discipline 's Gravenhage 240319
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:113
De klacht betreft het handelen of nalaten van verweerder als partner (‘kantooroudste’) van het advocatenkantoor tijdens afwezigheid en/of ziekte van een advocaat in dienstbetrekking bij het kantoor. Klager stelt dat verweerder verzuimd heeft om tijdig een memorie van antwoord in incidenteel appel in te dienen bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, dat verweerder in een andere zaak een jaar heeft gewacht met het uitbrengen van een advies en dat verweerder in een derde zaak verzuimd heeft een pro-forma verzoekschrift aan te brengen bij het Gerecht van de Europese Unie. De Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof is van oordeel dat de raad op goede gronden de juiste beslissing heeft genomen en zal deze bekrachtigen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:108 Raad van Discipline Amsterdam 24-926/A/A
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:108
Ongegrond verzet.