Zoekresultaten 1-10 van de 1450 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:14 Accountantskamer Zwolle 24/3151 Wtra AK 24/3971 Wtra AK

    Gedeeltelijk gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Klagers zijn verwikkeld in een civiele procedure waarin van hen een schadevergoeding wordt gevorderd. Betrokkene heeft op verzoek van de wederpartij van klagers ten behoeve van deze civiele procedure in 2020 twee rapporten op grond van Standaard 4400N uitgebracht. In 2023 heeft betrokkene deze rapporten van onwaarde verklaard en heeft hij een derde rapport uitgebracht met toepassing van NBA-Handreikingen 1111 en 1127. Klagers verwijten betrokkene dat hij heeft de gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Zo zijn de eerste twee rapporten niet in overeenstemming met Standaard 4400N opgesteld en heeft betrokkene niet voldoende duidelijk in zijn rapporten opgeschreven wat hij bedoelt.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:13 Accountantskamer Zwolle 23/2200 Wtra AK 23/2201 Wtra AK

    Klacht over onderzoeksrapporten van de Inspectie van het Onderwijs. Bij een tuchtklacht over de inhoud van het onderzoeksrapport moet beoordeeld worden of de accountant bij het opstellen daarvan al of niet in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De toezichthoudende taak die betrokkenen als medewerkers van de Inspectie hebben, brengt noodzakelijkerwijs mee dat zij feiten en omstandigheden moeten onderzoeken en daarbij – soms complexe – wet- en regelgeving moeten uitleggen en toepassen. Betrokkenen dienen daarbij de fundamentele beginselen in acht te nemen en professionele oordeelsvorming toe te passen. Van betrokkenen mag daarom worden verlangd dat zij een volledig en zorgvuldig onderzoek instellen, alvorens op basis daarvan een standpunt in te nemen. De tuchtrechtelijke grens wordt (pas) overschreden, als betrokkenen een standpunt hebben ingenomen dat niet of onvoldoende wordt gedragen door de uitkomsten van het onderzoek of niet berust op een verdedigbare uitleg en toepassing van wet- en regelgeving. De klacht is grotendeels ongegrond, omdat niet steeds aannemelijk is geworden dat betrokkenen in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid hebben gehandeld. Op een aantal punten zijn betrokkenen wel tekortgeschoten. Daarom krijgen betrokkenen een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:10 Accountantskamer Zwolle 24/3084 Wtra AK

    Betrokkene was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor. Tijdens een kantoortoetsing heeft klaagster vastgesteld dat in het NOW1-dossier de verplichte opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling niet was uitgevoerd. Klaagster heeft betrokkene in een periode van 15 maanden in de gelegenheid gesteld de stukken van de OKB te overleggen, maar ondanks toezeggingen van betrokkene heeft klaagster deze niet ontvangen. Klaagster is daarom van mening dat betrokkene onvoldoende medewerking heeft verleend aan de kantoortoetsing, als gevolg waarvan klaagster niet kan beoordelen of de werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet. De klacht is gegrond. Betrokkene heeft wisselend verklaard over het overleggen van de stukken van de OKB en is vrijwel ieder contact uit de weg gegaan. Daarmee heeft hij onvoldoende medewerking verleend aan het afronden van de kantoortoetsing. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:11 Accountantskamer Zwolle 24/3024 Wtra AK

    Betrokkene was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor. Klaagster heeft in 2020 een kantoortoetsing uitgevoerd. Zij heeft vastgesteld dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het is in de drie jaren daarna niet gelukt om een hertoetsing uit te voeren, omdat betrokkene volgens klaagster daaraan weigert mee te werken. Verder heeft klaagster vastgesteld dat betrokkene de verplichte Kennistoets 2022 niet met succes heeft afgerond. De klacht is geheel gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van doorhaling op en bepaalt de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw kan worden ingeschreven op vijf jaar.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:12 Accountantskamer Zwolle 23/1890 Wtra AK

    De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van twee maanden opgelegd. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en integriteit. Betrokkene heeft niet op gepaste en zakelijke wijze met klaagster gecommuniceerd en heeft daarnaast met het oog op zijn eigen belangen geprobeerd de waarheid geweld aan te doen. Hij heeft bij klaagster aangedrongen op het ondertekenen van een verklaring die, naar hij wist, niet (langer) strookte met de waarheid. Het feit dat betrokkene de intentie had om daarmee de voorzieningenrechter verkeerd voor te lichten wordt hem zwaar aangerekend. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:6 Accountantskamer Zwolle 24/2415 Wtra AK

    Betrokkene heeft voldoende gegevens aan klagers verstrekt en doet geen (onterecht) beroep op zijn retentierecht. Het tweede klachtonderdeel heeft betrekking op de werkzaamheden die betrokkene heeft verricht in het kader van de overname van het bedrijf van klagers door de zoon van klager. De Accountantskamer vindt dat klagers niet aannemelijk hebben gemaakt dat betrokkene de regie had (die lag bij een daarin gespecialiseerd bedrijf, dat door de zoon van klagers was ingeschakeld) of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is geheel ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:7 Accountantskamer Zwolle 24/2884 Wtra AK

    Gedeeltelijk gronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klager is betrokken in een civielrechtelijk geschil. Hij is in de procedure bij de rechtbank met zijn tegenpartij overeengekomen dat een bindend advies zal worden gevraagd. Daartoe is een opdracht aan betrokkene verstrekt. Betrokkene heeft een bindend advies in de vorm van een memo uitgebracht. De verwijten van klager gaan over de totstandkoming en de inhoud van het memo. Vanwege de aard van het memo, een bindend advies, vindt een terughoudende toetsing door de Accountantskamer plaats. De klacht is gedeeltelijk gegrond want betrokkene is op twee punten tekortgeschoten en heeft het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:8 Accountantskamer Zwolle 24/2621 Wtra AK

    Ongegronde klacht. Betrokkene is als CFO werkzaam bij een vennootschap waarvan de aandelen door een derde van klaagster zijn gekocht. Tussen deze derde als koper en klaagster als verkoper van de aandelen is een meningsverschil ontstaan. Dat gaat onder meer over de voorraad grondstoffen bij de vennootschap waarvan de aandelen zijn verkocht. Volgens de koper is de werkelijke voorraad grondstoffen aanzienlijk lager dan de geadministreerde voorraad. De verschillen lopen volgens de koper in de miljoenen. Betrokkene heeft een (voortgezet) onderzoek gedaan naar de verschillen en heeft daarover een memorandum geschreven. Tussen de koper en de vennootschap als eisers en klaagster als gedaagde is een gerechtelijke procedure gestart die mede is gebaseerd op het memorandum van betrokkene. Dit memorandum schiet volgens klaagster in meerdere opzichten tekort. De Accountantskamer wijst de klacht af, vooral omdat klaagster haar klacht niet op het correcte toetsingskader heeft gebaseerd. Bij toepassing van het wel correcte toetsingskader (kort gezegd: het memorandum is een standpunt in een civielrechtelijk geschil) heeft betrokkene niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld of nagelaten.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:9 Accountantskamer Zwolle 24/2571 Wtra AK

    Klaagster heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing uitgevoerd. De drie gecontroleerde dossiers zijn onvoldoende bevonden. Deze tekortkomingen zijn nauwelijks weersproken. Daaruit blijkt volgens de Accountantskamer dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing nog altijd onvoldoende is. Ook de verplichte jaarlijkse evaluatie van de kwaliteitsambitie en de wijze waarop gewaarborgd is dat accountantsopdrachten conform wet- en regelgeving worden uitgevoerd is met onvoldoende diepgang en deskundigheid verricht. De klacht is gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:5 Accountantskamer Zwolle 24/1869 Wtra AK

    Na een eerdere klacht van klaagster tegen betrokkene over onder andere het samenstellen van een jaarrekening (boekjaar 2019), welke klacht tot een uitspraak van de Accountantskamer van 22 oktober 2021 heeft geleid, heeft klaagster opnieuw een klacht tegen betrokkene ingediend. De klacht heeft met name betrekking op het samenstellen door betrokkene van een achttal jaarrekeningen van eenzelfde vennootschap (2013 t/m 2020). De klacht is, voor zover ontvankelijk, grotendeels gegrond. De maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand wordt opgelegd.