Zoekresultaten 1-10 van de 20195 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:88 Hof van Discipline 's Gravenhage 230140

    Klacht tegen eigen advocaat.  Beroep verweerder slaagt. Klacht in zijn geheel ongegrond. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder niet kan worden verweten dat hij de zaak van klager onvoldoende voortvarend heeft behandeld en dat hij onvoldoende met klager heeft gecommuniceerd over de voortgang van de zaak of zaken die de voortgang belemmerden. Vernietiging beslissing raad en proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad voor het overige. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:84 Hof van Discipline 's Gravenhage 230105

    Klacht tegen advocaat wederpartij over gevoerde correspondentie. Verweerder heeft schoonfamilie van klager gemaild met verzoek om informatie. In dat bericht heeft hij vertrouwelijke en gevoelige informatie over klager opgenomen en niet duidelijk gemaakt dat hij niet de advocaat van klager, maar de advocaat van de wederpartij was. De raad achtte dit klachtonderdeel gegrond en een ander klachtonderdeel ongegrond. Dat laatste ging over een bericht van verweerder aan de advocaat van klager, dat de raad desondanks wel als ‘ongepast, niet respectvol en ongevoelig’ gekwalificeerde. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad op beide klachtonderdelen. Het hof acht beide klachtonderdelen gegrond en verzwaart de opgelegde maatregel (berisping) tot vier weken voorwaardelijke schorsing, mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:85 Hof van Discipline 's Gravenhage 230047

    Dekenbezwaar. Bekrachtiging van schrapping. De raad was eerder van oordeel dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit. Verweerder heeft met onvoldoende professionele distantie voor zijn cliënt opgetreden. Niet alleen heeft hij op verschillende momenten als ongefilterd doorgeefluik voor zijn cliënt gefungeerd, ook heeft hij met de door hem gebruikte grievende bewoordingen en toonzetting in zijn correspondentie zowel klaagster als de bij de procedures betrokken instanties op weinig respectvolle wijze bejegend en onder druk gezet. Mede gelet op het omvangrijke tuchtrechtelijk verleden van verweerder , ziet ook het hof bij verweerder een patroon van gedragingen die het hof ervan overtuigen dat hij als advocaat niet in staat is voldoende onafhankelijk te opereren ten opzichte van zijn cliënt. Verweerder vereenzelvigt zich met zijn cliënt en overtreedt daarbij de kernwaarden in ernstige mate. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad tot schrapping van verweerder van het tableau.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:86 Hof van Discipline 's Gravenhage 230119

    Klacht tegen eigen (voormalig) advocaat in een familierechtzaak. Bekrachtiging beslissing raad. Niet het handelen (of nalaten) van verweerder is de oorzaak geweest van het niet tot stand komen van een omgangsregeling tussen klager en zijn dochter, maar de gebeurtenis(sen) tussen klager en zijn dochter. Kennelijk wilde de dochter klager niet meer zien. Ook de door klager overgelegde geluidsopname tussen klager en zijn dochter werpt geen ander licht op de zaak. Klachten ongegrond. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:87 Hof van Discipline 's Gravenhage 230120

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtzaak. Beslissing raad deels bekrachtigd, deels vernietigd. Ten aanzien van het informeren van de huisbankier van klager ziet het hof op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling te komen dan die van de raad. Verweerster heeft door de huisbankier van klager aan te schrijven, naar het oordeel van het hof, op een oneigenlijke wijze getracht om de (financiering van de) verbouwing van klager te voorkomen, althans stil te leggen. Het  aanschrijven van de huisbankier was daarmee geen redelijk middel voor het beoogde doel (stoppen van aangekondigde sloopwerkzaamheden). Het hof weegt verder mee dat ten tijde van het informeren van de klagers’ huisbankier, nog geenszins vaststond dat de omgevingsvergunning in strijd met het recht was verleend. Gelet hierop had het  op de weg van verweerster gelegen om zich van andere middelen te bedienen om de omgevingsvergunning aan te vechten, dan het aanschrijven van klagers' huisbankier. Met de raad is het hof van oordeel dat de verhouding tussen klager en zijn huisbankier er één is waar verweerster en/of haar cliënten buiten hadden behoren te blijven. Het hof acht om die reden dit klachtonderdeel gegrond.  Anders dan de raad heeft geoordeeld is het hof van oordeel dat het weliswaar collegiaal van verweerster was geweest indien zij per omgaande aan de verzoeken van klagers' advocaat had voldaan, maar dat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake is. Verweerster heeft op diverse andere verzoeken wel afschriften van stukken verstrekt, zodat van een onwelwillende houding van verweerster niet kan worden gesproken. Van een patroon is evenmin sprake. In zoverre is de klacht van klager ongegrond. Oplegging maatregel van waarschuwing en veroordeling in de proceskosten.     

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:79 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-696/AL/NN

    Klacht tussen advocaten. Verweerder heeft zonder dat klager dat wist delen van een telefoongesprek opgevangen dat tussen klager en mr. S is gevoerd. Dat gesprek vond toevallig plaats in de werkkamer van verweerder waar verweerder met mr. S in bespreking was over overname van de zaak tegen de client van klager. Verweerder heeft daarna als opvolgend advocaat aan klager een e-mail gestuurd. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met die e-mail, door daarin te refereren aan het telefoongesprek tussen klager en mr. S dat hij onbedoeld heeft meegeluisterd, de onderliggende verhouding met klager op laakbare wijze verstoord en daarbij ook niet integer gehandeld. Verweerder had de keuze om niets te doen met de opgevangen informatie of had klager daarna kunnen bellen voor vertrouwelijk overleg. Voor dit verwijt wordt aan verweerder een berisping opgelegd omdat een kernwaarde is geschonden. De raad heeft daarbij ook rekening gehouden met de opstelling van verweerder richting klager en zijn houding tijdens de zitting van de raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:63 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-680/DH/RO

    Verweerder is ernstig tekort geschoten in adequate communicatie naar klaagster. Verweerster heeft zich bovendien niet gehouden aan de op haar rustende informatieverplichting. Kernwaarden deskundigheid en integriteit in het geding. De raad constateert – gelet ook op het tuchtrechtelijk verleden – een patroon van onbereikbaarheid en gebrekkige communicatie. Schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:73 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-919/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over andere advocaat wordt kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:64 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-447/DH/DH

    Gegrond verzet, omdat de voorzitter de klacht te beperkt heeft opgevat. Klacht (alsnog) ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-810/AL/NN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarde deskundigheid gehandeld door klager onjuist te informeren over diens bewijsmogelijkheden in zijn huurgeschil bij de kantonrechter. Daarnaast heeft verweerder, ook tijdens de zitting van de raad, weinig zelfinzicht getoond in het foutieve van zijn handelen. Ook heeft hij de oorzaken van de voor klager negatieve uitkomst van dat geschil vooral maar ten onrechte buiten zichzelf gelegd. Met zijn opstelling, ook tijdens de zitting, heeft verweerder niet integer gehandeld, zoals een behoorlijk advocaat wel zou betamen. Ook al heeft verweerder zich uitgeschreven, het ernstig tuchtrechtelijk verwijtbare handelen van verweerder noodzaakt tot oplegging van een voorwaardelijke schorsing van 4 weken, waarvan de proeftijd van 2 jaar start na zijn herinschrijving als advocaat.